What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Oefentoets Lezen, H1, 2 en 3
Oefentoets Lezen,
Hoofdstuk 1, 2 en 3
Hoe goed heb jij de
oefentoets gemaakt?
1 / 14
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
havo, vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
14 slides
, with
interactive quizzes
and
text slide
.
Lesson duration is:
20 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Oefentoets Lezen,
Hoofdstuk 1, 2 en 3
Hoe goed heb jij de
oefentoets gemaakt?
Slide 1 - Slide
Bij welk tekstverband horen deze signaalwoorden:
als gevolg van, dankzij, doordat
Slide 2 - Open question
Op welk tekstverband wijst het signaalwoord 'dus'?
A
vergelijkend
B
doel-middelverband
C
redengevend
D
samenvattend
Slide 3 - Quiz
Wat is het onderwerp van de tekst? Gebruik maximaal 6 woorden.
LET OP: een onderwerp is géén zin!
A
Parijs is magneet voor winkelende Chinezen
B
Chinees toerisme in Parijs
C
Aantrekkingskracht van Europa voor Chinezen
D
Een Franse krant in het Chinees
Slide 4 - Quiz
Wat maakt Chinese toeristen anders dan andere toeristen?
A
Ze geven steeds meer geld uit in Frankrijk.
B
Ze geven vooral geld uit aan luxe eten en slapen
C
Ze geven vooral geld uit aan souvenirs.
D
Ze geven vooral geld uit aan winkelen.
Slide 5 - Quiz
‘Daar is goed over nagedacht.’
(alinea 3)
Waarover is goed nagedacht?
A
over bordeauxrode koorden bij de Louis Vuittonwinkel
B
over de komst van veel Chinese klanten
C
over het grote aantal Chinese miljonairs
D
over het leren van Chinees door winkelpersoneel
Slide 6 - Quiz
Welke opsomming herken je in alinea 4? Via welk signaalwoord?
Slide 7 - Open question
Welke 2 andere tekstverbanden staan in alinea 4 met welke signaalwoorden?
Slide 8 - Open question
Wat is de hoofdgedachte van de tekst?
A
Chinese toeristen geven jaarlijks minstens 660 miljoen euro uit
B
Chinezen associëren Europa meer met luxe dan Amerika.
C
De krant Le Figaro heeft een magazine uit-gegeven in het Chinees
D
In Parijs geven Chinese toeristen steeds meer geld uit in luxe winkels
Slide 9 - Quiz
De hoofdzaak van een alinea vind je
A
in de eerste zin
B
in de laatste zin
C
in de kernzin
D
in het tussenkopje
Slide 10 - Quiz
het onderwerp van een tekst beschrijf je minimaal met
A
een volledige zin
B
een zelfstandig naamwoord
C
een werkwoord
D
zelfstandig naamwoord + werkwoord
Slide 11 - Quiz
De weg is glad. Daarom lopen de kinderen voorzichtig naar school.
'Daarom' wijst op
A
redengevend verband
B
oorzakelijk verband
C
opsommend verband
D
concluderend
Slide 12 - Quiz
Vanaf het voetbalveld komt veel lawaai. Daardoor kunnen wij elkaar niet verstaan.
Welk tekstverband herken je in deze zinnen?
A
redengevend verband
B
doel-middelverband
C
vergelijkend verband
D
oorzakelijk verband
Slide 13 - Quiz
redengevend verband
oorzakelijk verband
concluderend verband
vergelijkend verband
doel-middel verband
omdat
al met al
zodat
door middel van
evenals
dankzij
opdat
dat komt door
want
Slide 14 - Drag question
More lessons like this
Lezen H1-3 Oefentoets
June 2023
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Tekstverbanden en signaalwoorden
February 2024
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Lezen H1-3 Oefentoets
October 2022
- Lesson with
46 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo
Leerjaar 2
Examentraining II quizvragen III
February 2019
- Lesson with
24 slides
by
www.lessonup.io
Nederlands
Middelbare school
havo
Leerjaar 5
Examentraining
Signaalwoorden
February 2024
- Lesson with
11 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
het betoog
November 2023
- Lesson with
33 slides
Nederlands
Secondary Education
Les 17: standpunten en argumenten
October 2023
- Lesson with
29 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Signaalwoorden, onderwerp, hoofdgedachte
October 2024
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2