Woordenschat H1 Les 2

Nederlands
Woordenschat H1 
Les 2

1 / 14
next
Slide 1: Slide

This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes and text slides.

Items in this lesson

Nederlands
Woordenschat H1 
Les 2

Slide 1 - Slide

DOEL

Betekenis van onbekende woorden vinden door: 


- synoniemen

- voorbeeld

- tegenstelling

- bekend woorddeel


Slide 2 - Slide

Planning
Huiswerkcontrole 1t/m 3 
Herhaling
Aan de slag: opdracht 4 t/m 8 
Afsluiten 

Slide 3 - Slide

Huiswerkcontrole

Slide 4 - Slide

Nakijken opdracht 1
  1. heel groot
  • 2. niet diep
  • 3. krijgt
  • 4. gratis kaartjes, kaartjes waar je niet voor hoeft te betalen
  • 5. ziektes, ziekten
  • 6. woorden met meerdere betekenissen, woorden die meerdere betekenissen hebben


  • Slide 5 - Slide

    Herhalen:
    Wat weet je nog? 

    Slide 6 - Slide

    Wat is het tegenovergestelde van:

    doorgaans
    A
    heel vaak
    B
    gewoonlijk
    C
    niet vaak
    D
    nooit

    Slide 7 - Quiz

    Wat is het tegenovergestelde van:

    hilarisch
    A
    bedroevend
    B
    lachwekkend
    C
    grappig
    D
    boos

    Slide 8 - Quiz

    Wat is het synoniem van:

    luttele
    A
    enorm
    B
    veel
    C
    weinige
    D
    grappige

    Slide 9 - Quiz

    Wat is het synoniem van:

    uiteindelijk
    A
    betekenis
    B
    ten slotte
    C
    eindeloos
    D
    veranderlijk

    Slide 10 - Quiz

    Wat is het tegenovergestelde van:

    alledaagse
    A
    wekelijks
    B
    bijzonder
    C
    gewoon
    D
    normaal

    Slide 11 - Quiz

    Aan de slag
    Maak opdracht 4 t/m 8
    Klaar? Extra opdrachten op de iPad

    Slide 12 - Slide

    Slide 13 - Slide

    In welke fase zit jij?
    A
    1
    B
    2
    C
    3
    D
    4

    Slide 14 - Quiz