H9 - §9.3 Vervangingsweerstand

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §9.3
  • uitleg §9.3
  • practicum 2
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§9.3 - Vervangingsweerstand
1 / 46
next
Slide 1: Slide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 46 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Welkom in de les
Vandaag:
  • terugblik
  • lesdoelen §9.3
  • uitleg §9.3
  • practicum 2
  • maken opgave uit het boek 
  • afsluiting les

 


§9.3 - Vervangingsweerstand

Slide 1 - Slide

Vragen §9.2

Slide 2 - Slide

Terugblik §9.2

Slide 3 - Slide

Serie en parallel
Practicum 2 - Parallelschakelingen blz. 146 - 147
Gebruik: R1 = 30  Ω,  R2 = 10  Ω
 2 Serie en Parallelschakelingen, blz. 146

Slide 4 - Slide

Serie en parallel

Slide 5 - Slide

Serie en parallel

Slide 6 - Slide

Opgave 45

Slide 7 - Slide

Opgave 45

Slide 8 - Slide

Opgave 45

Slide 9 - Slide

Opgave 45

Slide 10 - Slide

Opgave 56

Slide 11 - Slide

Opgave 56

Slide 12 - Slide

In een serieschakeling is...
A
de spanning overal gelijk
B
de spanning gelijk verdeeld
C
de stroomsterkte verdeeld
D
de stroomsterkte overal gelijk

Slide 13 - Quiz

In een parallelschakeling is
A
de stroomsterkte verdeeld
B
de stroomsterkte overal hetzelfde
C
de spanning overal hetzelfde
D
de spanning verdeeld

Slide 14 - Quiz

Je leert ...
  • de vervangingsweerstand uitrekenen van weerstanden in serie;
  • de vervangingsweerstand uitrekenen van parallel geschakelde weerstanden;

Slide 15 - Slide

Discussievraag
Hoe kan het dat een apparaat met heel veel weerstanden toch een kleine weerstand heeft?

Slide 16 - Slide

Vervangingsweerstand Serieschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.

Slide 17 - Slide

Vervangingsweerstand Serieschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
De vervangingsweerstand van twee weerstanden in serie is gelijk aan:
 
                                                              
waarin:
Rv = vervangingsweerstand (Ω)
R1  = weerstand van onderdeel 1 (Ω)
R2 = weerstand van onderdeel 2 (Ω)

Rv=R1+R2

Slide 18 - Slide

Serieschakeling
Bereken de vervangingsweerstand.

Slide 19 - Slide

Serieschakeling
Gegeven: R1 = 20 Ω,        R2 = 70 Ω
Gevraagd: Rv
Formule:

Berekening:

Antwoord: de vervangingsweerstand is 90 Ω
Rv=R1+R2
Rv=20+70=90

Slide 20 - Slide

Voorbeeldopgave Serieschakeling (2/2)
(U=IR            Itot=I1=I2)
Itot=RvUtot=9018=0,20 A
U1=I1R1=0,2020=4,0 V
U2=I2R2=0,2070=14 V

Slide 21 - Slide

Vervangingsweerstand parallelschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.

Slide 22 - Slide

Vervangingsweerstand parallelschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
De vervangingsweerstand van twee weerstanden parallel is gelijk aan:

 
                                                             
waarin:
Rv = vervangingsweerstand (Ω)
R1  = weerstand van onderdeel 1 (Ω)
R2 = weerstand van onderdeel 2 (Ω)
R1v=R11+R12

Slide 23 - Slide

Parallelschakeling
Bereken de vervangingsweerstand.



18 V

Slide 24 - Slide

Parallelschakeling
Gegeven: R1 = 30 Ω,      R2 = 60 Ω
Gevraagd: Rv
Formule:

Berekening:


Antwoord:  de vervangingsweerstand is 20  Ω



R1v=R11+R21
R1v=301+601=0,05
Rv=0,051=20 Ω
18 V

Slide 25 - Slide

Vervangingsweerstand gemengde schakeling
Rv,12=R1+R2
R1v=R1,21+R13

Slide 26 - Slide

Oefenpgave
Een leerling maakt de volgende schakeling: 

Bereken de totale stroomsterkte door de schakeling.
 
R1=
R2=
R3=
timer
7:00

Slide 27 - Slide

uitwerking oefenopgave
Gegeven: R1=40Ω, R2=40Ω, R3=60Ω
Gevraagd: I1, I2, I3 
Formule: 


Berekening: 
R1v=R11+R21
I=RvU
R1v,1,2=401+401=0,05
Rv,1,2=0,051=20 Ω
Itot=Rv,totU=8020=0,25 A
Rv,tot=Rv,1,2+R3
Rv,tot=20+60=80 Ω

Slide 28 - Slide

Klik!
Noteer voor de volgende les


Lezen §9.3 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster- route



Slide 29 - Slide

Aan de slag!
Lezen §9.3 uit je boek

Maak alle opgaven behalve de ster- route



Zs

Slide 30 - Slide

Wat weet je al???

Slide 31 - Slide

Bij een verhoogde weerstand ........
A
wordt de stroom lager
B
is er te weinig spanning
C
wordt de spanning hoger
D
wordt de stroom hoger

Slide 32 - Quiz

In welk schema geeft lamp 1 meer licht.
Schema A of B
Invullen op de volgende pagina.

Slide 33 - Slide

In welk schema geeft lamp 1 meer licht?
A
Schema A
B
Schema B

Slide 34 - Quiz

Wat is de vervangingsweerstand
A
20 Ohm
B
5 Ohm
C
7,5 Ohm
D
10 Ohm

Slide 35 - Quiz

Hoeveel stroom geeft de Ampere meter aan.
A
12 Amp
B
0,12 Amp
C
0,83 Amp
D
1,2 Amp

Slide 36 - Quiz

Je hebt drie weerstanden R1 = 50 Ω, R2 = 100 Ω en R3 = 150 Ω. Bereken de vervangingsweerstand als deze weerstanden zijn geschakeld volgens de
schakeling in figuur 2d. (geheel getal)

Slide 37 - Open question

Slide 38 - Slide

Je hebt drie weerstanden R1 = 50 Ω, R2 = 100 Ω en R3 = 150 Ω.
Bereken de totale weerstand als deze weerstanden zijn geschakeld volgens de
schakeling in figuur 2b.

Slide 39 - Open question

Slide 40 - Slide

Je hebt drie weerstanden R1 = 50 Ω, R2 = 100 Ω en R3 = 150 Ω.
Bereken de totale weerstand als deze weerstanden zijn geschakeld volgens de
schakeling in figuur 2c.

Slide 41 - Open question

Slide 42 - Slide

Bekijk de schakeling van figuur 3 met twee weerstanden.
R1 heeft een waarde van 12 Ω en de totale weerstand van
deze schakeling is gelijk aan 4 Ω.
Bereken de waarde van weerstand R2.
A
3 Ω
B
8 Ω
C
6 Ω
D
16 Ω

Slide 43 - Quiz

Slide 44 - Slide

Je kunt ...
  • de vervangingsweerstand uitrekenen van weerstanden in serie:
  • de vervangingsweerstand uitrekenen van parallel geschakelde weerstanden;




Slide 45 - Slide

Ja, dat kan ik!
😒🙁😐🙂😃

Slide 46 - Poll