Signaalwoorden en tekstverbanden: Verbind de punten!

Signaalwoorden en tekstverbanden
1 / 18
next
Slide 1: Slide
EngelsMiddelbare schoolvmbo bLeerjaar 4

This lesson contains 18 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Signaalwoorden en tekstverbanden

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Leerdoel
Aan het einde van deze les weet je wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn en hoe je deze kunt gebruiken om teksten beter te begrijpen.

Slide 2 - Slide

Introduceer het leerdoel van de les en wat de studenten aan het einde van de les zullen hebben geleerd.
Wat weet je al over signaalwoorden en tekstverbanden?

Slide 3 - Mind map

This item has no instructions

Wat zijn signaalwoorden?
Signaalwoorden zijn woorden die de relatie tussen zinnen en alinea's aangeven. Ze helpen bij het begrijpen van de structuur van een tekst.

Slide 4 - Slide

Definieer wat signaalwoorden zijn en leg uit waarom ze belangrijk zijn.
Voorbeelden van signaalwoorden
Voorbeelden van signaalwoorden zijn: allereerst, ten tweede, daarom, bijvoorbeeld, samengevat, etc.

Slide 5 - Slide

Geef voorbeelden van veelvoorkomende signaalwoorden en leg uit wat de relatie tussen de zinnen is.
Wat zijn tekstverbanden?
Tekstverbanden zijn de manieren waarop zinnen en alinea's met elkaar verbonden zijn. Ze helpen bij het begrijpen van de betekenis van een tekst.

Slide 6 - Slide

Definieer wat tekstverbanden zijn en leg uit waarom ze belangrijk zijn.
Voorbeelden van tekstverbanden
Voorbeelden van tekstverbanden zijn: oorzaak-gevolg, vergelijking, tegenstelling, opsomming, etc.

Slide 7 - Slide

Geef voorbeelden van veelvoorkomende tekstverbanden en leg uit wat de relatie tussen de zinnen is.
Waarom zijn signaalwoorden en tekstverbanden belangrijk?
Signaalwoorden en tekstverbanden helpen bij het begrijpen van de structuur en betekenis van een tekst. Ze maken het gemakkelijker om te lezen en te leren.

Slide 8 - Slide

Leg uit waarom het begrijpen van signaalwoorden en tekstverbanden belangrijk is voor het begrijpen van een tekst.
Hoe gebruik je signaalwoorden en tekstverbanden?
Je kunt signaalwoorden en tekstverbanden gebruiken om de structuur en betekenis van een tekst te begrijpen. Probeer ze te herkennen terwijl je leest!

Slide 9 - Slide

Leg uit hoe studenten signaalwoorden en tekstverbanden kunnen gebruiken om beter te begrijpen wat ze lezen.
Oefening 1: Herken de signaalwoorden
Lees de volgende tekst en markeer de signaalwoorden: 'Allereerst is het belangrijk om regelmatig te sporten. Ten tweede moet je genoeg slapen. Tot slot moet je gezond eten.'

Slide 10 - Slide

Geef de studenten tijd om de oefening te maken. Bespreek daarna samen de antwoorden.
Oefening 2: Herken de tekstverbanden
Lees de volgende tekst en markeer de tekstverbanden: 'Omdat het regende, besloot ik binnen te blijven. Ik keek een film en at popcorn. Na de film ging ik slapen.'

Slide 11 - Slide

Geef de studenten tijd om de oefening te maken. Bespreek daarna samen de antwoorden.
Verbindingswoorden
In plaats van signaalwoorden wordt ook wel gesproken over 'verbindingswoorden'. Dit zijn woorden die dezelfde functie hebben als signaalwoorden.

Slide 12 - Slide

Leg uit dat 'verbindingswoorden' en 'signaalwoorden' hetzelfde betekenen en dat studenten beide termen kunnen tegenkomen.
Voordelen van het begrijpen van signaalwoorden en tekstverbanden
Het begrijpen van signaalwoorden en tekstverbanden kan leiden tot beter begrip van teksten, betere studieresultaten en kan helpen bij het schrijven van teksten.

Slide 13 - Slide

Leg uit waarom het leren van signaalwoorden en tekstverbanden voordelen heeft voor de studenten.
Samenvatting
Aan het einde van deze les weet je wat signaalwoorden en tekstverbanden zijn en hoe je deze kunt gebruiken om tekst beter te begrijpen. Je hebt ook geleerd hoe Bloom's Taxonomie kan worden toegepast op het leren van signaalwoorden en tekstverbanden.

Slide 14 - Slide

Vat de belangrijkste punten van de les samen en herhaal het leerdoel.
Vragen?
Heb je nog vragen over signaalwoorden en tekstverbanden? Stel ze nu!

Slide 15 - Slide

Geef de studenten de kans om vragen te stellen en beantwoord deze zo goed mogelijk.
Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 16 - Open question

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Slide 17 - Open question

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.

Slide 18 - Open question

De leerlingen geven hier (in vraagvorm) aan met welk onderdeel van de stof ze nog moeite. Voor de docent biedt dit niet alleen inzicht in de mate waarin de stof de leerlingen begrijpen/beheersen, maar ook een goed startpunt voor een volgende les.