What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Spelling van alles wat
Wat weet je nog?
1 / 45
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
This lesson contains
45 slides
, with
interactive quizzes
,
text slides
and
4 videos
.
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Wat weet je nog?
Slide 1 - Slide
Leerdoel
Ophalen van kennis over Spelling
Verschillende onderdelen van Spelling herhalen zoals samenstellingen, werkwoordspelling, interpunctie, trema, koppelteken enzovoort.
Slide 2 - Slide
Werkwoordspelling
Slide 3 - Slide
Kies de juiste spelling.
Het [beloven] weer een flinke uitdaging te worden.
A
belooft
B
beloofd
Slide 4 - Quiz
Welke spelling is juist?
Ik ... moe van spelling.
A
wordt
B
wort
C
word
Slide 5 - Quiz
Kies de juiste spelling.
Het is de tweede keer, dat dit [gebeuren].
A
gebeurt
B
gebeurd
Slide 6 - Quiz
Aaneen of los? In welke zin is de spelling juist?
Tekst
A
Hij is ten minste niet ontslagen.
B
Je kunt beter een langetermijnplanning maken.
C
Die jurk is echt tekort.
Slide 7 - Quiz
Welke spelling is juist?
... jij ook zo moe van spelling?
A
word
B
wordt
C
wort
Slide 8 - Quiz
Voltooid deelwoord
geen voltooid deelwoord
gelopen
geslapen
gebeuren
gedaan
doen
schrijven
Slide 9 - Drag question
Een voltooid deelwoord ...
A
staat altijd aan het begin van een zin
B
staat vaak in het midden van een zin
C
staat meestal aan het eind van een zin
Slide 10 - Quiz
Interpunctie
Slide 11 - Slide
Wat is 'interpunctie'?
A
Een waarschuwing die iemand je geeft
B
Een opgelegde maatregel
C
Het zetten van hoofdletter, punten, komma's etc.
D
Een advies van iemand
Slide 12 - Quiz
In welke zin is de interpunctie correct toegepast?
A
"Petra zeg sorry voor je onbetamelijk gedrag'': zei haar moeder boos.
B
"Petra, zeg sorry voor je onbetamelijk gedrag!'' zei haar moeder boos.
C
"Petra, zeg sorry voor je onbetamelijk gedrag'': zei haar moeder boos!
D
"Petra, zeg sorry voor je onbetamelijk gedrag'', zei haar moeder boos.
Slide 13 - Quiz
In de volgende zin is de interpunctie correct:
Lisa, wil je even komen, weet je wie er voor de deur staat?
A
juist
B
onjuist
Slide 14 - Quiz
In welke zin is de interpunctie correct?
A
Studenten die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
B
Studenten, die weinig colleges volgen, kunnen daar spijt van krijgen.
Slide 15 - Quiz
Hoofdletters
Slide 16 - Slide
met hoofdletter
zonder hoofdletter
herfst
amsterdam
zondag
vvd
februari
volkskrant
noordoost
kerstavond
zzp'er
koning
Slide 17 - Drag question
Met of zonder hoofdletter?
A
Pinksteren
B
pinksteren
C
Slide 18 - Quiz
Hoofdletter of geen hoofdletter?
A
Kerstcadeau
B
kerstcadeau
Slide 19 - Quiz
Hoofdletters
Waar staan de hoofdletters goed?
A
dhr. van Leeuwen
B
Stef van Leeuwen
C
stef van Leeuwen
D
Stef Van leeuwen
Slide 20 - Quiz
Met of zonder hoofdletters?
A
Gucci
B
gucci
Slide 21 - Quiz
Een hoofdletter of niet?
A
's middags kregen we bezoek.
B
'S middags kregen we bezoek.
C
's Middags kregen we bezoek.
Slide 22 - Quiz
Met of zonder hoofdletter?
A
vmbo
B
VMBO
Slide 23 - Quiz
Apostrof, trema, weglatingsteken, koppelteken enzovoort
Slide 24 - Slide
Slide 25 - Video
Slide 26 - Video
Slide 27 - Video
Koppelteken?
A
€-teken
B
€ teken
Slide 28 - Quiz
Koppelteken?
A
80 jarige
B
80-jarige
Slide 29 - Quiz
Trema of geen trema?
A
geijzeld
B
geïjzeld
Slide 30 - Quiz
trema's
A
geinstalleerd
B
geïnstalleerd
Slide 31 - Quiz
Apostrof
Slide 32 - Slide
Wanneer gebruik je een apostrof?
A
Als één of meer letters zijn weggelaten
B
bij bezitsaanduidingen
C
na cijfers en afkortingen
D
alle antwoorden zijn goed
Slide 33 - Quiz
Apostrof of niet?
A
cdtje
B
cd'tje
Slide 34 - Quiz
Waar schrijf je een apostrof?
A
Tims vader
B
Lisas vader
Slide 35 - Quiz
Apostrof?
A
lelie'tje
B
lelietje
Slide 36 - Quiz
Engelse werkwoorden vervoegen
Slide 37 - Slide
Slide 38 - Video
Engelse werkwoorden schrijf je net als:
A
Sterke werkwoorden
B
Zwakke werkwoorden
Slide 39 - Quiz
Engelse werkwoorden
Wat is de juiste spelling?
Op Tinder heb ik al heel wat ...
A
geswipt
B
geswipet
C
geswiped
Slide 40 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (lunchen-vt)
A
lunchte
B
lunchde
C
lunchtte
D
lunchdde
Slide 41 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (racen-vt)
A
racte
B
racette
C
racde
D
racete
Slide 42 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Hij (barbecueën-vt)
A
barbecuedde
B
barbecuede
C
barbecuete
D
barbecuette
Slide 43 - Quiz
(Engelse werkwoorden)
Wij hebben (paintballen)
A
gepaintbald
B
gepaintballd
Slide 44 - Quiz
Engelse werkwoorden
Jij (deleten-tt)
A
deletet
B
delet
Slide 45 - Quiz
More lessons like this
Spelling van alles wat
May 2024
- Lesson with
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Spelling van alles wat
February 2025
- Lesson with
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
3F Spelling van alles wat
February 2025
- Lesson with
46 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Spelling van alles wat
2 days ago
- Lesson with
45 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Spelling van alles wat
May 2022
- Lesson with
28 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Alle (werkwoord)spelling lj 1 t/m 3
December 2022
- Lesson with
42 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 1-3
NL
December 2022
- Lesson with
26 slides
Nederlands
MBO
Studiejaar 2
Spelling-alles
January 2024
- Lesson with
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 4