Grammatica les 5: meewerkend voorwerp

Grammatica
meewerkend voorwerp
1 / 40
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

This lesson contains 40 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Grammatica
meewerkend voorwerp

Slide 1 - Slide

Dit jaar heb ik geleerd om:
  • De zin in zinsdelen te verdelen (streepjes) via de vragentest.
  • Het  wwg óf het ng, het ow, de pv en de lv te herkennen en benoemen in een zin.

Slide 2 - Slide

Eerlijk antwoorden: ik heb de theorie gelezen op blz. 148 én opdracht 14 op blz. 253 gemaakt.
A
Ja
B
Nee

Slide 3 - Quiz

Komende lessen:
  • Afronden TiO-Spelt:  meetmoment woensdag 12-06
  • Inleveren mapje met alle schrijfopdrachten: maandag 10-06
  • In dit mapje stop je alle geschreven teksten (zie Magister voor overzicht)
  • Komende lessen: grammatica

Slide 4 - Slide

Vandaag:
  • Uitleg theorie meewerkend voorwerp
  • Maken en bespreken opdracht 14 (blz. 253)
  • Zelfstandig oefenen

Slide 5 - Slide

Oefenen!
Schrijf de volgende zin op en ontleed hem! Benoem het onderwerp, het naamwoordelijk of werkwoordelijk gezegde (en dus ook de pv), het lijdend voorwerp en zet zinsdeelstrepen:

De boeken van J.K. Rowling zijn bij kinderen enorm populair.

Slide 6 - Slide

Oefenen!
                              O
De boeken van J.K. Rowling / zijn bij kinderen enorm populair.

Slide 7 - Slide

Oefenen!
                              O
De boeken van J.K. Rowling / zijn / bij kinderen enorm populair.

Slide 8 - Slide

Oefenen!
                              O                             NG
De boeken van J.K. Rowling / zijn / bij kinderen enorm populair.

Want koppelwerkwoord!

Slide 9 - Slide

Oefenen!
                              O                             WD                                         ND
De boeken van J.K. Rowling / zijn / bij kinderen / enorm populair.

NG: zijn enorm populair


Slide 10 - Slide

Leerdoelen
Deze les ga ik leren om:
- Het meewerkend voorwerp te herkennen en te benoemen in een zin.
- Het  wwg, het ow, de pv, de lv en de mv te herkennen en benoemen in een zin.

Slide 11 - Slide

Meewerkend voorwerp

Slide 12 - Slide

Bekijk de video op de volgende slide

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Video

Maar let op...

- Niet alle zinsdelen die met 'aan' of 'voor' beginnen, zijn meewerkend voorwerp (mv).
- Een meewerkend voorwerp kan met het voorzetsel 'aan' beginnen maar dit hoeft niet.

Slide 16 - Slide

Nakijken zin 1 opdracht 14, wat is het mv in deze zin?

Slide 17 - Open question

Wat is het mv in zin 2?

Slide 18 - Open question

Wat is het mv in zin 3?

Slide 19 - Open question

Wat is het mv in zin 4?

Slide 20 - Open question

Wat is het mv in zin 5?

Slide 21 - Open question

Wat is het mv in zin 6?

Slide 22 - Open question

Voorbeeld 1
Het schilderij van Perkamentus / hing / aan de muur.
  1. Op de vraag: Aan of voor wie + gezegde + ow + lv? Volgt geen antwoord!
  2. Kijk maar: Aan of voor wie + hing + het schilderij van Perkamentus
  3. Aan of voor niemand! 'Aan de muur' blijft als zinsdeel over, maar dit is de plaats waar het schilderij hangt (een bijwoordelijke bepaling). Niemand ontvangt iets in deze zin.

Slide 23 - Slide

Voorbeeld 2
Harry en Ron /lieten /Malfidus /de toverdrank /zien.
  1. Op de vraag: Aan of voor wie + gezegde + ow + lv? Volgt een antwoord!
  2. Kijk maar:Aan of voor wie + lieten + Harry en Ron + de toverdrank + zien?
  3. Antwoord: Malfidus. Alhoewel er geen 'aan' in de zin staat, krijgt Malfidus wel de toverdrank te zien. Hij is in deze zin de ontvanger.

Slide 24 - Slide

Nu aan de slag! Zoek het mv in de volgende quizvragen.

Slide 25 - Slide

Zinsdeel mv?
Hagrid had een taart voor Harry gebakken.
A
Hagrid
B
een taart
C
Harry
D
voor Harry

Slide 26 - Quiz

Mv?
De onzichtbaarheidsmantel kun je aan de kapstok hangen.
A
Aan de kapstok
B
Je
C
Er is geen mv
D
De onzichtbaarheidsmantel

Slide 27 - Quiz

Mv?
De Snaai kun je aan de aanvoerder geven.
A
De snaai
B
je
C
aan de aanvoerder
D
Er is geen mv

Slide 28 - Quiz

Aan de slag!
  • Maak opdracht 14 op blz. 253 en opdracht 1 op blz. 149.
  • Klaar? Oefen nog eens met het WG/NG op blz. 252 opdracht 13. 

Slide 29 - Slide

Maak opdracht 1 op bladzijde 149. Let op: schrijf de zin over en zet zinsdeelstrepen. Benoem de zinsdelen zoals je geleerd hebt :)!


Snap je het nog niet helemaal? Lees dan eerst nog eens de theorie uit je boek door op blz. 148. 


Klaar met opdracht 1? Maak opdracht 3!
Dit is huiswerk! 

Slide 30 - Slide

Wat ga jij nu als tovenaarsleerling doen? ;)
Eventueel extra oefenen

Op de volgende slides staan wat oefenzinnen, schrijf de antwoorden op in je schrift. 

Slide 31 - Slide

1. Gisteren kon Harry een fractie van de immense gouden muren zien.
Pv:
Wwg:
Ow:
Lv:
Mv:
Schrijf de zin over.  Zoek daarna de pv en verdeel de zin daarna in zinsdelen door het zetten van strepen. Benoem daarna het wwg, ow, lv en mv (indien aanwezig, anders schrijf je niets op).

Slide 32 - Slide

2. De brief is vanmorgen door de uil op Zweinstein bezorgd.
Pv:
Wwg:
Ow:
Lv:
Mv:
Schrijf de zin over.  Zoek daarna de pv en verdeel de zin daarna in zinsdelen door het zetten van strepen. Benoem daarna het wwg, ow, lv en mv (indien aanwezig, anders schrijf je niets op).

Slide 33 - Slide

3. Stuur de Zwadderaars morgen even een boek over Zwerkbal.
Pv:
Wwg:
Ow:
Lv:
Mv:
Schrijf de zin over.  Zoek daarna de pv en verdeel de zin daarna in zinsdelen door het zetten van strepen. Benoem daarna het wwg, ow, lv en mv (indien aanwezig, anders schrijf je niets op).

Slide 34 - Slide

Kijk jouw antwoorden nu na...
Gebruik een andere kleur.

Slide 35 - Slide

1. Gisteren /kon / Harry /een fractie van de immense gouden muren / zien.
Pv: kon
Wwg: kon zien
Ow: Harry
Lv: een fractie van de immense gouden muren
Mv: -

(Gisteren geeft een tijd aan. Dit is een bijwoordelijke bepaling. Dat is leerstof voor klas 2).
Antwoorden zin 1

Slide 36 - Slide


2. De brief / is / vanmorgen / door de uil / op Zweinstein / bezorgd.
Pv: is
Wwg: is bezorgd
Ow: De brief
Lv: -
Mv: -

(Vanmorgen geeft een tijd aan. Dit is een bijwoordelijke bepaling. Dat is leerstof voor klas 2. Ook de zinsdelen 'door de uil' en 'op Zweinstein zijn beide bijwoordelijke bepalingen. Ze geven geen antwoord op de vraag voor het lv (Wie + wat + gezegde +ow?) of op de vraag voor het mv (Wie + wat + gezegde + ow + lv?). Hier schrijf je dus niets op!
Antwoorden zin 2


Slide 37 - Slide

3. Stuur /de Zwadderaars /morgen /even / een boek over Zwerkbal
Pv: stuur
Wwg: stuur
Ow: - *(Afwezig, want gebiedende wijs).
Lv: een boek over Zwerkbal
Mv: de Zwadderaars

('Morgen' en 'even' zijn bijwoordelijke bepalingen. Dit hoef je niet te benoemen in klas 1).
Antwoorden zin 3.

Slide 38 - Slide

Vooruitblik...
Volgende lessen aan de slag met de verschillende woordsoorten.

De gevaarlijke toverstok

?
?
?

Slide 39 - Slide

Einde les
"Je bent soms een beetje eng, weet je dat? Brilliant, maar eng."
- Ron Wemel

(J.K. Rowling, 1998, Harry Potter en de Steen der Wijzen).

Slide 40 - Slide