ZH2.fa2 - WEEK 19 - LES 1 en les 2

Bonjour :-)
 Pak: 
- jouw etui

Open:
- jouw boek B (bladzijde 40) 
- jouw schrift of je JdW map bij het vak Frans.

Filmpje: welke delen van het lichaam staan in je vocabulaire A?



   
 


1 / 21
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Bonjour :-)
 Pak: 
- jouw etui

Open:
- jouw boek B (bladzijde 40) 
- jouw schrift of je JdW map bij het vak Frans.

Filmpje: welke delen van het lichaam staan in je vocabulaire A?



   
 


Slide 1 - Slide

Leerdoelen van deze week
Hoofdstuk 5/ Boek B

1 Hoe leer ik grammatica D (ontkenning)?
2 Hoe leer ik de vocabulaire?
3 Hoe leer ik de phrases (zinnen) 1-9?








Slide 2 - Slide

Instructie leerdoel 1
Uitleg grammatica D (ontkenning)









timer
3:00

Slide 3 - Slide

Toepassen leerdoel 1
HUISWERK
Lees en maak in je online boek:
* bladzijde 22 - 16b/c
* bladzijde 23/24 - 17a/b/c/d









timer
10:00

Slide 4 - Slide

Toepassen leerdoel 2
Vocabulaire groeperen - bladzijde 40 A/B - boek B
1 le / l'       m
2 la / l'      v                           zelfstandige naamwoorden
3 les         mv
4 werkwoord
5 bijvoeglijk naamwoord
6 rest











timer
10:00

Slide 5 - Slide

Instructie leerdoel 3.1
Ga naar je boek bladzijde 40 - Hoofdstuk 5 phrases A/B Boek B
- Noteer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 1 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Wat heb je?
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie. Wat was dat ook alweer?
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Ga door naar de volgende zin, als je zin 1 uit je hoofd kent.









Slide 6 - Slide

Instructie leerdoel 3.2
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 2 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Ik ben niet in vorm.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Ga door naar de volgende zin, als je zin 2 uit je hoofd kent (herhaal zin 1).














Slide 7 - Slide

Instructie leerdoel 3.3
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 3 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Ik heb 39 graden koorts.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Als je zin 3 uit je hoofd kent, dan herhaal je  zin 1 en zin 2.














Slide 8 - Slide

Instructie leerdoel 3.4
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 4 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Ga je naar de arts?
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie (grammatica Teams bladzijde 3).
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Als je zin 4 uit je hoofd kent, dan herhaal je  zin 1 t/m zin 3.














Slide 9 - Slide

Instructie leerdoel 3.5
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 5 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Ja, ik heb morgen een afspraak.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Als je zin 5 uit je hoofd kent, dan herhaal je  zin 1 t/m zin 4.














Slide 10 - Slide

Instructie leerdoel 3.6
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 6 in het Nederlands, bij B in je schrift.
A Nee, ik blijf in bed.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Als je zin 6 uit je hoofd kent, dan herhaal je  zin 1 t/m zin 5.














Slide 11 - Slide

Instructie leerdoel 3.7
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 7 in het Nederlands, bij B in je schrift.
A Ik denk dat ik ziek ben.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Als je zin 7 uit je hoofd kent, dan herhaal je  zin 1 t/m zin 6.














Slide 12 - Slide

Instructie leerdoel 3.8
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 8 in het Nederlands, bij B in je schrift.
A Ik heb hoofdpijn.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Als je zin 8 uit je hoofd kent, dan herhaal je  zin 1 t/m zin 7.














Slide 13 - Slide

Instructie leerdoel 3.9
- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 9 in het Nederlands, bij B in je schrift.
A Ik kan niets eten.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven) 
    uit je hoofd.
- Als je zin 9 uit je hoofd kent, dan herhaal je  zin 1 t/m zin 8.














Slide 14 - Slide

Toepassen leerdoel 3
Nu niet meer spieken ;-)
Noteer met potlood -de acht zinnen onder elkaar - bij B en C, in je klapper, 
A
B
C
- Daarna bekijk je de lettergrepen op fouten met behulp van je online boek.
- Gum je fouten weg en verbeter ze met pen.
- Leer en herhaal op deze manier de zinnen. 






Slide 15 - Slide

Corrigé leerdoel 3-zin 1/2
A Wat heb je?
B Wat                        je   hebt. 
C Qu'est-ce que  tu   as?

A Ik ben niet in vorm.
B Ik    niet   ben    niet    in   vorm
C Je  ne      suis    pas    en  forme.





Slide 16 - Slide

Corrigé leerdoel 3-zin 3/4
A Ik heb 39 graden koorts.
B Ik   heb  39   -     koorts.
C J'   ai      39   de  fièvre.

A Ga je naar de arts?
B Jij  gaat  zien  de    dokter.
C Tu  vas    voir   le     docteur.





Slide 17 - Slide

Corrigé leerdoel 3-zin 5/6
A Ja, ik heb morgen een afspraak.
B Ja,      ik     heb   afspraak           morgen .
C Oui,    j'      ai        rendez-vous  demain.


A Nee, ik blijf in bed.
B Nee,    ik    blijf      in    bed.
C Non,    je   reste   au   lit.




Slide 18 - Slide

Corrigé leerdoel 3-zin 7/8
A Ik denk dat ik ziek ben.
B Ik     denk     dat    ik    ben    ziek.
C Je    pense  que   je   suis    malade.


A Ik heb hoofdpijn.
B Ik   heb   pijn    aan  het  hoofd.
C J'   ai       mal     à       la      tête.







Slide 19 - Slide

Corrigé leerdoel 3-zin 9
A Ik kan niets eten.
B Ik    niet  kan     niets    eten.
C Je   ne    peux   rien      manger.










Slide 20 - Slide

Leerdoelen van deze week behaald?
- Begrijp je grammatica D en weet je hoe je deze moet toepassen?
   Noteer zo nodig vragen voor de volgende les, voor je docent.

- Ken je de woorden A/B allemaal?

- Begrijp en ken je de zinnen (phrases) A/B allemaal?
   Vraag hulp aan je docent als dit (nog) niet het geval is.
                                                      Bonne journée :-)


Slide 21 - Slide