,

first lesson - dictionary

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome H/V1! - English
1. Put your phone in the phone bag 
What to do?
2. Take a dictionary (woordenboek)
3. Put your pencil case and a notebook
 on your table
1 / 12
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 1

This lesson contains 12 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welcome h3p!
1. Put your phone in the phonebag
2. Take your book and notebook out
3. Put your pencil case on your table. 



Welcome H/V1! - English
1. Put your phone in the phone bag 
What to do?
2. Take a dictionary (woordenboek)
3. Put your pencil case and a notebook
 on your table

Slide 1 - Slide

What did we do last lesson?
In de vorige les hebben we kennisgemaakt. 
We zijn al een beetje begonnen met het ontdekken van het vak Engels.

Slide 2 - Slide

Today's planning:
Today's planning: 
09:20 - 09:30: Read The Twits
09:30 - 09:35: How do you use a dictionary?
09:35 - 09:45: Line up!
09:35 - 10:00: Exercises
10:00 - 10:10: Riddle and rounding off

Slide 3 - Slide

Stel...
Je zit op de mobiel van een vriend of vriendin. Je wilt zijn/haar snap openen, maar weet niet waar je dit kunt vinden.


Hoe zoek je dit nu op?

Slide 4 - Slide

Nog een voorbeeld..
Je hebt vanochtend een onderbroek aangedaan.

Waar vind je die?

Slide 5 - Slide

Dictionary
Sommige woorden hebben meerdere betekenissen. Kijk goed welke betekenis er in een zin words gebruikt. Voorbeeld:


Slide 6 - Slide

Line up the words
Fox - Flower - Fainting - Faint - Fail
Stap 1: Zet woorden die op elkaar lijken, bij elkaar.

Fainting - Faint - Fail - Fox - Flower
Stap 2: Kruis letters aan de linkerkant weg die hetzelfde zijn. Je komt dan bij een A, een O en een L. Welke letter komt eerst? en daarna? Zet de woorden in die volgorde.

Slide 7 - Slide

Line up the words...
Fainting - Faint - Fail - Flower - Fox

Er zijn 3 woorden die erg op elkaar lijken. Je blijft letters wegkruisen tot ze op de juiste volgorde staan.
fail - faint - fainting - flower - fox

Slide 8 - Slide

Doe het nu zelf!
1. custard, cookie, coconut, cocoa

2. reserve, reverse, refuge, rainforest

3. peanuts, pie, pastry, pastry sheet

4. Able, add, ax, ape, apple, acorn, air, ask
timer
5:00

Slide 9 - Slide

DIY!

Lees de tekst. Markeer woorden die je nog niet kent. Zoek deze samen op in het woordenboek. 

Slide 10 - Slide

Do the exercises
timer
15:00
Do the exercises
What?

How?

Time?
Need help?

Finished?
Result?
In your notebook, write down the words that you don't know from the Twits  
Together. You may whisper. You have to use a dictionary.
Timer (15 minutes)
First ask your neighbor. If you still need help, raise your hand. 
Momentje vrij, boek erbij
You will know how to use a dictionary. 

Slide 11 - Slide

Daily riddle.....
Rewrite the riddle in your notebook and write down what you think is the answer.


2. I’m tall when I’m young, and I’m short when I’m old. What am I?

Slide 12 - Slide