didactiek taal leren lezen

1 / 31
next
Slide 1: Slide
didactiekMBOStudiejaar 4

This lesson contains 31 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

over een uur weet je meer over...
  1. het leren lezen proces 
  2. Je kent verschillende methodieken 
  3. Je kunt het verschil tussen AVI en CLIB niveau uitleggen
  4. klankzuiver en niet klankzuivere woorden
  5. elementaire leeshandeling 

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Opfrisvraag

Juf Lisa is woordenschatspelletjes aan het spelen om de aangeboden woorden mee in te oefenen. Met welke stap is zij bezig?
A
Voorbewerken
B
Semantiseren
C
Consolideren
D
Controleren

Slide 3 - Quiz

This item has no instructions

Hoe vaak moet een kind een nieuw aangeboden woord oefenen voordat het kind het woord goed begrijpt en onthoudt?
A
3 keer
B
5 keer
C
7 keer
D
12 keer

Slide 4 - Quiz

This item has no instructions

Proces leren lezen vanaf babyleeftijd 

Fase 1: pseudolezen ( kinderen doen alsof) ( 6 maand- 6 jaar)
- Symboolbewustzijn (een letters of woord betekent iets)
- Visuele discriminatie ( verschil zien tussen de letters) 
- Auditief geheugen ( klankverschillen kunnen onthouden)
- Letter-klank koppeling
Fase 2: aanvankelijk lezen (fase waarin kind leert lezen en spellen) (6-7 jr)
Fase 3: technisch lezen ( lezen gaat vlotter, klanken en tekens kunnen vlot gekoppeld worden) (7-8 jr)
Fase 4: begrijpend lezen 
Fase 5: belevend lezen 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Slide 6 - Slide

This item has no instructions

Laaggeletterdheid in Nederland
In Nederland hebben 2,5 miljoen mensen van 16 jaar en ouder moeite met lezen, schrijven en/of rekenen. Dat is 18% van de mensen in Nederland. Dus ongeveer 1 op de 6 mensen. 

< 2F niveau 


Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Onderscheid foneem en grafeem 
foneem: een gesproken letter of lettercombinatie.  
(fonemisch bewustzijn) 
grafeem : een geschreven letter of lettercombinatie


Slide 11 - Slide

This item has no instructions

zo klinkt een beginnende lezer: 

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

droow nee tot ej mok oz ne nee roov nee teiz ej eid srettel ed tknalkrev eJ .koo sejtrezel ednennigeb jib teh tknilk reevegno oz ,tseel niz ezed ej slA

Slide 13 - Slide

This item has no instructions

De elementaire leeshandeling, de eerste leesstrategie die kinderen zich eigen maken
Welke stappen worden genomen bij het leesproces?

  1. Leesrichting, analyse (hakken) van de grafemen                                                    (t-ui-n)
  2. Synthese (plakken)  Fonemen worden gekoppeld aan grafemen:  /t/ klinkt als t, /ui/ klinkt als ui, /n/ klinkt als n. Dit kunnen onthouden en aan elkaar plakken. 
  3. Betekenis geven aan het woord                      

Auditieve analyse = hakken
Auditieve synthese = plakken

Slide 14 - Slide

 Ze lezen van links naar rechts, koppelen fonemen aan grafemen, voegen de klanken samen en geven betekenis aan het woord. De auditieve analyse wordt ook wel hakken genoemd. Auditieve synthese heet plakken. De elementaire leeshandeling wordt gelijk met de elementaire spellinghandeling aangeboden

De elementaire leeshandeling vormt de grondslag van de leesvaardigheid. Het is gebaseerd op het fonologisch principe van ons schriftsysteem: een foneem wordt weergegeven door een grafeem.
Deze leesstrategie bestaat uit de volgende stappen:
- het geschreven woord visueel analyseren in afzonderlijke grafemen, bijvoorbeeld in het woord tuin de grafemen t, ui en n;
- de juiste fonemen koppelen aan de grafemen, bijvoorbeeld /t/ aan t;
- de volgorde van de fonemen onthouden;
- het auditief synthetiseren van de afzonderlijke fonemen, bijvoorbeeld /t/+/ui/+/n/ -> /tuin/;
- betekenis geven aan het gesproken woord /tuin/.
De elementaire leeshandeling is te beschouwen als het spiegelbeeld van de elementaire spellinghandeling, waarin het gesproken woord /tuin/ wordt omgezet in het geschreven woord tuin.
Opfrisvraag 3.

Aan welke vaardigheid wordt hier gewerkt?
A
Fonologisch bewustzijn
B
Fonemisch bewustzijn

Slide 15 - Quiz

Fonologisch bewustzijn is= denk aan 'phone'
Her herkennen van klankstructuren zoals woorden binnen een zin, klankgroepen en klanken binnen woorden en daarmee activiteiten kunnen uitvoeren. 

Zoals
  • Hoeveel woorden hoor je in een zin: ik loop naar huis?
  • Welk woord is langer: reus of kabouter?
Fonemisch bewustzijn is een onderdeel van het fonologisch bewustzijn, maar een gevorderde fase. Foneem = klanken). Dus activiteiten uitvoeren met losse klanken.

Oefeningen:
  • Steek je vinger op als je een 'o' hoort.
  • Welk woord zeg ik: b - o - s)

Slide 16 - Video

This item has no instructions

Wat zie je hier terug van het elementaire leesproces?

Slide 17 - Mind map

This item has no instructions

klankzuiver en niet klankzuivere woorden 
  • mkm woorden:  v-i-s                            (= klankzuiver) 
  • mmkm woorden: s-t-a-p                   (= klankzuiver)
  • mkmm woorden: l-a-s-t                     (= klankzuiver) 
Daarna over naar de niet-klankzuivere woorden. 

Klankzuiver of niet? 
reus, melk, kip, plak, kerk, dans, maan, schip

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Verklaar de rol van het technisch lezen ten opzichte van het woordenschatniveau

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

CLIB en AVI niveau 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

dus...
a. Er is een groot verschil tussen technisch lezen en begrijpend lezen. Wat is het verschil?

b. Waarom is het belangrijk je als onderwijsassistent bewust te zijn van het verschil tussen technisch en begrijpend lezen?

Slide 21 - Slide

This item has no instructions

Hoe ondersteun jij kinderen nu bij het leren lezen?

Slide 22 - Mind map

This item has no instructions

Begeleiden bij hardop lezen
​methodieken: 
1.  Wacht (tot de punt)- hint (‘lees dat woord nog eens, klopt dat wel, kijk nog eens…’)- prijs! (ja, goed zo, top, mooi, ok, enz. enz...) 
2. Voor (= modelen) - koor  (samen)– door​ (kind leest alleen)

Werkvormen: 
3. Duolezen​: samen lezen. (aanpassen aan tempo van het kind, langzaam opbouwen)
4. Om de beurt lezen​
5. Expres foutjes maken​, kind moet de fout opmerken
6. Gaten in de tekst laten vallen, het kind in laten vullen​
7. Gekke stemmetjes​ gebruiken...
….












Slide 23 - Slide

This item has no instructions

Slide 24 - Video

This item has no instructions

Succeservaringen laten opdoen! 
alles om de leesmotivatie te stimuleren

Slide 25 - Slide

This item has no instructions

Wat kun je doen?
Een leerling uit groep 7 scoort een onvoldoende voor AviM7
timer
0:30

Slide 26 - Open question

This item has no instructions

Wat moet je doen?
Een jongen in groep 3 draait in
november 'b' en 'd' regelmatig om.
timer
0:30

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

wat is het einddoel voor lezen in groep 8?
A
begrijpend lezen
B
aanvankelijk lezen
C
technisch lezen
D
belevend lezen

Slide 28 - Quiz

This item has no instructions

Wanneer beginnen kinderen met begrijpend lezen?
A
groep 3
B
groep 4
C
groep 5
D
groep 6

Slide 29 - Quiz

This item has no instructions

Welke fase hoort bij het leren lezen in groep 3?
A
belevend lezen
B
aanvankelijk lezen
C
technisch lezen
D
pseudolezen

Slide 30 - Quiz

This item has no instructions

huiswerk
Lezen hoofdstuk 7 ( herziene versie)
Lezen hoofdstuk 3.7 ( oude versie)

Maken: werkblad in teams, DEZE VIND JE BIJ OPDRACHTEN aan de linkerkant van je scherm in teams. 


Slide 31 - Slide

This item has no instructions