ONO Blok 6 Grammatica 6.3 Werkwoorden

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 1

This lesson contains 21 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom!
  1. Pak je spullen (leerboek, leesboek, schrift, takenkaart, agenda en etui).
  2. Zorg ervoor dat je telefoon niet te zien en te horen is. 
  3. Log in bij lessonup.app

Slide 1 - Slide

Terugblik
Wat heb je dit jaar over werkwoorden geleerd?

Slide 2 - Slide

Waar denk je aan bij de paragraaf
'Grammatica'?

Slide 3 - Mind map

En dan is het nu tijd voor een.....

Slide 4 - Slide

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Onze kat had een muis gevangen.

Slide 5 - Open question

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Onze kat had een muis gevangen.

Slide 6 - Open question

Benoem het onderwerp (ond) in de volgende zin:

Onze kat had een muis gevangen.

Slide 7 - Open question

Leerdoelen:
Ik kan de volgende zinsdelen benoemen:
  • persoonsvorm (pv)
  • werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • onderwerp (ond)

Slide 8 - Slide

Instructie (herhaling)
Zinsdelen:
  1. Persoonsvorm (pv): tijdproef > zet de zin in een andere tijd.
  2. Werkwoordelijk gezegde (wwg): alle werkwoorden in een zin > vertellen wat er gebeurd of wat er gedaan wordt.
  3. Onderwerp (ond): vertelt wie of wat iets doet. 

Hoe vind je het onderwerp?
  1. Zoek het wwg.
  2. Stel de vraag: Wie/wat + werkwoordelijk gezegde (wwg)? 
  3. Het antwoord op deze vraag is het onderwerp (ond). 

De jongens fietsen op een mooie dag naar school
  1. wwg = fietsen
  2. Wie/wat + fietsen? 
  3. Antwoord: de jongens = ond







Slide 9 - Slide

Slide 10 - Link

Benoem de persoonsvorm (pv) in de volgende zin:

Mijn vader repareert morgen de auto.

Slide 11 - Open question

Slide 12 - Link

Benoem het werkwoordelijk gezegde (wwg) in de volgende zin:

Het meisje ging samen met haar zusje voetballen.

Slide 13 - Open question

Slide 14 - Link

Benoem het onderwerp (ond) in de volgende zin:

Kars beschuldigt hem van diefstal.

Slide 15 - Open question

persoonsvorm
overige werk- woorden
onderwerp
overig
De wiskundeleraar
tekent
een driehoek.

Slide 16 - Drag question

persoonsvorm
overige werk- woorden
onderwerp
overig
De wedstrijd
zal
een kwartier later
beginnen.

Slide 17 - Drag question

persoonsvorm
overige werk- woorden
onderwerp
overig
Dit tijdschrift
was
al na twee dagen
uitverkocht.

Slide 18 - Drag question

Zelfstandige verwerking
  • Brons: blz. 235, opdr. 8, 9
  • Zilver: blz. 235, opdr. 8, 9
  • Goud: blz. 235, opdr. 8, 9

Klaar? 
  • Streep de opdrachten af op je takenkaart.
  • Oefenen voor de toets: Op Niveau Online.
  • Aan het einde van de les kijken we de opdrachten na.
timer
15:00

Slide 19 - Slide

Terugblik leerdoelen

Ik kan de volgende zinsdelen benoemen:
  • persoonsvorm (pv)
  • werkwoordelijk gezegde (wwg)
  • onderwerp (ond)

Nakijken opdr. 8 & 9.

Slide 20 - Slide

Vooruitblik
In de volgende les gaan we verder met B6 Grammatica.

Slide 21 - Slide