3491 Jeelo Bron Boek De zee kwam door de brievenbus

De zee kwam door de brievenbus
1 / 23
next
Slide 1: Slide
Bronnen gebruikBasisschoolGroep 6

This lesson contains 23 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

De zee kwam door de brievenbus

Slide 1 - Slide

De zee kwam door de brievenbus

Slide 2 - Mind map

De zee kwam door de brievenbus 
Leesdoel: We weten op het einde van de les hoe Liesje de eerste momenten van de watersnoodramp heeft ervaren.
Lesdoel: Op het einde van de les kunnen wij het verschil tussen oorzaak en gevolg benoemen en herkennen in de tekst.

Slide 3 - Slide

Oorzaak en gevolg
Een oorzaak vertelt je waarom iets gebeurt, de aanleiding of de start van iets. 
Het gevolg is wat daarna gebeurt, het vervolg.

Slide 4 - Slide

Oorzaak is het regent, wat kan het gevolg zijn?

Slide 5 - Open question

Het gevolg is dat ik mijn been heb gebroken, wat kan de oorzaak zijn?

Slide 6 - Open question

Het boek

Slide 7 - Slide

In het holst van de nacht
Midden in de nacht



In het holst van de nacht beierden de klokken van de kerk.

Slide 8 - Slide

Welke dieren leven er in het holst van de nacht?

Slide 9 - Open question

Onverschrokken
Je bent onverschrokken als je nergens bang voor bent.






Ik mocht het wel horen en zien, want ik wist toch wel dat ze niet altijd trots en onverschrokken was.

Slide 10 - Slide

Wankelen
Niet stevig staan of lopen.


Wie kan laten zien hoe je wankelend door de klas kan lopen.
We keken hem na en zagen hoe hij wankelend, langzaam tegen de storm in van ons weg fietste.

Slide 11 - Slide

Vlaag
Een plotselinge wind die ineens komt en weer heel snel verdwijnt.


Toen rukte de wind de voordeur uit mama's handen en vlaagde de keuken in.

Slide 12 - Slide

Wie kent een ander woord voor vlaag?

Slide 13 - Open question

Het boek

Slide 14 - Slide

31 januari 1953
31 januari 1953

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide

Slide 17 - Slide

Slide 18 - Slide

Slide 19 - Slide

Het verhaal is geschreven in de ik-vorm, waarom zou de schrijver kiezen voor deze vorm?

Slide 20 - Open question

Hoe voelt Liesje zich bij alles wat er gebeurt?
A
Ze is verdrietig
B
Ze vindt het spannend
C
Ze is bang
D
Ze is boos

Slide 21 - Quiz

Waarom moet iedereen die sterk is met een schop naar de veerhaven komen?
A
Ze gaan nieuwe huizen bouwen
B
Ze gaan de brandweer helpen een brand te blussen
C
Ze gaan nieuwe bruggen maken
D
Ze gaan de dijken verstevigen

Slide 22 - Quiz

De zee kwam door de brievenbus 
Leesdoel: We weten op het einde van de les hoe Liesje de eerste momenten van de watersnoodramp heeft ervaren.
Lesdoel: Op het einde van de les kunnen wij het verschil tussen oorzaak en gevolg benoemen en herkennen in de tekst.

Slide 23 - Slide