1. Er zijn zo veel kinderen die niet eens weet wat er gebeurt.
2. Ben niet geslaagd. Is niet leuk.
3. Wij zijn gisteren naar de meubelboulevard geweest en heb ik
een nieuwe kast gekocht.
4. Mijn ouders hebben een nieuwe bank gevonden en mijn broer
een lamp.
5. Weet jij wel dat als je op natuurijs gaat schaatsen en dan in een wak rijdt, dat je
er uit moet kruipen in de richting waar je vandaan bent gekomen?