Antwoorden opdr. 2 (p. 175)
1 de haren rijzen je te berge = je bent echt geschokt en stomverbaasd2 de tand des tijds= de knagende werking die er in loop van de tijd plaatsvindt, zodat de conditie van dingen achteruitgaat
3 ter nagedachtenis van= om terug te denken aan
4 ’s-Gravenhage = Den Haag
5 ten laste leggen = (officieel) beschuldigen van
6 op den duur = na verloop van (lange) tijd
7 ten strengste verboden= beslist niet toegestaan
8 Te land, ter zee en in de lucht = overal
9 in de loop der tijd = in de loop van de tijd
10 ’s anderendaags = de volgende dag
11 des duivels= zeer boos
12 de tocht der tochten = de Elfstedentocht