What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
Hoofdstuk 8 Nig
Bij de makelaar
Dialoog
woonruimte zoeken
soorten woonruimte
meubels
preposities
negatie
uitspraak ij/ei - eu - ie
1 / 33
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Beroepsopleiding
This lesson contains
33 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
120 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Bij de makelaar
Dialoog
woonruimte zoeken
soorten woonruimte
meubels
preposities
negatie
uitspraak ij/ei - eu - ie
Slide 1 - Slide
Dialoog hoofdstuk 8
Dialoog
Dialoog met pauzes
Slide 2 - Slide
Woordenschat
Quizletoefening op volgende blz
Slide 3 - Slide
quizlet.com
Slide 4 - Link
We lezen de tekst
Daarna maken we deze oefening
Slide 5 - Slide
Het huis
Op de volgende blz. vinden we alles over het huis
Slide 6 - Slide
nl.ver-taal.com
Slide 7 - Link
Opdrachten
Opdracht 1
Opdracht 2 blz.114
Slide 8 - Slide
Hoofdzin
Ik
Hij
Mijn moeder
kom
werkt
is
uit Engeland
bij de bakker
62 jaar
subject - verb - rest
Slide 9 - Slide
Hoofdzin met inversie
ik
hij
mijn moeder
kom
werkt
wordt
uit Engeland terug.
bij de bakker
62 jaar
Volgend jaar
Sinds kort
Op 3 oktober
element - verb - subject - rest
Slide 10 - Slide
ja/nee-vraag
jij
hij
jouw moeder
Kom
Werkt
Is
uit Engeland
bij TNO
62 jaar
?
?
verb - subject - rest
?
Slide 11 - Slide
vraagwoorden
hoe
waar
welk / welke
wie
hoeveel
wat
?
wanneer
waarom
opdracht 3
Wie ben ik?
Hoe heet jij?
Hoeveel weegt hij?
Wat eten wij
Welke kleur kies jij?
Welk boek kies jij?
Wanneer komen jullie?
Slide 12 - Slide
vraagwoordvraag
je
hij
je
kom
Waarom
Waar
uit Engeland
bij dat bedrijf
nu
?
?
vraagwoord - verb - subject - rest (- verb)
?
Wanneer
werkt
ben
Slide 13 - Slide
Maak een zin.
Slide 14 - Slide
Maak een zin.
Slide 15 - Slide
Maak een zin.
Slide 16 - Slide
Maak een zin.
Slide 17 - Slide
Maak een zin.
Slide 18 - Slide
Praat met elkaar over je huis.
Hoe groot is je huis?
Woon je alleen?
Heb je een aparte keuken of een open keuken?
Heb je een tuin en/of een balkon?
Op welke verdieping woon je?
Heb je een duur huis?
Heb je veel meubels?
enz.
Slide 19 - Slide
Negatie
Plaats van 'niet' in de zin
Slide 20 - Slide
Negatie
verb -> niet
substantief -> geen
Plaats van 'niet' in de zin
De bovenwoning
ligt
niet
ver van het centrum.
Ik heb
geen
idee
!
Slide 21 - Slide
Negatie
verb -> niet
substantief -> geen
geen
-> indefiniete woorden.
niet
-> definiete woorden
Plaats van 'niet' in de zin
De bovenwoning
ligt
niet
ver van het centrum.
Ik heb
geen
idee
!
Het is
geen
grote kamer.
De
kamer is niet groot.
Slide 22 - Slide
Negatie
verb -> niet
substantief -> geen
geen
-> indefiniete woorden.
niet
-> definiete woorden
Plaats van 'niet' in de zin
Moet
je nog huiswerk maken?
Nee, ik
hoef
geen huiswerk
te
maken
.
moeten -> hoeven - te + infinitief
De bovenwoning
ligt
niet
ver van het centrum.
Ik heb
geen
idee
!
Het is
geen
grote kamer.
De
kamer is niet groot.
Slide 23 - Slide
Negatie
verb -> niet
substantief -> geen
geen
-> indefiniete woorden.
niet
-> definiete woorden
zo ver mogelijk achteraan
maar...
- voor de infinitief aan het eind van de zin
- voor een adjectief of adverbium
- voor een prepositiegroep
Plaats van 'niet' in de zin
Moet
je nog huiswerk maken?
Nee, ik
hoef
geen huiswerk
te
maken
.
moeten -> hoeven - te + infinitief
De bovenwoning
ligt
niet
ver van het centrum.
Ik heb
geen
idee
!
Het is
geen
grote kamer.
De
kamer is niet groot.
Slide 24 - Slide
Negatie
verb -> niet
substantief -> geen
geen
-> indefiniete woorden.
niet
-> definiete woorden
zo ver mogelijk achteraan
maar...
- voor de infinitief aan het eind van de zin
- voor een adjectief of adverbium
- voor een prepositiegroep
Ga je je huiswerk
niet
maken
?
Ik vind het cadeau
niet
leuk
.
De poes ligt
niet
op de stoel
.
Plaats van 'niet' in de zin
Moet
je nog huiswerk maken?
Nee, ik
hoef
geen huiswerk
te
maken
.
moeten -> hoeven - te + infinitief
De bovenwoning
ligt
niet
ver van het centrum.
Ik heb
geen
idee
!
Het is
geen
grote kamer.
De
kamer is niet groot.
Slide 25 - Slide
Plaats van 'niet' in de zin
zo ver mogelijk achteraan
maar...
Ga je je huiswerk
niet
maken?
'maken' -> infinitief
voor de infinitief
aan het eind van de zin
Slide 26 - Slide
Plaats van 'niet' in de zin
zo ver mogelijk achteraan
maar...
Ga je je huiswerk
niet
maken?
'maken' -> infinitief
Ik vind het cadeau niet leuk. 'leuk' -> adjectief
voor de infinitief
aan het eind van de zin
voor een
adjectief of adverbium
Slide 27 - Slide
Plaats van 'niet' in de zin
zo ver mogelijk achteraan
maar...
Ga je je huiswerk
niet
maken?
'maken' -> infinitief
Ik vind het cadeau niet leuk. 'leuk' -> adjectief
De poes ligt niet op de stoel. 'op de stoel' prepositiegroep
voor de infinitief
aan het eind van de zin
voor een adjectief of adverbium
voor een prepositiegroep
Je kan niet
in de rivier
zwemmen
Je kan niet
rustig
in de rivier zwemmen
Slide 28 - Slide
Prepositie
opdracht 7
in
januari
op
maandag
om
17:00 uur
tegen
achter / voor
naast
op / onder
aan / van
om
boven / onder
bij
in
tussen
tegenover
met
Slide 29 - Slide
quizlet.com
Slide 30 - Link
quizlet.com
Slide 31 - Link
Boek blz 120-121
kruiswoord
Slide 32 - Slide
opdracht 13, blz. 122
ij / ei - eu - ie
Slide 33 - Slide
More lessons like this
Hoofdstuk 8 Nig
April 2020
- Lesson with
27 slides
Nederlands
Beroepsopleiding
Hoofdstuk 8 - Bij de makelaar
May 2023
- Lesson with
26 slides
NT2
Beroepsopleiding
Hoofdstuk 8 - Bij de makelaar niet
June 2024
- Lesson with
27 slides
NT2
Beroepsopleiding
Woordvolgorde
September 2023
- Lesson with
21 slides
Nederlands
WO
Studiejaar 6
1. Zeeland - toerisme
November 2022
- Lesson with
49 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
Hoofdstuk 8 - Bij de makelaar
December 2022
- Lesson with
23 slides
NT2
Beroepsopleiding
8. Flevoland - waterhuishouding
August 2021
- Lesson with
26 slides
NT2
WO
Studiejaar 6
Hoofdstuk 3 - In het café
June 2024
- Lesson with
45 slides
NT2
WO
Studiejaar 6