Poëzie (sonnet)

Poëzie
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 3

This lesson contains 30 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Poëzie

Slide 1 - Slide

Wat is poëzie?

Slide 2 - Open question

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Eindrijm
Woorden aan het einde van de regel hebben dezelfde klank.

Kijk maar naar het gedicht hiernaast:

Slide 6 - Slide

Rijmschema
Van het eindrijm kun je een rijmschema maken.
• Je geeft elke rijmklank een nieuwe letter. De klank in de eerste regel a, de volgende klank b, etc.

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

Slide 11 - Slide

Beginrijm / Alliteratie
Voorbeeld: "De kat krabt de krullen van de trap". 
Bij alliteratie gaat het om overeenkomst in klank van medeklinkers aan het begin van woorden.

Reclames: Heerlijk, Helder, Heineken / Vertrouw Vanish, Vergeet Vlekken / Today Tomorrow Toyota / 
Beter Bed / Bakker Bart / Donald Duck / Mickey Mouse



Slide 12 - Slide

Alliteratie (voorbeeld)

Als ‘t leven altijd zoet is
er nooit eens tegenspoed is
dan word je àl dat zoete moe
het mot ook zuur zijn af en toe 

Toon Hermans

Slide 13 - Slide

Assonantie (klinkerrijm)
Enkele woorden die bij elkaar in de buurt staan, hebben dezelfde klank, maar niet dezelfde eindletter(s).

cadeau - groot (klank van 'eau' en 'oo')

Let op: stad - praten is dus geen assonantie.


Slide 14 - Slide

Alliteratie / Assonantie
Alliteratie (beginrijm):
Groen - grom - griezel etc. 

Assonantie (klinkerrijm):
Moeten - groenten - doe - vroeg - troep - schoen- moeder - groen - groeien

Slide 15 - Slide

De parodie van Heytze op Zie je, ik hou van je

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Alliteratie

Slide 18 - Slide

Assonantie

Slide 19 - Slide

'Liedje'
Om zeven uur de wekker
nog tien minuten snoozen
vijf keer godverdomme roepen
en dan maar eens gaan douchen.

Snel ontbijten in de trein
alle mensen strak in lijn
omdat praktisch iedereen
om negen o pkantoor moet zijn.

Koffie drinken, overleggen
zo nu en dan iets nuttigs zeggen
klantje bellen, koffie drinken.

Af en toe een akkefietje
om  vijf uur weer naar huis teruggaan
en morgen weer hetzelfde liedje.
Liedje

Om zeven uur de wekker 
nog tien minuten snoozen 
vijf keer godverdomme roepen 
en dan maar eens gaan douchen. 
 
Snel ontbijten in de trein 
alle mensen strak in lijn 
omdat praktisch iedereen 
om negen op kantoor moet zijn. 
 
Koffie drinken, overleggen 
zo nu en dan iets nuttigs zeggen 
klantje bellen, koffie drinken. 
 
Af en toe een akkefietje 
om  vijf uur weer naar huis teruggaan 
en morgen weer hetzelfde liedje.

Slide 20 - Slide

Wat is een sonnet?
Een versvorm met een vaste vorm:
  • 14 regels
  • Twee kwatrijnen (= 1 octaaf) en twee terzetten (= 1 sextet)
  • Witregel na octaaf

Inhoudelijk kenmerk: na de octaaf een volta (wending, val, chute)

Traditionele rijmschema = abba abba cdc dcd

Slide 21 - Slide

a
a
b
b

c
c
d
d


e
e
f
f

g
g
h
h

Slide 22 - Slide

Denkend aan Holland
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,


boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Slide 23 - Slide

Denkend aan Holland 
zie ik breede rivieren
traag door oneindig
laagland gaan,
rijen ondenkbaar
ijle populieren
als hooge pluimen
aan den einder staan;
en in de geweldige
ruimte verzonken
de boerderijen
verspreid door het land,

boomgroepen, dorpen,
geknotte torens,
kerken en olmen
in een grootsch verband.
de lucht hangt er laag
en de zon wordt er langzaam
in grijze veelkleurige
dampen gesmoord,
en in alle gewesten
wordt de stem van het water
met zijn eeuwige rampen
gevreesd en gehoord.

Slide 24 - Slide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.

Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs

van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en
 
op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 

Slide 25 - Slide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.                                a
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend               b 
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend               b 
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.                                        

Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.                                   c 
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.                  d 
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken                                d 
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs                           c 

van onvermogen. Tot bij haar nagelaten                                      e
dingen het kind zich op een foto vindt                                         f
waarop geen sporen van geweld, gescheld en                           g 

op de achterkant in plaats van het gehate                                   e                              
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind                        f 
de woorden uit het ijs en laat ze smelten.                                    g

Slide 26 - Slide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.

Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs

van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en

op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 
- Twee keer 4 regels (kwatrijn)
- Twee keer 3 regels (terzine)

- Totaal 14 regels

Dit is de klassieke indeling
van een sonnet.
- Na acht regels de wending.
De zinnen stoppen vaak niet aan het einde van een regel (of zelfs de strofe)

Rijm zit ook veel binnen de regels
Zie je hoe vaak de ij terugkomt? Hiermee laat de schrijver het gedicht ook ijziger worden...

Slide 27 - Slide

Kleine ijstijd 
 
Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.

Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs

van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en

op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 
Dit is de klassieke indeling 
van een sonnet.
- Na acht regels de wending.

Voor de wending:
Hoe het voor het kind is in het ijzige huis

Slide 28 - Slide

Kleine ijstijd 

Deze moeder gaat niet over een nacht ijs.
Zij komt beslagen en slaat wakken. Blauwbekkend
kluunt het kind door het beijzeld huis. Omtrekkend
haar bewegingen, de dagen altijd grijs.

Scheldpartij, bevroren woorden en gekrijs.
Deze moeder smijt, haar smal gezicht vertrokken.
Botte ijzers halen uit naar de geschrokken
kinderhanden, schrijven krassend een bewijs

van onvermogen. Tot bij haar nagelaten
dingen het kind zich op een foto vindt
waarop geen sporen van geweld, gescheld en

op de achterkant in plaats van het gehate
hakken onbekend gefluister. Dan zaagt het kind
de woorden uit het ijs en laat ze smelten. 
Dit is de klassieke indeling 
van een sonnet.
- Na acht regels de wending.
Na de wending:
Het kind kijkt terug en kan dingen meer plaatsen. 

Slide 29 - Slide

Extra uitleg?

- blz. 218
- blz. 239

Slide 30 - Slide