V3 H3.4 Atoommassa en molaire massa

V3 H3.4 Atoommassa en molaire massa

Nodig: boek, schrift, pen/potlood en
pak je rekenmachine

1 / 15
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 15 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

V3 H3.4 Atoommassa en molaire massa

Nodig: boek, schrift, pen/potlood en
pak je rekenmachine

Slide 1 - Slide

Rekenen aan atomen en moleculen

  1. Het probleem: atomaire schaal
  2. Atomaire massa-eenheid
  3. Relatieve atoommassa
  4. Chemische hoeveelheid
  5. Molaire massa

Slide 2 - Slide

Het probleem: atomaire schaal
Doel: makkelijk kunnen berekenen hoeveel moleculen je hebt

Slide 3 - Slide

Atomaire massa-eenheid
1 u = 1,66 x 10-27 kg
1 u = 0,000 000 000 000 000 000 000 000 001 66 kg.

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Relatieve atoommassa

Slide 6 - Slide

Chemische hoeveelheid
Hoeveel u zit er in 1 g?
1 u = 1,66 x 10-27 kg
Tip: zorg dat u eerst in gram staat (niet kilogram)



Slide 7 - Slide

Chemische hoeveelheid
Hoeveel u zit er in 1 g?
1 u = 1,66 x 10-27 kg
Tip: zorg dat u eerst in gram staat (niet kilogram)

6,02 x 1023 = 1 mol  (constante van Avogadro)


Slide 8 - Slide

Chemische hoeveelheid

6,02 x 1023 = 1 mol  (constante van Avogadro)

Stel je hebt 6 mol CH4, hoeveel H-atomen heb je dan?

Slide 9 - Slide

Chemische hoeveelheid

6,02 x 1023 = 1 mol  (constante van Avogadro)

Stel je hebt 6 mol CH4, hoeveel H-atomen heb je dan?

Stel je hebt 5 mol H2O, hoeveel O-atomen heb je dan?

Slide 10 - Slide

Molaire massa
Het aantal gram per mol = het aantal u

H2O molaire massa berekenen


Slide 11 - Slide

Molaire massa
Het aantal gram per mol = het aantal u

H2O molaire massa berekenen

Stel je hebt 10 g water, hoeveel moleculen zijn dit?

Slide 12 - Slide

Het probleem: atomaire schaal
Doel: kunnen berekenen hoeveel moleculen je hebt

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

Opdrachten van H3.4

Slide 15 - Slide