H1: nakijken 7 t/m 9, herhalen wwg, ond en lv, maken 10 t/m 12

• Nederlands
• Middelbare school
• vmbo g, t
• Leerjaar 2

- Nakijken 7 t/m 9

- Herhalen wwg, ond en lv

- Maken opdracht 10 t/m 12

Inloggen in de klas:

- 2B: adaky

- 2C: dbcin

Lesdoelen

Grammatica (zinsontleding):

- Je kunt het bouwplan van een zin maken.

- Je kunt een zin aan de hand van een bouwplan maken.

- Je kunt de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in een zin benoemen.

Nakijken opdr. 7 (blz. 23)

Mijn mentor | belt                | vanavond |     de ouders van Bas.

      Wie?           handeling     Wanneer?         Wie?

Hoeveel verschillende zinnen kun je met deze zinsdelen maken?

Nakijken opdr. 8 (blz. 23)

Kies vier werkwoorden om een bouwplan mee te maken voor een zin van vier zinsdelen.

- geven                 - schillen

- bedenken         - vertellen

- eten                     - maken

- lenen

- sturen

Elke zin bevat de volgende basisdelen:

- Wie of wat doet het?

- Handeling (wwg)

Noteer een zin die je bij opdr. 8 hebt gemaakt.

Wat weet je nog van
het werkwoordelijk gezegde?

Wat weet je nog van
het onderwerp?

Aantekening wwg en ond

Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit:

- de persoonsvorm + alle andere werkwoorden

- te + aan het

- splitswerkwoorden (scheidbaar samengestelde werkwoorden)

Het onderwerp vind je door de volgende vraag te stellen:

Wie of wat + werkwoordelijk gezegde?

Benoem het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp:
Het voetbalteam stond te wachten op hun tegenstanders.
Noteer als volgt:
wwg =
ond =

Benoem het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp:
De lerares dacht lang na over het juiste antwoord.
Noteer als volgt:
wwg =
ond =

Benoem het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp:
Waarom lopen de paarden weg?
Noteer als volgt:
wwg =
ond =

Huiswerk

- Maken opdr. 10 t/m 12 van Gram. H1

(blz. 24 en 25)

- Neem voor de volgende les je leesboek mee

Ben je klaar? Ga via SOM naar de methodesite en werk alvast aan de volgende oefeningen:

- Bijspijkeren Grammatica

- 1.5

- 2.6

Check lesdoelen

Grammatica (zinsontleding):

- Je kunt het bouwplan van een zin maken.

- Je kunt een zin aan de hand van een bouwplan maken.

- Je kunt de persoonsvorm, het werkwoordelijk gezegde en het onderwerp in een zin benoemen.