Heb je een andere vraag fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks om uitleg via de chat.
Slide 3 - Slide
De leerdoelen voor deze week:
Vorige les:
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
Deze les:
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting. Volgende les:
-Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid.
Slide 4 - Slide
Wat weet je nog?
Even opfrissen en dan een paar vragen over de geslachtelijke voortplanting.
Heb je vragen fout gemaakt en heb je daar hulp/uitleg bij nodig? Vraag me dan straks om uitleg.
Slide 5 - Slide
opfrissen
De helft van de chromosomen in de bevruchte eicel komt van de moederplant en de helft van de vaderplant.
Bij geslachtelijke voortplanting hebben de nakomelingen niet precies dezelfde erfelijke eigenschappen als de ouders.
Slide 6 - Slide
Een cel in de stengel van een narcis heeft 28 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft een stuifmeelkorrel van deze narcis?
A
28
B
56
C
14
D
dat kun je niet weten
Slide 7 - Quiz
Celdeling waarbij geslachtscellen ontstaan, noemen we
A
Mitose
B
Meiose
C
Geslachtelijke voortplanting
D
Ongeslachtelijke voortplanting
Slide 8 - Quiz
Een stuifmeelkorrel van een margriet heeft 10 chromosomen. Hoeveel chromosomen heeft de bevruchte eicel van de margriet?
A
5
B
10
C
15
D
20
Slide 9 - Quiz
Na de meiose hebben de dochtercellen de helft van de chromosomen.
A
juist
B
onjuist
Slide 10 - Quiz
Slide 11 - Video
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Planten: Bevruchting (let op verschil bestuiving en bevruchting) Voortplantingscellen: man: stuifmeel
vrouw: eicel
"kindje": zaadje.
Slide 12 - Slide
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Dieren: Bevruchting kan inwendig of uitwendig plaatvinden Voortplantingscellen: man: zaadcel (let op het verschil met het zaadje van de plant) vrouw: eicel
"kindje": embryo / ei.
Slide 13 - Slide
Uitwendige bevruchting
Bij dieren die hun eieren in het water leggen, kan de bevruchting in het water plaatsvinden (buiten het lichaam). Bevruchting buiten het lichaam noem je uitwendige bevruchting.
Slide 14 - Slide
Waarom is bij dieren in het water wel uitwendige bevruchting mogelijk en op het land niet?
Slide 15 - Open question
Slide 16 - Video
Uitwendige bevruchting bij kikkers
Bij kikkers zit het mannetje tijdens de paring boven op het vrouwtje
Het mannetje geeft zaadcellen af net op het moment dat het vrouwtje eicellen afzet. De bevruchting vindt plaats in het water. Het mannetje kan wel enkele dagen op het vrouwtje blijven zitten.
Slide 17 - Slide
0
Slide 18 - Video
Inwendige bevruchting
Bij insecten vindt de bevruchting meestal plaats in het lichaam van het vrouwtje. Dit noem je inwendige bevruchting. Na de bevruchting zet het vrouwelijke insect eitjes af. In de eitjes ontwikkelen zich larven. Ook bij vogels en zoogdieren vindt de bevruchting plaats in het lichaam van het vrouwtje.
Slide 19 - Slide
0
Slide 20 - Video
timer
5:00
Leerdoelen:
-Je kunt uitleggen dat bij geslachtelijke voortplanting elk van de ouders 50% van het DNA levert.
-Je kunt voorbeelden geven van geslachtelijke voortplanting.
Voor vwo ook:
-Je kunt uit afbeeldingen van (delen van) planten afleiden hoe de vruchten en zaden worden verspreid.
Kun je bereiken door:
-Te lezen / bestuderen de tekst van B5, B6 en vwo ook B7.
-Te maken B5 opdr 5 t/m 10, B6 opdr 1 t/m 10 en vwo ook B7 opdr 1 / tm 4.
-De antwoorden van de opdrachten serieus te controleren.
-Je kennis van de leerdoelen te toetsen met de flitskaarten en de test je zelf.
Laatste 5 minuten sluiten we klassikaal af met 6 vragen.
Zorg er voor dat je om 11.15 uur weer in deze vergadering (les) en in lessonup zit.
Slide 21 - Slide
Afsluiting.
Wat nog niet af is is huiswerk voor de volgende les.
Eerst nog even de dia met extra uitleg (voor wie dan nodig heeft).
Dan zes vragen om te kijken wat je al weet
Slide 22 - Slide
Extra uitleg
De volgende sites bevatten filmpjes en extra uitleg. (herhaling/oefenen)