2VM laatste les

• Nederlands
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 1

• Lezen (10 minuten)
• Doelen
• Theorie
• Opdrachten/huiswerk
• Afsluiting

Welkom bij Nederlands!

Tekst

Mevrouw Muilenburg

Inhoud

• 10 min. lezen
  
• Woord van de week
• Huiswerk nakijken:  Test jezelf H5.7
  
• Vragen? 
• Quizje testweek
• Nieuw huiswerk: leren voor de testweek
• Afsluiting

handjevol

Noem een voorbeeld van een informatieve tekst.

Wat voor tekstsoort is een recensie over een film?

Waaraan herken je een activerende tekst?

Welke 4 tekstdoelen moet je kennen?

Wat hoort niet bij beeld en opmaak?

1. het gebruik van de kleuren
2. inleiding-kern-slot
3. de verdeling van de tekst over de bladzijde of website
4. de plaatjes bij de tekst.

Een plaatje waaraan je een bedrijf kan herkennen noem je een...

1. titel
2. naam
3. signaal
4. logo

Welke 5 tips zijn er om het leespubliek te herkennen?

Wat hoort niet bij een kernzin?

1. meestal de eerste zin van de alinea
2. de zin met de belangrijkste informatie
3. soms de laatste zin van de alinea.
4. de langste zin

De andere zinnen van de alinea zijn een toelichting bij de kernzin. Meestal is de toelichting.... (2 antwoorden)

aanrichten

1. opnieuw beginnen
2. betalen
3. veroorzaken
4. nagelaten

trendy

1. schandalig
2. grote actie
3. volgens de nieuwste mode
4. kleding

een tweede leven krijgen

1. op een manier die aan alle eisen voldoet
2. ontwijken
3. gevangen geraakt in
4. opnieuw beginnen

Van een werkwoord kun je een zelfstandig naamwoord maken. Het nieuwe woord is een afleiding van het werkwoord. Doe dat voor het woord: rekenen

Van een werkwoord kun je een zelfstandig naamwoord maken. Het nieuwe woord is een afleiding van het werkwoord. Doe dat voor het woord: bakken

Van een werkwoord kun je een zelfstandig naamwoord maken. Het nieuwe woord is een afleiding van het werkwoord. Doe dat voor het woord: motiveren

Maak van het werkwoord een zelfstandig naam woord.

Ik moet voor die toets Nederlands op tijd beginnen met (leren).

Maak van het werkwoord een zelfstandig naam woord.

Vorige week moest Jan op vrijdag en zaterdag werken.

Maak van het werkwoord een zelfstandig naam woord.

Mevrouw Boender gaat voor een goed doel de marathon lopen.

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Ik heb nog nooit zo'n makkelijk proefwerk gemaakt.

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?:

Ja, die sneakers wil ik ook!

Wat is het aanwijzend voornaamwoord?
Je kunt deze wel van me overnemen, ze zijn mij te klein.

Wat is het vragend voornaamwoord?
Ik vroeg me af wat er gebeurd zou zijn.

Wat is het vragend voornaamwoord?

Wat moeten we eigenlijk leren voor Duits?

Wat is het vragend voornaamwoord?

Wat voor een pizza neem jij?

Maak een voltooid bijvoeglijk naamwoord:
De (dragen) kleren zijn weggegeven aan vluchtelingen.

Maak een voltooid bijvoeglijk naamwoord:
Het (witten) plafond kan er weer even tegenaan.

Maak een voltooid bijvoeglijk naamwoord:
De (missen) les kwam me duur te staan met nakomen.

bruid + jurk

identiteit + bewijs

plat + land

pad + stoel

pan + koek