Juist is: ‘We gaan ervan uit dat het zal lukken.’
Schrijf je aan elkaar als je er van iets van kunt maken
Als uit deel uitmaakt van het werkwoord uitgaan, staat uit los van ervan
Een paar voorbeeldzinnen:
We gaan ervan uit dat het zal lukken
Ik ga ervan uit dat de cijfers juist zijn.
Ik vind dat we ervan moeten uitgaan dat de cijfers juist zijn.