de vervangingsweerstand uitrekenen van weerstanden in serie;
de vervangingsweerstand uitrekenen van parallel geschakelde weerstanden;
Slide 15 - Slide
Discussievraag
Hoe kan het dat een apparaat met heel veel weerstanden toch een kleine weerstand heeft?
Slide 16 - Slide
Vervangingsweerstand Serieschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
Slide 17 - Slide
Vervangingsweerstand Serieschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
De vervangingsweerstand van twee weerstanden in serie is gelijk aan:
waarin: Rv = vervangingsweerstand (Ω) R1 = weerstand van onderdeel 1 (Ω) R2 = weerstand van onderdeel 2 (Ω)
Rv=R1+R2
Slide 18 - Slide
Serieschakeling
Bereken de vervangingsweerstand.
Slide 19 - Slide
Serieschakeling
Gegeven: R1 = 20 Ω, R2 = 70 Ω
Gevraagd: Rv
Formule:
Berekening:
Antwoord: de vervangingsweerstand is 90 Ω
Rv=R1+R2
Rv=20+70=90
Slide 20 - Slide
Voorbeeldopgave Serieschakeling (2/2)
(U=I⋅RItot=I1=I2)
Itot=RvUtot=9018=0,20A
U1=I1⋅R1=0,20⋅20=4,0V
U2=I2⋅R2=0,20⋅70=14V
Slide 21 - Slide
Vervangingsweerstand parallelschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
Slide 22 - Slide
Vervangingsweerstand parallelschakeling
Vervangingsweerstand is de totale weerstand
in een schakeling.
De vervangingsweerstand van twee weerstanden parallel is gelijk aan:
waarin: Rv = vervangingsweerstand (Ω) R1 = weerstand van onderdeel 1 (Ω) R2 = weerstand van onderdeel 2 (Ω)
R1v=R11+R12
Slide 23 - Slide
Parallelschakeling
Bereken de vervangingsweerstand.
18 V
Slide 24 - Slide
Parallelschakeling
Gegeven: R1 = 30 Ω, R2 = 60 Ω
Gevraagd: Rv
Formule:
Berekening:
Antwoord: de vervangingsweerstand is 20 Ω
R1v=R11+R21
R1v=301+601=0,05
Rv=0,051=20Ω
18 V
Slide 25 - Slide
Vervangingsweerstand gemengde schakeling
Rv,12=R1+R2
R1v=R1,21+R13
Slide 26 - Slide
Oefenpgave
Een leerling maakt de volgende schakeling:
Bereken de totale stroomsterkte door de schakeling.
R1=
R2=
R3=
timer
7:00
Slide 27 - Slide
uitwerking oefenopgave
Gegeven: R1=40Ω, R2=40Ω, R3=60Ω
Gevraagd: I1, I2, I3
Formule:
Berekening:
R1v=R11+R21
I=RvU
R1v,1,2=401+401=0,05
Rv,1,2=0,051=20Ω
Itot=Rv,totU=8020=0,25A
Rv,tot=Rv,1,2+R3
Rv,tot=20+60=80Ω
Slide 28 - Slide
Klik!
Noteer voor de volgende les
Lezen §9.3 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster- route
Slide 29 - Slide
Aan de slag!
Lezen §9.3 uit je boek
Maak alle opgaven behalve de ster- route
Zs
Slide 30 - Slide
Wat weet je al???
Slide 31 - Slide
Bij een verhoogde weerstand ........
A
wordt de stroom lager
B
is er te weinig spanning
C
wordt de spanning hoger
D
wordt de stroom hoger
Slide 32 - Quiz
In welk schema geeft lamp 1 meer licht.
Schema A of B
Invullen op de volgende pagina.
Slide 33 - Slide
In welk schema geeft lamp 1 meer licht?
A
Schema A
B
Schema B
Slide 34 - Quiz
Wat is de vervangingsweerstand
A
20 Ohm
B
5 Ohm
C
7,5 Ohm
D
10 Ohm
Slide 35 - Quiz
Hoeveel stroom geeft de Ampere meter aan.
A
12 Amp
B
0,12 Amp
C
0,83 Amp
D
1,2 Amp
Slide 36 - Quiz
Je hebt drie weerstanden R1 = 50 Ω, R2 = 100 Ω en R3 = 150 Ω. Bereken de vervangingsweerstand als deze weerstanden zijn geschakeld volgens de schakeling in figuur 2d. (geheel getal)
Slide 37 - Open question
Slide 38 - Slide
Je hebt drie weerstanden R1 = 50 Ω, R2 = 100 Ω en R3 = 150 Ω. Bereken de totale weerstand als deze weerstanden zijn geschakeld volgens de schakeling in figuur 2b.
Slide 39 - Open question
Slide 40 - Slide
Je hebt drie weerstanden R1 = 50 Ω, R2 = 100 Ω en R3 = 150 Ω. Bereken de totale weerstand als deze weerstanden zijn geschakeld volgens de schakeling in figuur 2c.
Slide 41 - Open question
Slide 42 - Slide
Bekijk de schakeling van figuur 3 met twee weerstanden. R1 heeft een waarde van 12 Ω en de totale weerstand van deze schakeling is gelijk aan 4 Ω. Bereken de waarde van weerstand R2.
A
3 Ω
B
8 Ω
C
6 Ω
D
16 Ω
Slide 43 - Quiz
Slide 44 - Slide
Je kunt ...
de vervangingsweerstand uitrekenen van weerstanden in serie:
de vervangingsweerstand uitrekenen van parallel geschakelde weerstanden;