H1 Stoffen en mengsels

1 / 19
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolvmbo g, tLeerjaar 3

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Lesdoelen
  • Ik kan verschillende soorten mengsels (suspensie, oplossing, emulsie, schuim, nevel en rook) benoemen en kan daarbij verschillende uiterlijke kenmerken van het mengsel benoemen  
   
  • Ik kan benoemen wat een emulgator is en kan minimaal 2 voorbeelden benoemen

Slide 2 - Slide

Wat is ook alweer een zuivere stof?

Slide 3 - Open question

Welke drie fase zijn er?

Slide 4 - Open question

Wat is een ook alweer een mengsel?

Slide 5 - Open question

Welke mengsels ken je?

Slide 6 - Mind map

Mengsels
Een mix van 2 of meer stoffen (molecuul soorten) bij elkaar.


Slide 7 - Slide

Soorten mengsels
  • Suspensie
  • Oplossing
  • Emulsie
  • Schuim
  • Nevel
  • Rook

Slide 8 - Slide

Suspensie
  • Vaste stof in een vloeistof.
  • troebel
  • Kunt er niet door heen kijken.
  • Lost niet op.
  • Vaste stof zakt vaak naar beneden.

Slide 9 - Slide

Oplossing
  • Een stof in een vloeistof 
  • helder (kan kleur hebben)
  • kunt er doorheen kijken
  • Als je het mengsel laat staan, zal die zo blijven.

Slide 10 - Slide

Emulsie en emulgator
  • Vloeistof in een vloeistof.
  • troebel (wanneer proberen te mengen)
  • gaat snel weer terug in 2 lagen.
  • tweelagensysteem

  • Emulgater laat een emulsie mengen.
  • zeep, eigeel

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Rook / nevel
  • Rook
  • Vaste stof in gas. 


  • Nevel
  • vloeistof in een gas.
  • Mist

Slide 13 - Slide

Schuim
  • gas in vloeistof
  • bellen 

Slide 14 - Slide

Bij welk 'mengsel' gaan de twee vloeistoffen uit elkaar?
A
oplossing
B
suspensie
C
emulsie
D
nevel

Slide 15 - Quiz

Welke stof wordt vaak gebruikt om zure oplossingen te neutraliseren?
A
een stof met lage pH
B
een stof met hoge pH
C
een stof met neutrale pH
D
water

Slide 16 - Quiz

Wat is de pH-waarde van een neutrale oplossing?
A
1
B
14
C
10
D
7

Slide 17 - Quiz

Wat moet je toevoegen aan een emulsie om het te laten mengen?

Slide 18 - Open question

Welk mengsel bestaat uit een gas en een vaste stof?

Slide 19 - Open question