Ontdek de kracht van grammatica

Ontdek de kracht van grammatica
waarom en hoe
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsPraktijkonderwijsMiddelbare schoolLeerjaar 1-4

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes, text slides and 4 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Ontdek de kracht van grammatica
waarom en hoe

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van de les kun je bijvoeglijke naamwoorden, persoonsvormen, werkwoordelijke gezegdes, onderwerpen en lijdende voorwerpen herkennen en toepassen.

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 3 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.
Wat weet je al over grammaticale termen?

Slide 4 - Mind map

This item has no instructions

Bijvoeglijk naamwoord
Een bijvoeglijk naamwoord beschrijft een zelfstandig naamwoord. Het geeft meer informatie over het zelfstandig naamwoord.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Video

This item has no instructions

Persoonsvorm
De persoonsvorm geeft aan wie of wat de handeling in de zin uitvoert. Het kan van persoon en tijd veranderen.

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Video

This item has no instructions

Werkwoordelijk gezegde
Het werkwoordelijk gezegde bestaat uit de persoonsvorm en de eventuele andere werkwoorden die bij de handeling horen.

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Video

This item has no instructions

Onderwerp
Het onderwerp is waar de zin over gaat. Het doet zelf geen actie maar wordt wel beïnvloed door de actie.

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Slide 12 - Video

This item has no instructions

Lijdend voorwerp
Het lijdend voorwerp ontvangt de actie van het werkwoord. Het antwoord op de vraag 'Wat' of 'Wie'.

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Oefening
Laten we de geleerde termen in praktijk brengen met een oefening. Analyseer de gegeven zinnen en benoem de grammaticale termen.

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Toepassing
Schrijf zelf een korte tekst en wissel dit uit met iemand uit de klas.
 Markeer in de tekst de bijvoeglijke naamwoorden, persoonsvormen, werkwoordelijke gezegdes, onderwerpen en lijdende voorwerpen.

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.