AFP Bloedsomloop

Bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop 
1 / 25
next
Slide 1: Slide
WelzijnMBOStudiejaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Bloedsomloop
  • Kleine bloedsomloop
  • Grote bloedsomloop 

Slide 1 - Slide

De bloedsomloop
Kleine bloedsomloop: de rechterhelft van het hart pompt het bloed naar de longen. Vanuit de longen stroomt het bloed naar de linkerhelft van het hart.

Grote bloedsomloop: van de linkerhelft van het hart wordt het bloed het hele lichaam doorgepompt en weer terug naar de rechterhelft van het hart. 

Slide 2 - Slide

Bloedsomloop
De kleine bloedsomloop zorgt ervoor dat je bloed CO2 kan afstaan aan de longen en zuurstof kan opnemen. De grote bloedsomloop geeft juist zuurstof af aan je lichaam en neemt CO2 op. De twee bloedsomlopen zijn via het hart met elkaar verbonden.

Slide 3 - Slide

Grote Bloedsomloop
Loopt vanuit het hart naar alle delen van het lichaam
Linkerkamer pomp het zuurstofrijke bloed via aorta het lichaam in
Aorta vertakt zich tot kleinere vaten en haarvaten
Organen gebruiken voedingsstoffen en zuurstof uit de haarvaten
Geven hun afvalstoffen af aan haarvaten
Zuurstofarme bloed gaat via aders weer terug naar het hart de rechterboezem (onderste en bovenste holle aders)

Slide 4 - Slide

Slide 5 - Video

Boezems zijn de onderste holtes van het hart.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 6 - Quiz

Welke kant van het hart en de bloedsomloop is zuurstofrijk?
A
rechterkant
B
linkerkant
C
allebei de kanten
D

Slide 7 - Quiz

wat is de juiste volgorde van samenknijpen van het hart
A
eerst de boezems dan de kamers
B
eerst de kamers dan de boezems
C
weet ik niet

Slide 8 - Quiz

Wat is geen risicofactor voor hart- en vaatziekten?
A
Diabetes
B
Hoge bloeddruk
C
Laag cholestrolgehalte
D
Roken

Slide 9 - Quiz

Slide 10 - Video

Zitten de boezems boven of onder in het hart?
A
boven
B
onder

Slide 11 - Quiz

Welk dieet moet je volgen als je hart-en vaatziekten hebt?
A
Cholesterol verlagend
B
Energiebeperkt
C
Eiwitbeperkt
D
Energieverrijkt

Slide 12 - Quiz

Dubbele bloedsomloop
Bij een dubbele bloedsomloop bestaat het hart uit twee delen, de linker boezem en kamer en de rechter boezem en kamer. De sterk gespierde linker kamer pompt het bloed in de lichaamsslagader, de aorta. Het terugkomende bloed vanuit het lichaam wordt opgevangen in de rechter boezem

Slide 13 - Slide

Wanneer gaat je hart sneller kloppen?
A
Bij inspanning (bijv. sport) en zenuwen
B
Als je slaapt
C
Wanneer je het koud hebt
D
Je hartslag is altijd hetzelfde

Slide 14 - Quiz

Hoe snel klopt het hart van een gemiddeld persoon?
A
90 slagen per minuut
B
30 slagen per minuut
C
70 slagen per minuut
D
50 slagen per minuut

Slide 15 - Quiz

hoe noem je het wanneer het hart ontspant
A
diastole
B
systole
C
weet ik niet

Slide 16 - Quiz

hoeveel hartkleppen heeft het hart?
A
2
B
3
C
4
D
6

Slide 17 - Quiz

Door welke aderen krijgt het hart zuurstof en voedingsstoffen
A
bovenste holle ader
B
onderste holle ader
C
kransslag ader
D
ik weet het niet

Slide 18 - Quiz

de prikkel in het hart ontstaat in de
A
purkinje vezel
B
bundel van his
C
AVknoop
D
sinusknoop

Slide 19 - Quiz

Hoeveel boezems heeft het hart?
A
1
B
3
C
2
D
4

Slide 20 - Quiz

Hoeveel kamers heeft het hart?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 21 - Quiz

kransslagaders
Uw hart pompt bloed dat zuurstof en voedingsstoffen bevat, naar elk orgaan en elke spier in uw lichaam. Uw hart heeft zelf ook zijn eigen bloedtoevoer nodig. De bloedvaten die zuurstofrijk bloed aan uw hart leveren worden kransslagaders genoemd.

Slide 22 - Slide

Wat is de functie van de kransslagaders?
A
Zuurstof uit de longen halen
B
Zuurstof afstoten
C
Zuurstof door bepaalde organen pompen
D
Zuurstofrijk bloed aan het hart leveren

Slide 23 - Quiz

Het hart

Slide 24 - Slide

Huiswerk
Lesbrief lesweek 4

Slide 25 - Slide