4.2 Verlichting: theorie en praktijk

H4: Verlichting en Revolutie
4.2 Verlichting: theorie en praktijk
1 / 14
next
Slide 1: Slide
GeschiedenisMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

This lesson contains 14 slides, with text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 60 min

Items in this lesson

H4: Verlichting en Revolutie
4.2 Verlichting: theorie en praktijk

Slide 1 - Slide

Slide 2 - Slide

kenmerkende aspecten
1. Het streven van vorsten naar absolute macht
2. Rationeel optimisme en  'verlicht denken' dat werd toegepast op alle terreinen van de samenleving: godsdienst , politiek, economie en sociale verhoudingen.
3. De democratische revoluties in westerse landen met als gevolg discussies over grondwetten, grondrechten en staatsburgerschap.
ontwikkelingen en verschijnselen die typisch zijn voor deze periode.

Slide 3 - Slide

hoofdvraag: Waardoor brak de Franse Revolutie uit en welke politieke en maatschappelijke verandringen bracht die teweeg?
deelvragen:
1. Hoe bestuurde Lodewijk XIV Frankrijk?
2. Welke kritiek hadden de Verlichtingsfilosofen op de absolute heersers en welke ideeën hadden zij over politiek en bestuur?
3. Hoe leefde de Franse bevolking aan de vooravond van de Franse Revolutie?
4. He verliep de Franse Revolutie en waarom liep die uit op de Terreur?
5. Wat veranderde er door de komst van Napoleon?

Slide 4 - Slide

Leerdoel
Aan het eind van deze les kun jij uitleggen welke kritiek  de Verlichtingsfilosofen op de absolute heersers hadden en welke ideeën  zij hadden over politiek en bestuur.

Slide 5 - Slide

Met de tijdvak van Pruiken en Revoluties (?) was er ook de komst van de Verlichting. In de tijd van de Verlichting (nieuwe manier van denken) slaagden uitvinders en natuurwetenschappers steeds beter de natuur te doorgronden. Hun manier van werken en denken leidde tot het rationalisme. 

 Rationalisme is een stroming die ervan uitgaat dat het gebruik van het verstand (ratio) de bron is van kennis (en niet geloof, de Bijbel of tradities. 
De rede wordt steeds belangrijker

Slide 6 - Slide

Dit nieuwe denken ging eerst alleen over de natuur en de wereld. Totdat wetenschappers dit nieuwe denken gingen toepassen op de mens en maatschappij: 

  • Hoezo is een koning aangewezen door God en mag hij als een God regeren?
  • Wie mag het land besturen en hoe moet dat eerlijk gebeuren?
  • Hoezo mag een koning zo maar meer belasting gaan vragen? 

Slide 7 - Slide

De periode waarin nieuwe ideeën over de samenleving ontstonden, noemen we het tijdperk van de Verlichting. 

Slide 8 - Slide

John Locke en het absolutisme

- 1632-1704
- Engels
- Een koning moet zorgen voor zijn volk. Als hij dit niet goed doet mag hij worden afgezet! 

Slide 9 - Slide

Montesquieu
- Frans 
- Ontwierp de scheiding der machten. Iemand mag niet alle macht in handen hebben: 

Trias Politica
- Uitvoerende macht
- Wetgevende macht
- Rechterlijke macht 

Slide 10 - Slide

Het was in Frankrijk niet makkelijk om vrijuit te discussiëren en boeken te publiceren (waarom niet?). 

De verlichte ideeën werden bekend omdat filosofen bij elkaar kwamen in salon - georganiseerd door rijke dames - om daar voor te lezen uit hun boeken.
Verspreiding van nieuwe ideeën 

Slide 11 - Slide

Slide 12 - Slide

Veel filosofen lieten hun ideeën drukken in de Republiek of zij werden uitgenodigd door andere vorsten in andere landen. 

Frederik de Grote van Pruissen en Catharina de Grote van Rusland nodigden Voltaire en Rousseau uit om te komen vertellen over hun ideeën. En zij deden er vaak ook iets mee in hun bestuur, maar ze hielden wel hun absolute macht. 
Verlicht Absolutisme.
Verspreiding van nieuwe ideeën 

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video