3.3 Alcohol

• Verzorging
• Middelbare school
• vmbo b
• Leerjaar 1

Welkom bij Verzorging 

- ga rustig zitten op je plek

- boeken op tafel 

Zelfstandig werken

- Maak de opdrachten op blz. 36 t/m 44

- Opdracht 1 t/m 19 

- Doe dit in stilte, heb je een vraag 

Lesdoel

Aan het einde van de les kun je de volgende begrippen uitleggen:

- Genotmiddelen

- Alcohol

- Verslaving

- Ontwenningsverschijnselen

Genotmiddelen 

middelen die mensen nemen 

om van te genieten

Voorbeeld van genotmiddelen

-  Alcohol

- Tabak 

- Snoep

- Koffie

 

Waarom? Om je beter te voelen, uit verveling, nieuwsgierigheid

Wat is alcohol?

- Heldere, kleurloze vloeistof zonder smaak (alcohol, water & smaakstoffen)

- 3 groepen : 1 - Bier

                            2 - Wijn

                            3 - Sterke drank

- 250 ml bier = 5% alcohol

- 100 ml wijn = 12% alcohol

- 35 ml sterke drank = 35% alcohol

Effecten korte termijn

1. Rechtstreeks in het bloed
2. Bloed naar de hersenen
3. Hersenen ''verdoven''

• Loskomen: Prettig gevoel, durft meer, bedroefd, agressief
• Aangeschoten zijn: zelfvertrouwen neemt toe, alles is prima
• Dronken zijn: Slecht zien en bewegen, traag, vergeetachtig

Kater

hoe je je voelt als je de vorige avond te veel alcohol hebt gedronken (hoofdpijn, dorst, je weinig kunnen herinneren, misselijk, duf)

Effecten op korte termijn

loskomen

aangeschoten

dronken

kater

Effecten lange termijn

- Gewenning: lichaam gewend

- Verslaving/afhankelijkheid: kan niet meer zonder

- Ontwenningsverschijnselen: rillerig, ziek, koortsig

- Leverbeschadiging: verwijderd alcohol uit het bloed

Gewenning

als je lichaam steeds meer alcohol nodig heeft voor hetzelfde effect

Afhankelijkheid

niet meer zonder iets kunnen, verslaafd zijn

Lichamelijke afhankelijkheid

als je lichaam niet meer goed functioneert zonder alcohol

Geestelijke afhankelijkheid

als je alcohol nodig hebt om je lekker te voelen of tot rust te komen

Ontwenningsverschijnselen

je rillerig, ziek en koortsig voelen 

als je geen alcohol drinkt

Zelfstandig werken

- Maak de opdrachten op blz. 45 t/m 47

Opdracht 20 t/m 24