6) verkeer les 4 (herhaling les 3)

verkeer les 4 (herhaling les 3)
1 / 16
next
Slide 1: Slide
OverigBasisschoolGroep 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 4 min

Items in this lesson

verkeer les 4 (herhaling les 3)

Slide 1 - Slide

De voorrangsregels gelden voor ook voor voetgangers
A
waar
B
niet waar

Slide 2 - Quiz

wie mag eerst?
A
de auto
B
de fietsers

Slide 3 - Quiz

Wat is NIET waar?
A
Voorrang moet je krijgen
B
Voorrang moet je geven
C
voorrang moet je nemen

Slide 4 - Quiz

Wat is een gewone kruising?

Slide 5 - Open question

Wat is een voorrangskruising?

Slide 6 - Open question

Bij welk bord moet je voorrang geven?
A
B
C
D

Slide 7 - Quiz

Bij welk bord heb je de hele tijd voorrang?
A
B
C
D

Slide 8 - Quiz

les 4

Slide 9 - Slide

Maak de zin af: kleine bocht gaat voor ...

Slide 10 - Open question

Zie je een voetganger van voor of achter dan...
A
moet je hem/haar voor laten gaan
B
mag jij voor

Slide 11 - Quiz

Een dierenambulance met gele zwaailichten moet je...
A
altijd voorrang geven
B
voorrang geven volgens de regels

Slide 12 - Quiz

Wie gaat er voor: jij of de auto die achteruit rijdt?
A
jij
B
de auto die achteruit rijdt

Slide 13 - Quiz

Wie gaat er voor? Jij of de bus binnen de bebouwde kom die weg wil rijden bij een bushalte?
A
jij
B
de bus

Slide 14 - Quiz

Wie gaat er voor? Jij of de slechtziende die wil oversteken?
A
jij
B
de slechtziende

Slide 15 - Quiz

Wie gaat er voor? Jij of de auto die een parkeerplaats af rijdt?
A
jij
B
de auto

Slide 16 - Quiz