Les 4- 1.3 lezen afmaken

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00
1 / 21
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 21 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 54 min

Items in this lesson

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Slide 2 - Slide

This item has no instructions

Functies inleiding en slot
De aandacht trekken, zodat de lezer ook de rest van de tekst gaat lezen.
Daarnaast kan een inleiding nog andere functies hebben, zoals:

het onderwerp noemen of beschrijven;
de aanleiding noemen; aangeven waarom de tekst is geschreven;
de centrale vraag stellen die later in de tekst wordt beantwoord;
de mening van de schrijver geven; de argumenten volgen in de kern;
een samenvatting van de inhoud geven
• een persoon of personen introduceren.

Slide 3 - Slide

• het onderwerp noemen of beschrijven;
• de aanleiding noemen; aangeven waarom de tekst is geschreven;
• de centrale vraag stellen die later in de tekst wordt beantwoord;
• de mening van de schrijver geven; de argumenten volgen in de kern;
• een samenvatting van de inhoud geven
• een persoon of personen introduceren.
Functies inleiding en slot
Functies die een slot kan hebben:
een conclusie trekken of een samenvatting van de inhoud geven;
een advies of een waarschuwing geven, bijvoorbeeld (in een recensie): Ga deze film zien!
een toekomstverwachting uitspreken, bijvoorbeeld (in een artikel over bijbanen van jongeren): Het ligt dus voor de hand dat meer jongeren in de toekomst een eigen bedrijfje zullen starten.

Slide 4 - Slide

• het onderwerp noemen of beschrijven;
• de aanleiding noemen; aangeven waarom de tekst is geschreven;
• de centrale vraag stellen die later in de tekst wordt beantwoord;
• de mening van de schrijver geven; de argumenten volgen in de kern;
• een samenvatting van de inhoud geven
• een persoon of personen introduceren.
Van koffie droog je uit
Lees de tekst op bladzijde 26 en 27

Welke functie heeft de inleiding? 
Welke functie heeft het slot? 

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag
Maak in je schrift:
Lezen 1.3

opdracht 9 t/m 18 
Niet af? Huiswerk!

Klaar? Aan je schrijfopdracht.



Slide 6 - Slide

This item has no instructions

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00

Slide 7 - Slide

This item has no instructions

Planning
  • Lezen 
  • Uitleg recensie (taak week 39/40)
  • Spelling 1.9 
  • Aan de slag

Slide 8 - Slide

This item has no instructions

Spelling 1.9 
Gebruik punt .
Gebruik komma , 
Gebruik punt komma ; 
Gebruik dubbele punt : 
Gebruik aanhalingstekens " '

Slide 9 - Slide

This item has no instructions

Recensie (Taak week 39/40)
Recensie schijven over je (gelezen) boek. 
Jouw mening! niet teveel met "ik" en "mijn" 
Korte samenvatting
Beoordeling boek
Duidelijk standpunt. 
Dus niet: "het is een stom boek want ik hou niet van lezen"  
of: "beste boek wat er bestaat"

Slide 10 - Slide

This item has no instructions

Gebruik punt
Aan het eind van een zin die geen vraag of uitroep is.

Bij afkortingen waarvan je de hele woorden uitspreekt. 
 n.a.v. (je zegt: naar aanleiding van)
o.a. (je zegt: onder andere)
enz. (je zegt: enzovoort)
bijv. (je zegt: bijvoorbeeld) 

Slide 11 - Slide

This item has no instructions

Gebruik komma

Tussen twee persoonsvormen van een samengestelde zin.

Meestal voor de voegwoorden hoewel, omdat, zodat, opdat, als, indien, maar, aangezien, doordat, want en terwijl.

Tussen de delen van een opsomming in een zin.

Slide 12 - Slide

This item has no instructions

Gebruik punt komma 

Een puntkomma is een leesteken midden in een zin. De betekenis ligt tussen een punt en een komma in.

Tussen twee zinnen die heel nauw met elkaar samenhangen.
In een opsomming.
Ons weekmenu bestaat uit:
• aspergesoep geserveerd met brood;
• gestoofde aardappels uit de oven;
• langzaam gegaarde stokvis in botersaus.



Slide 13 - Slide

This item has no instructions

Gebruik dubbele punt
Als aankondiging van een opsomming.

Als aankondiging van een uitleg of een voorbeeld.

Als aankondiging van een citaat.

Carola: ‘Laat mij maar alleen werken, daar houd ik van.’

Slide 14 - Slide

This item has no instructions

Gebruik aanhalingstekens

Bij de directe rede. (Letterlijk wat iemand zegt/zei). 
Als je een woord ironisch (spottend) gebruikt.
Als je nadruk wilt leggen op een woord of zin.
 Bij een letterlijk stukje tekst dat je overneemt.
Bij een zelfbedacht woord.

'Let nou eens op Denne!' zei meneer Stoops. 

Slide 15 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag 
Spelling 1.9 

Opdrachten 1 t/m 13. 
In je schrift 

Volgende week af! bespreken in de les. 

 

Slide 16 - Slide

This item has no instructions

We beginnen altijd met lezen
timer
10:00

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

NOS Journaal 

Schijf de moeilijke woorden op. 

Nabespreken

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Recensie (Taak week 39/40)
Recensie schijven over je (gelezen) boek. 
Jouw mening! niet teveel met "ik" en "mijn" 
Korte samenvatting
Beoordeling boek
Duidelijk standpunt. 
Dus niet: "het is een stom boek want ik hou niet van lezen"  
of: "beste boek wat er bestaat"

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Aan de slag 
Spelling 1.9 
Opdrachten 1 t/m 13. 
In je schrift 
Volgende week af! bespreken in de les. 

Aan je recensie! 

Slide 20 - Slide

This item has no instructions

Opdracht 1 

Slide 21 - Slide

This item has no instructions