- Sla een regel over.
- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.
- Noteer zin 5 in het Nederlands, bij A in je schrift.
A Ja, ik heb morgen een afspraak.
B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.
C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)
uit je hoofd.
- Als je zin 5 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 4.