boek A, herhaling en oefenen vragen par 2.3 p60-62

boek A, herhaling en oefenen vragen par 2.3 p60-62
1 / 24
next
Slide 1: Slide
Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo kLeerjaar 1

This lesson contains 24 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

boek A, herhaling en oefenen vragen par 2.3 p60-62

Slide 1 - Slide

Inhoud
*lezen
*oefenen vragen
*maken vragen
*bespreken vragen

Slide 2 - Slide

Lezen
Lees de leerteksten:
-'De tweede kamer' p60
-'Partijen in de regering en de oppositie' p62

Slide 3 - Slide

Oefenen vragen
gebruik je laptop

Slide 4 - Slide

De partij die de meeste stemmen krijgt, heeft de grootste fractie.
A
juist
B
onjuist

Slide 5 - Quiz

De Tweede Kamer controleert de regering.
A
juist
B
onjuist

Slide 6 - Quiz

Een fractie bestaat uit alle Tweede Kamerleden van één partij.
A
juist
B
onjuist

Slide 7 - Quiz

De Tweede Kamer is de regering van Nederland.
A
juist
B
onjuist

Slide 8 - Quiz

De Tweede Kamer heeft 150 leden.
A
juist
B
onjuist

Slide 9 - Quiz

In welk deel zitten de tweede kamer leden?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 10 - Quiz

Vanaf welke leeftijd mag je stemmen?
A
16
B
17
C
18
D
19

Slide 11 - Quiz

Alle ministers zijn lid van de grootste fractie?
A
juist
B
onjuist

Slide 12 - Quiz

De minister-president is lid van de grootste fractie.
A
juist
B
onjuist

Slide 13 - Quiz

De grootste fractie moet waarschijnlijk samenwerken (coalitie) met andere fracties.
A
juist
B
onjuist

Slide 14 - Quiz

De grootste fractie wordt waarschijnlijk een oppositie partij.
A
juist
B
onjuist

Slide 15 - Quiz

Het kantoor van de minister-president heet 'het torentje'.
A
juist
B
onjuist

Slide 16 - Quiz

Welke naam hoort niet bij dezelfde persoon?
A
premie
B
minister-president
C
minister
D
koning

Slide 17 - Quiz

De eerste kamer bedenkt wetsvoorstellen.
A
juist
B
onjuist

Slide 18 - Quiz

Het wetsvoorstel van de minister moet eerst goed gekeurd worden door de eerste en tweede kamer
A
juist
B
onjuist

Slide 19 - Quiz

Als de eerste en tweede kamer het wetsvoorstel hebben goedgekeurd, moet de koning de wet ondertekenen.
A
juist
B
onjuist

Slide 20 - Quiz

Hoe kunnen burgers invloed uitoefenen op het bestuur
A
stemmen
B
demonstreren
C
handtekeningen ophalen
D
een actie groep oprichten

Slide 21 - Quiz

Maken vragen
-Doe de laptop weg.
-Maak de vragen van het M&M boek.

Slide 22 - Slide

Maken vragen
Ga aan de slag met de onderstaande vragen:
paragraaf 2.3 vraag 1-9

Je werkt in tweetallen. Heb je een vraag kom je naar de docent toe.

Slide 23 - Slide

Bespreken vragen
Controleer je gemaakte vragen aan de hand van het bord. Heb je antwoorden niet, schrijf ze over.

Als er niet genoeg tijd is, wordt het  nakijken huiswerk. De antwoorden staan dan in somtoday (bijlage).

Slide 24 - Slide