TB 6 "Las dulces mentiras de la infancia"

Unidad 3¿Te acuerdas?
  • over jeugdherinneringen praten 
  •  gewoontes en situaties en handelingen in het verleden beschrijven
  • over een ervaring praten of een verhaal vertellen
  • structuur aanbrengen in een verhaal 
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Unidad 3¿Te acuerdas?
  • over jeugdherinneringen praten 
  •  gewoontes en situaties en handelingen in het verleden beschrijven
  • over een ervaring praten of een verhaal vertellen
  • structuur aanbrengen in een verhaal 

Slide 1 - Slide

Gramática y vocabulario
¿Te acuerdas?

  • het gebruik van de Indefinido en de Imperfecto
  • verbindingswoorden
  • verkleinwoorden
  • woordenschat: dieren
  • wederkerend en niet-wederkerend gebruik van de werkwoorden

Slide 2 - Slide

Un poco de nostalgia.
  • TB nr. 1 p.29 Lees de tekst en vul het schema in. 


Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

TB nr. 2 p.30 
Un cuento antes de dormir  
Rosa nos va a contar una anécdota de su infancia.

  • Lees de zinnen. Wat is de juiste volgorde?
  • Luister en vergelijk met jouw antwoorden.
  • Luister nog een keer en beantwoord 2b, vraag 1 t/m 4

10

Slide 5 - Slide

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Animales & el ratoncito Pérez
TB 3 p. 30 & 31
  • Lees de tekst over ratoncito Pérez door.
  • B: in welke volgorde verschijnen de dieren in het verhaal?
  • C: welke zin vat de tekst het beste samen?
  • D: Bestaat el ratoncito in jullie land? Of is er iets anders?

Slide 8 - Slide

TB 3a animales
Zoek de beschrijving bij het dier

Slide 9 - Slide

Slide 10 - Slide

TB 6A
Valentina vertelt in deze tekst hoe ze erachter kwam dat "el ratoncito pérez " (alias de tandenmuis) niet bestond.
De werkwoorden moeten vervoegd worden in de indefinido of de imperfecto. Hoe doe je dat precies?

Slide 11 - Slide

Bij beschrijvingen/ achtergrond in een verhaal gebruik ik...
A
de indefinido
B
imperfecto

Slide 12 - Quiz

Bij acties & centrale handelingen gebruik in de ...
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 13 - Quiz

Zaken die al een tijdje bezig zijn & blijven (dus die ik kan stretchen)
zet ik in de
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 14 - Quiz

Zaken die "pats" gebeuren, zet ik in de
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 15 - Quiz

In welke werkwoordstijd verwacht je de volgende werkwoorden meestal aan te treffen: ponerse contento/a, decir, abrir, entrar
A
indefinido
B
imperfecto

Slide 16 - Quiz

Vul hier de antwoorden in van TB 6A

Slide 17 - Open question

Slide 18 - Slide

Yolanda:
1. Wie vertelde haar de waarheid?
2. Op welke leeftijd?
3. Hoe reageerde ze?
TB 6B

Slide 19 - Open question

Yolanda:
1. Wie vertelde hem de waarheid?
2. Op welke leeftijd?
3. Hoe reageerde hij?
TB 6B

Slide 20 - Open question

Schrijfopdracht 1
Beschrijf nu zelf in het Spaans hoe je erachter kwam dat Sinterklaas niet bestond. Beschrijf wie je het verteld heeft en op welke leeftijd, en waar je toen was. Beschrijf ook je reactie. Hier wat werkwoorden ter inspiratie:

descubrir = ontdekken, existir = bestaan, contar la verdad = de waarheid vertellen, estar en (la cocina) = in (de keuken) zijn, creer = geloven, ponerse triste/ contento/a = verdrietig/blij  worden


Slide 21 - Slide

Korte terugblik vorig les

Slide 22 - Slide

Adivina el tema de la clase

Slide 23 - Slide

Een ontmoeting beschrijven 
onderscheid indefinido/imperfecto.
Luisterfragment: WB 13 B, p. 33
Lees/invulopdracht: TB 7B, p. 34

Slide 24 - Slide

Slide 25 - Slide

Een ontmoeting beschrijven
Beschrijf nu zelf in minimaal 20 woorden hoe je iemand hebt leren kennen, bijv. je vriendje/vriendinnetje, je (beste) vriend(in) of een ontmoeting met een celebrity bijvoorbeeld.
Wat moet erin staan? Wie, waar, hoe?
Conocer = leren kennen
enamorarse = verliefd worden

Slide 26 - Slide

Ejemplos
Conocí a mi compañero Daniel en la universidad cuando tenía veinte años. Los dos estudiábamos español y nos llevábamos muy bien. 

El abril pasado me encontré con Robert van Bekhoven. Estaba paseando por Oisterwijk con mi hijo cuando lo vi. Hice una foto con él y hablamos un poco. 
Conocí a mi novio en una discoteca hace unos veinte años.
Estaba bailando con unas amigas, cuando me fijé en él.
Empezamos a hablar y bailar y nos enamoramos.

Conocí a mi mejor amiga Merel en la escuela primaria cuando tenía cuatro años. Merel me caía muy bien, jugábamos mucho juntas en la escuela o en mi casa.

  

Slide 27 - Slide

Beschrijf in 20 woorden je slechtste of beste dag van het afgelopen jaar.
 
Ejemplo: 

El mejor día de 2023 fue para mí el día que 21 de diciembre. 
Estaba en una fiesta navideña de mi colegio cuando de repente me encontré con mis alumnos preferidos. Me puse muy contenta.

Slide 28 - Slide

voegwoorden/ conectores:

TB 8a & b, p. 35
Vertaal de voegwoorden en vul ze in in het verhaal.

WB 14 a, p. 33
sommige voegwoorden lijken qua betekenis heel erg op elkaar. Verbind deze met elkaar.
WB 14b, p. 34: vul de voegwoorden in.
Schrijfopdracht 3

Beschrijf in 20 woorden je slechtste of beste dag van het afgelopen jaar

El mejor/peor día de 2023 fue para mí el ......  primero ...., luego ..... total que ....
 
vul WB pp. 37 & 38
Test WB 21, p. 39 

Slide 29 - Slide