2.1 Stoffen in huis

2.1 Stoffen in huis
1 / 25
next
Slide 1: Slide
ScheikundeMiddelbare schoolmavo, havo, vwoLeerjaar 2

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 80 min

Items in this lesson

2.1 Stoffen in huis

Slide 1 - Slide

Programma
-S.O.
20 min
-Oefeningen nakijken
10 min
-Stofeigenschappen
15 min
-Gevarensymbolen
15 min
-Oefenen
20 min

Slide 2 - Slide

S.O. Vaardigheden 2 t/m 6
Je krijgt 20 minuten de tijd om de toets te maken.

Ben je klaar dan blijf je stil totdat iedereen klaar is.
timer
20:00

Slide 3 - Slide

Oefeningen nakijken
Ik loop langs om te controleren of je je spullen bij je hebt en of de oefeningen gemaakt zijn.

De antwoorden staan in het eerste tabblad van de Studiewijzer in Magister.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Leerdoelen
Wat behandelen we vandaag?

  • Je kunt een aantal stofeigenschappen benoemen die gebruikt worden om stoffen te herkennen.
  • Je kunt stoffen herkennen aan hun stofeigenschappen.
  • Je kunt uitleggen in welke gevallen een stof gevaarlijk kan zijn.
  • Je kunt de betekenis van gevarensymbolen beschrijven.

Slide 5 - Slide

Stofeigenschappen
  • Waarnemingen kan je doen door middel van stofeigenschappen.

  • Elke stof verschilt van elkaar.

  • Stoffen hebben andere kenmerken van elkaar.

  • Dit noemen we stofeigenschappen.






Slide 6 - Slide

Bedenk zelf wat mogelijke stofeigenschappen kunnen zijn.

Slide 7 - Mind map

Smaak
Stoffen verschillen van elkaar omdat ze anders smaken.





!!!LET OP!!!: De meeste stoffen tijdens natuur- en scheikunde zijn niet eetbaar.

Slide 8 - Slide

Geur
Stoffen verschillen van elkaar omdat ze anders ruiken.






!!!LET OP!!!: Ruik nooit direct aan een stof, wuif altijd eerst met je hand er overheen.

Slide 9 - Slide

Kleur
Stoffen hebben vaak andere kleuren.

Slide 10 - Slide

Fase bij kamertemperatuur
Een stof kan 3 fases hebben:
  • Vast
  • Vloeibaar
  • Gas

Slide 11 - Slide

Oplosbaarheid in water
Niet elke stof lost even goed op in water.

Slide 12 - Slide

Elektrische geleiding
Sommige stoffen geleiden stroom goed (het laat stroom goed er doorheen gaan)

  • Metalen geleiden stroom goed
  • Kunststoffen geleiden stroom niet
  • Meetinstrument = stroommeter

Slide 13 - Slide

Smeltpunt en kookpunt
Verschillende vaste stoffen smelten bij verschillende temperaturen. (smeltpunt)
  • water: smeltpunt = 0 °C
  • ijzer: smeltpunt = 1538 °C

Verschillende vloeistoffen verdampen bij verschillende temperaturen (kookpunt)
  • water: kookpunt = 100 °C
  • ijzer: kookpunt = 2862 °C

Meetinstrument = speciale thermometer


Slide 14 - Slide

Benoem stofeigenschappen van de volgende stof:

Slide 15 - Mind map

Benoem stofeigenschappen van de volgende stof:

Slide 16 - Mind map

Benoem stofeigenschappen van de volgende stof:

Slide 17 - Mind map

Gevarensymbolen
Sommige stoffen die in het huishouden worden gebruikt, zijn gevaarlijk voor ons.
Deze krijgen daarom op de verpakking een gevarensymbool.

Slide 18 - Slide

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 19 - Mind map

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 20 - Mind map

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 21 - Mind map

Wat denk je dat dit gevarensymbool betekent?

Slide 22 - Mind map

De 6 die je moet
kennen!

Slide 23 - Slide

Oefeningen
Ga aan de slag met de volgende oefeningen:

Hoofdstuk 2 Paragraaf 1:
1 t/m 7

Slide 24 - Slide

Welke leerdoelen beheers je?
Klik op de link, deze opent weer de check. Vul nu de laatste slide in:

Slide 25 - Slide