NEd ned 3F: schrijven Langere tekst: betoog

Nederlands
Langere teksten 
betoog -> gehad vorig uur

1 / 19
next
Slide 1: Slide
NederlandsMBOStudiejaar 1

This lesson contains 19 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Langere teksten 
betoog -> gehad vorig uur

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Slide

Stappenplan teksten schrijven

Slide 6 - Slide

Als je begint met een artikel schrijven is het belangrijk om:
A
een krant te hebben
B
te weten wat je publiek is
C
te weten wat voor soort tekst het is
D
dat het kort moet zijn

Slide 7 - Quiz

Schrijfdoel is alleen belangrijk voor Nederlands maar niet voor het schrijven.
A
waar
B
niet waar

Slide 8 - Quiz

1. Vooraf schrijven bedenken
Wat is het:
Onderwerp 

Schrijfdoel

Doelgroep

Slide 9 - Slide

2. Schrijfplan/-schema

Slide 10 - Slide

2. Schrijfplan/-schema
Inleiding (1 alinea)
  • Belangstelling wekken
  • Onderwerp aankondigen
Middenstuk (mag meerdere alinea's/kopjes met deelonderwerpen)
  • Deelonderwerp 1
  • Deelonderwerp 2
  • Deelonderwerp 3
Slot (1 alinea)

Slide 11 - Slide

........... kan meerdere deelonderwerpen bevatten. Die deelonderwerpen herken je bijv. aan de tussenkopjes.
A
De inleiding
B
De kern
C
Het slot

Slide 12 - Quiz

Wat is een deelonderwerp?
A
Een onderwerp van een tekst
B
De titel
C
Een onderwerp van een alinea
D
De schrijver van een tekst

Slide 13 - Quiz

3. Taal aanpassen aan doelgroep

- relevante informatie
- zijn de woorden te makkelijk/moeilijk, of precies goed?
- toon in de tekst

Slide 14 - Slide

3. Taalgebruik aanpassen
Formeel taalgebruik:
  • duidelijk (de lezer kan de tekst in één keer begrijpen).
  • kort & bondig (de tekst bevat geen overbodige informatie).
  • beleefd (de tekst toont respect voor de lezer, vooral door de woordkeuze).
  • correct 

Informeel taalgebruik:
  • spreektaal (je schrijft zoals je spreekt).
  • taalgebruik is 'losjes' (voor vrienden, kennissen).

Slide 15 - Slide

Stappenplan artikel schrijven
  1. Nadenken over: onderwerp, schrijfdoel, doelgroep.
  2. Schrijfplan/-schema maken - uitwerken - skelet van je artikel
  3. Nadenken over je taalgebruik
  4. SCHRIJVEN!

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Examen schrijven
Kijken op NuNederlands bij voorbereidingen.
Opgeven via coach

Slide 19 - Slide