M4 - Oefentoets H1 tm H8

• Economie
• Middelbare school
• mavo
• Leerjaar 4

H1: Welke P hoort niet bij de marketingmix?

1. Plaats
2. Productie
3. Promotie
4. Prijs

H1: Mijn inkomen gaat van 2021 naar 2022 van €1900 per maand naar €2.040 per maand. De prijzen stijgen gemiddeld met 8%. Mijn koopkracht...

1. Stijgt
2. Daalt
3. Blijft gelijk

H1: Bij welke lijn is er een grotere inkomensverdeling?

1. De lichtblauwe lijn
2. De rode lijn

H2: Meneer Roosen heeft €10.000 cash thuis liggen. Meneer van Dinther zegt dat hij over 4 jaar meer geld heeft als hij nu zijn €9.000 op de bank zet tegen een rente van 3%. Meneer Roosen zegt dat dat niet klopt. Wie heeft gelijk?

1. Meneer Van Dinther
2. Meneer Roosen

H2: Giraal geld bestaat uit fysiek geld wat je in je portemonnee kunt doen

1. Juist
2. Fout, dat is chartaal geld

H3: Een verkoper van grasmaaiers wil een brutowinst van 20% van de verkoopprijs. De inkoopprijs van de grasmaaier is € 1.000. Wat is de verkoopprijs van de grasmaaier?

1. €800
2. €1200
3. €1250

H3: Dit is een voorbeeld van een:

1. Concrete markt
2. Abstracte markt

H3: Shell is een voorbeeld van een:

1. Monopolie
2. Oligopolie
3. Monopolistische concurrentie
4. Volkomen concurrentie

H3: Een economie waarin de overheid marktwerking volledig toelaat en geen invloed uitoefent op de economie noemen we:

1. Vrije markteconomie
2. Sociale markteconomie
3. Planeconomie

H3: Als ik bedrijfskosten heb is mijn nettowinst lager dan mijn brutowinst

1. Eens
2. Oneens

H4: Hoe noemen we werkloosheid die ontstaat als gevolg van in een markt die niet goed loopt (dalende bestedingen)

1. Conjuncturele werkloosheid
2. Frictiewerkloosheid
3. Regionale werkloosheid
4. Seizoenswerkloosheid

H4: Noem een nadeel van het zijn van een zzp'er.

H4: Je nettoloon is vaak hoger dan je brutoloon.

1. Waar
2. Niet waar

H5: Meneer Meulenbroeks heeft zijn knie verdraaid en kan twee maanden geen gymles geven. waardoor meneer Meulenbroeks nu administratief werk gaat doen. Hij valt onder de:

1. Actieven
2. Niet-actieven

H5: Als je in Nederland de leeftijd van 67 bereikt, ontvang je...

1. WW
2. UWV
3. Uitkering
4. AOW

H6: Middels accijnzen kan een overheid invloed uitoefenen op de prijs; je betaalt daardoor meer belasting. Accijnzen op bijv. sigaretten is een voorbeeld van:

1. Directe belasting
2. Indirecte belasting

H7: Hoe noem je het als twee bedrijven zich gaan samenvoegen?

1. Kartel
2. Transparantie
3. Overdracht
4. Fusie

H7: Hoe kan globalisering omschreven worden?

1. Als iets een wereldwijd probleem is
2. Een toenemende vrijewereldhandel
3. Ieder land produceert een eerlijk deel

H8: Laatste vraag! Wanneer de hulp voor een ontwikkelingsland door internationale organisaties uit meerdere landen komt, noemen we dit:

1. Bilaterale hulp
2. Multilaterale hulp

H8: Het nationaal inkomen van Nederland en Denemarken is respectievelijk 835 miljard en 280 miljard. Nederland telt 18 miljoen inwoners en Denemarken 5,8 miljoen inwoners. Waar is het inkomen per hoofd van de bevolking hoger?

1. Nederland
2. Denemarken
3. Er ontbreekt informatie