Module theorie Rug

• Schoonheidsverzorging
• MBO
• Studiejaar 1

Module 4 Lichaamsmassage

Les 2

Rug

Leerdoelen vandaag

- De student kent de bouw, ligging en functie van de wervels.

- De student kent de spierbevestiging en de spierbewegingen.

- De student kent de verloop en de werking van de spieren uit de rug.

4 soorten beenderen?

Wat vind jij belangrijk als jij jouw wenkbrauwen doet, of als deze gedaan worden?

Welk bot zorgt voor lengtegroei?

1. sesambeen
2. onregelmatig been
3. pijpbeen
4. plat been

In welk bot zit rood beenmerg?

1. borstbeen
2. knieschijf
3. handwortelbeentje

Wat is een voorbeeld van een straf gewricht?

1. elleboog
2. knie
3. verbinding spaakbeen en ellepijp
4. verbinding kuitbeen en scheenbeen

Wat is het meest beweeglijk gewricht?

1. scharniergewricht
2. draaigewricht
3. rolgewricht
4. kogelgewricht

Wat betekent mediaal?

1. aan de rand
2. buikzijde
3. binnenzijde
4. naar de romp toe

Uitleg

wervels

Opbouw wervel

Doornuitsteeksel

Dwarsuitsteeksel

Wervelboog

Wervellichaam

Wervelgat

Gewrichtsvlak

Wervelkolom

33 wervels:

• 7 halswervels
• 12 rug - borstwervels
• 5 lendenwervels
• 5 heiligbeenwervels
• 4 staartbeenwervels

Opbouw wervelkolom

Mogelijke verbinding tussen wervels:

• gewrichten
• tussenwervelschijven
• vergroeiing
• versteviging met ligamenten (gewrichtsbanden)

Opdracht 

Ga naar Beauty Level Online

Blok Romp

Maak de les Wervelkolom

15 minuten

Uitleg

Spierbevestiging

Spierbeweging

Spierbevestiging

Pees

Peesblad

Peesschede

Oorsprong en aanhechting

Pees

• Verbindt spier met bot.
• Kan zelf niet samentrekken.
• Bestaat uit collagene bindweefselvezels.
• Peesschede ligt om de pees heen; is een soort bindweefselkoker.

Pees

De oorsprong ligt proximaal.

De aanhechting ligt distaal.

Peesblad

Brede platte pees

Termen spierbeweging

abduceren                                                 endoroteren

adduceren                                                 exoroteren

flexeren              

extenseren           

proneren

supineren

Je gaat uit van het centrum van het lichaam. 

Abduceren en adduceren

Abduceren = van je af bewegen (Duits woord voor af)

Adduceren = naar je toe bewegen

Extensie en flexie

Extensie = strekken

Flexie = buigen

Proneren en supineren

Handpalm naar boven of naar beneden draaien

Ezelsbruggetje: soepje eten (supineren)

Endorotatie en exorotatie

Rotatie = draaien

Endo = naar binnen

Exo = naar buiten

Pauze

15 minuten

Uitleg 

Spieren rug

Monnikskapspier

Hoofd-halsdeel

Ruggedeelte

Schoudergedeelte

Brede rugspier

Ligt lager in de rug, in de breedte

Ruggenstrekkers

Naast wervelkolom

In de diepte

Opdracht Teams

Ga naar Teams.

Maak de Word opdracht over de rugspieren.

20 minuten

Huiswerk Opdracht Forms

Maak de Forms opdracht die klaarstaat in Teams. Lever het in.

Ik controleer het huiswerk.

Welk onderdeel van de les vond jij het meest leerzaam?

Ik vond de les best goed gaan, en jij?

😒🙁😐🙂😃

Volgende week

Schouders