ZM1B - WEEK 19 - les 1 en les 2

• Frans
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

Bonjour :-)

Pak:

- je boek B (vanaf bladzijde 42)

- je etui

Open:

- je schrift of je JdW klapper bij het vak Frans.

 

Leerdoelen van deze week

Hoofdstuk 5/ Boek B

1 Hoe leer ik grammatica D (passé composé op -er) 

   extra présent -er 

2 Hoe leer ik de vocabulaire?

3 Hoe leer ik de phrases (zinnen) 1-7?

Instructie leerdoel 1

Uitleg grammatica D (passé composé op -er)

Instructie extra leerdoel 1

Uitleg grammatica (présent op -er)

vragen leerdoel 1

IK

JIJ

HIJ

ZIJ

MEN

WE

WIJ

JULLIE

U

ZIJ m mv

ZIJ v mv

JE/ J'

TU

IL

ELLE

ON

ON

NOUS

VOUS

VOUS

ILS

ELLES

ON

Voorbeeld leerdoel 1

	regard er	présent	av oir	passé composé
ik	je	regard e	j' a i	regard é
jij	tu	regard es	tu a s	regard é
hij/zij/ men/ we	il/elle/ on	regard e	il/elle/on a	regard é
wij	nous	regard ons	nous av ons	regard é
jullie/u	vous	regard ez	vous a v ez	regard é
zij	ils/elles	regard ent	ils/elles ont	regard é

Toepassen leerdoel 1

HUISWERK

Lees en maak in je boek A:

* Bladzijde 24 - 17a/b/c/d

* Bladzijde 25/26 - 18a/b/c/d/e

Toepassen leerdoel 2

Vocabulaire groeperen - bladzijde 42 A/B - boek B

1 le / l'    m

2 la / l'    v                     

3 les        mv

4 werkwoord

5 rest

Instructie leerdoel 3.1

Ga naar je boek - Hoofdstuk 5 vocabulaire A/B - bladzijde 42/ Boek B

- Noteer ABC onder elkaar in je klapper.

- Noteer zin 1 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A Heb je een leuk weekend gehad?

B Hier denk je in de Franse zinsconstructie. Wat was dat ook alweer?

C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)

    uit je hoofd.

- Ga door naar de volgende zin, als je zin 1 uit je hoofd kent.

Instructie leerdoel 3.2

Ga naar je boek - Hoofdstuk 2 vocabulaire A/B - bladzijde 90/ Boek A

- Noteer ABC onder elkaar in je klapper.

- Noteer zin 2 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A Ja, ik heb een film gekeken met Abdul.

B Hier denk je in de Franse zinsconstructie. Wat was dat ook alweer?

C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)

    uit je hoofd.

- Ga door naar de volgende zin, als je zin 2 uit je hoofd kent (herhaal zin 1).

Instructie leerdoel 3.3

- Sla een regel over.

- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.

- Noteer zin 3 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A Wie is dat Abdul?

B Hier denk je in de Franse zinsconstructie. 

C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)

    uit je hoofd.

- Ga door naar de volgende zin, als je zin 3 uit je hoofd kent (herhaal zin 1 / 2).

Instructie leerdoel 3.4

- Sla een regel over.

- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.

- Noteer zin 4 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A Het is mijn vriend.

B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.

C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)

    uit je hoofd.

- Als je zin 4 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 en zin 3.

Instructie leerdoel 3.5

- Sla een regel over.

- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.

- Noteer zin 5 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A Hoe oud ben jij?

B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.

C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)

    uit je hoofd.

- Als je zin 5 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 4.

Instructie leerdoel 3.6

- Sla een regel over.

- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.

- Noteer zin 6 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A Ik ben dertien jaar.

B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.

C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)

    uit je hoofd.

- Als je zin 6 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 5.

Instructie leerdoel 3.7

- Sla een regel over.

- Noteer weer ABC onder elkaar in je klapper.

- Noteer zin 7 in het Nederlands, bij A in je schrift.

A Ik ben op 11 maart jarig.

B Hier denk je in de Franse zinsconstructie.

C Hier leer je de Franse zin (soms met spieken/ zonder te schrijven)

    uit je hoofd.

- Als je zin 7 uit je hoofd kent, dan herhaal je zin 1 t/m zin 6.

Toepassen leerdoel 3

Nu niet meer spieken ;-)

Noteer met potlood -de zeven zinnen onder elkaar - bij B en C, in je klapper, 

A

B

C

- Daarna bekijk je de lettergrepen op fouten met behulp van je (online) boek.

- Gum je fouten weg en verbeter ze met pen.

- Leer en herhaal op deze manier de zinnen. 

Corrigé leerdoel 3.1/2/3

A     Heb je een leuk weekend gehad?

B      Jij  hebt  gehad  een   goed   weekend.

C      Tu  as       passé   un     bon      weekend?

A       Ja, ik heb een film gekeken met Simon.

B       Ja,    ik    heb   gekeken  een  film  met  Simon.

C       Oui,  j'     ai        regardé   un    film  avec Simon.

A       Wie is dat Simon?

B       Het   is     wie   Simon.

C       C'      est  qui    Simon?

Corrigé leerdoel 3.4/5/6

A     Het is mijn vriend.

B     -

C    C'est mon copain.

A       Hoe oud ben jij?

B       Jij   hebt   welke   leeftijd.

C       Tu   as        quel     âge?

A      Ik ben dertien jaar.

B      Ik   heb   dertien  jaar.

C      J'   ai        treize    ans.

Corrigé leerdoel 3.7

A     Ik ben op 11 maart jarig.

B     Mijn   verjaardag      het   is     de   11   maart.

C     Mon   anniversaire  c'      est   le     11   mars.

Leerdoelen van deze week behaald?

- Begrijp je grammatica D en kun je deze toepassen?

   Noteer zo nodig vragen voor de volgende les, voor je docent.

- Ken je de vocabulaire A/B helemaal?

- Begrijp en ken je de eerste zeven zinnen (phrases) helemaal?

   Vraag hulp aan je docent als dit (nog) niet het geval is.         

                                                       Bonne journée :-)