Thema 3 bs 3

Verzorging
1 / 32
next
Slide 1: Slide
VerzorgingMiddelbare schoolvmbo k, g, tLeerjaar 1

This lesson contains 32 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

Items in this lesson

Verzorging

Slide 1 - Slide

THEMA 3  Je Gezondheid

Slide 2 - Slide

Vandaag

Huiswerk bespreken
Thema 3 bs 3
Huiswerk maken

Slide 3 - Slide

Huiswerk 29-11
Leren en maken Thema 3 bs 2




Slide 4 - Slide

Lesdoelen
Aan het einde van de les kun je de volgende begrippen uitleggen: 
- Genotmiddelen
- Alcohol
- Verslaving
- Ontwenningsverschijnselen

Slide 5 - Slide

Huiswerk 15-12
Leren en maken Thema 3 bs 2




Slide 6 - Slide

Bij het woord 'verslaving' denk ik aan...
De volgende verslavingen ken ik: ...

Slide 7 - Mind map

Verslaving
Dwangmatig gebruik van middelen en onvermogen dit gebruik onder controle te houden.

Langdurige veranderingen in beloningssysteem --> behoefte aan drugs (=lichamelijke verslaving) ontstaat

Slide 8 - Slide

Thema 3 basisstof 3
Aan het einde van de les weet je:
  • Wat genotmiddelen zijn
  • Wat effecten van alcohol zijn

Slide 9 - Slide

Basisstof 3: Alcohol
Begrippen: 
  • Genotmiddelen
  • Alcoholvergiftiging
  • kater
  • verslaving

Slide 10 - Slide

Genotmiddelen 
middelen die mensen nemen 
om van te genieten

Slide 11 - Slide

Voorbeeld van genotmiddelen
-  Alcohol
- Tabak 
- Snoep
- Koffie
 
Waarom? Om je beter te voelen, uit verveling, nieuwsgierigheid

Slide 12 - Slide

Effecten korte termijn
  1. Rechtstreeks in het bloed
  2. Bloed naar de hersenen
  3. Hersenen ''verdoven''

  • Loskomen: Prettig gevoel, durft meer, bedroefd, agressief
  • Aangeschoten zijn: zelfvertrouwen neemt toe, alles is prima
  • Dronken zijn: Slecht zien en bewegen, traag, vergeetachtig

Slide 13 - Slide

Kater
hoe je je voelt als je de vorige avond te veel alcohol hebt gedronken (hoofdpijn, dorst, je weinig kunnen herinneren, misselijk, duf)

Slide 14 - Slide

Effecten op korte termijn
loskomen
aangeschoten
dronken
kater

Slide 15 - Slide

Effecten lange termijn
- Gewenning: lichaam gewend

- Verslaving/afhankelijkheid: kan niet meer zonder

- Ontwenningsverschijnselen: rillerig, ziek, koortsig

- Leverbeschadiging: verwijderd alcohol uit het bloed

Slide 16 - Slide

Gewenning
als je lichaam steeds meer alcohol nodig heeft voor hetzelfde effect

Slide 17 - Slide

Effecten lange termijn
- Gewenning: lichaam gewend

- Verslaving/afhankelijkheid: kan niet meer zonder

- Ontwenningsverschijnselen: rillerig, ziek, koortsig

- Leverbeschadiging: verwijderd alcohol uit het bloed

Slide 18 - Slide

Afhankelijkheid
niet meer zonder iets kunnen, verslaafd zijn

Slide 19 - Slide

Lichamelijke afhankelijkheid
als je lichaam niet meer goed functioneert zonder alcohol

Slide 20 - Slide

Geestelijke afhankelijkheid
als je alcohol nodig hebt om je lekker te voelen of tot rust te komen

Slide 21 - Slide

Effecten lange termijn
- Gewenning: lichaam gewend

- Verslaving/afhankelijkheid: kan niet meer zonder

- Ontwenningsverschijnselen: rillerig, ziek, koortsig

- Leverbeschadiging: verwijderd alcohol uit het bloed

Slide 22 - Slide

Ontwenningsverschijnselen
je rillerig, ziek en koortsig voelen 
als je geen alcohol drinkt

Slide 23 - Slide

Effecten lange termijn
- Gewenning: lichaam gewend

- Verslaving/afhankelijkheid: kan niet meer zonder

- Ontwenningsverschijnselen: rillerig, ziek, koortsig

- Leverbeschadiging: verwijderd alcohol uit het bloed

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Wat is alcohol?
- Heldere, kleurloze vloeistof zonder smaak (alcohol, water & smaakstoffen)

- 3 groepen : 1 - Bier
                            2 - Wijn
                            3 - Sterke drank

- 250 ml bier = 5% alcohol
- 100 ml wijn = 12% alcohol
- 35 ml sterke drank = 35% alcohol

Slide 27 - Slide

Als je dronken bent, heb je de volgende dag een......
A
een vrolijke stemming
B
een verslaving
C
kater
D
hoofdpijn, dorst, overgeven

Slide 28 - Quiz

Druk
Comazuipen - bingedrinken

Slide 29 - Slide

Maken basisstof 3

Slide 30 - Slide

Huiswerk 6-12
Leren en maken Thema 3 bs 3




Slide 31 - Slide

Nabespreking
Hoe is het gegaan?
Wat ging goed?
Wat vond je moeilijk?
Welke vragen heb je nog?

Slide 32 - Slide