Boek A, par 2.3, p62-64

• Mens & Maatschappij
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Boek A, par 2.3, p62-64

Inhoud les

-leerdoel

-lezen en onderstrepen

-korte uitleg

-opdrachten

-beantwoorden leerdoel

Leerdoel deze les

Hoe komt de regering tot stand?

Hoe wordt een wet gemaakt?

Lees zelf en onderstreep

pagina 62, 63, 64

Uitleg

Hoe worden de ministers gekozen?

Om de vier jaar zijn er verkiezingen voor de tweede kamer.

De politieke partij met de meeste stemmen (zetels) gaat voor vier jaar samen werken met een aantal andere politieke partijen. Samen hebben ze meer dan 75 zetels (meerderheid). Zij zijn dan de regeringspartijen. Zij kiezen de ministers.

De andere partijen zijn oppositie partijen. 

video

Schooltv: Is de minister-president de baas van Nederland? (7 min)

schooltv.nl

video

schooltv: verschil tussen coalitie en oppositie (3 min)

schooltv.nl

Uitleg

Hoe wordt een wet gemaakt?

stap1: Een minister bedenkt een wetsvoorstel.

Stap2: De tweede kamer stemt over het wetsvoorstel. Bij een meerderheid (75+ stemmen ) gaat het wetsvoorstel naar de eerste kamer.

Stap3: Het wetsvoorstel gaat naar de eerste kamer. Als de meerderheid voor is, gaat het naar de koning. Met zijn handtekening wordt het een wet. 

Video

Schooltv: de vraag van vandaag. Hoe wordt een wet gemaakt? (6 min)

schooltv.nl

Uitleg

Hoe heeft de burger invloed?

-Om de vier jaar stemmen ze voor de tweede kamer

-Ze kunnen demonstreren

-Ze kunnen een actie groep oprichten

-ze kunnen handtekeningen inzamelen. Bij meer dan 40.000 stemmen moet de tweede kamer het bespreken (burgerinitiatief)

Maak de opdrachten

je gebruikt de tekst in je boek.

Alle ministers zijn lid van de grootste fractie?

1. juist
2. onjuist

De minister-president is lid van de grootste fractie.

1. juist
2. onjuist

De grootste fractie moet waarschijnlijk samenwerken (coalitie) met andere fracties.

1. juist
2. onjuist

De grootste fractie wordt waarschijnlijk een oppositie partij.

1. juist
2. onjuist

Het kantoor van de minister-president heet 'het torentje'.

1. juist
2. onjuist

Welke naam hoort niet bij dezelfde persoon?

1. premie
2. minister-president
3. minister
4. koning

De eerste kamer bedenkt wetsvoorstellen.

1. juist
2. onjuist

Het wetsvoorstel van de minister moet eerst goed gekeurd worden door de eerste en tweede kamer

1. juist
2. onjuist

Als de eerste en tweede kamer het wetsvoorstel hebben goedgekeurd, moet de koning de wet ondertekenen.

1. juist
2. onjuist

Hoe kunnen burgers invloed uitoefenen op het bestuur

1. stemmen
2. demonstreren
3. handtekeningen ophalen
4. een actie groep oprichten

leerdoel: Hoe wordt een wet gemaakt?