2HV - Les 16 aanwijzende voornaamwoorden

Programa
1. Controlamos los deberes
2. Clases anteriores
3. Aanwijzende voornaamwoorden
4. Destrezas
5. Deberes
1 / 25
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 25 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Programa
1. Controlamos los deberes
2. Clases anteriores
3. Aanwijzende voornaamwoorden
4. Destrezas
5. Deberes

Slide 1 - Slide

Controlamos los deberes
Estudiar (=leren): Unidad 2, voca NL-SP 1-40
Hacer (=maken): Unidad 2, ejercicio 2, 3 (p 24)

Slide 2 - Slide

Dit / Deze - ml/vl/ev/mv

Slide 3 - Slide

Trabajamos
Página 25, ej 4
Zet alles in het meervoud + vertaal de zinnen

KLAAR? Ga woordjes leren in Quizlet.
timer
10:00

Slide 4 - Slide

Deberes
Estudiar (=leren):Unidad 2, Voca NL-SP 1-50

QUIZLET

Slide 5 - Slide

timer
0:30
Wat weet je nog van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 6 - Mind map

Bijv. nw: Van mannelijk naar vrouwelijk
Woord eindigt op, uitgang: 
timer
0:25
1. o
rojo
2. Medeklinker
azul
3. e 
verde
Blijft hetzelfde
Blijft hetzelfde
Wordt een a

Slide 7 - Drag question

Van enkelvoud naar meervoud
Woord eindigt op: 
timer
0:20
1. klinker
(verde, colombiano)
2. Medeklinker
(azul, ciudad) 
+ s
+ es

Slide 8 - Drag question

Het bijvoeglijk naamwoord 
- Aantekeningen

Slide 9 - Slide

Welke vorm van het bijvoeglijk naamwoord staat er op de lege plek?

El bolígrafo es ______.
timer
0:15
A
blanco
B
blancos
C
blanca
D
blancas

Slide 10 - Quiz

timer
0:30
1. Wat is er fout aan deze zin (bedenk)?
2. Wat moet het dan wel zijn (schrijf op)?

Las pizarras son rojos.

Slide 11 - Mind map

Vul het bijvoeglijk naamwoord in!

Los zapatos son ______ (verde)
timer
0:25

Slide 12 - Open question

Vul het bijvoeglijk naamwoord in!

La silla es ______ (azul)
timer
0:25

Slide 13 - Open question

Vul het bijvoeglijk naamwoord in!

Las gatas son ______ (amarillo)
timer
0:25

Slide 14 - Open question

Het werkwoord ser
- Aantekeningen

Slide 15 - Slide

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Mi amigo y yo ______ de Holanda.
timer
0:25

Slide 16 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Las tijeras ______ de Anabel.
timer
0:25

Slide 17 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Madrid ____ la ciudad más grande de España.
timer
0:25

Slide 18 - Open question

Het werkwoord llamarse
- Aantekeningen 

Slide 19 - Slide

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Nosotros ______ Lucía y Juan.
timer
0:25

Slide 20 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Mi padre y mi hermano ______ Pedro y Estebán.
timer
0:25

Slide 21 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Tú y tu amiga ______ María y Alba.
timer
0:25

Slide 22 - Open question

Zinnen ordenen

Slide 23 - Slide

Onderwerp + werkwoord + meer informatie
es - roja - silla - la
timer
0:25

Slide 24 - Open question

Onderwerp + werkwoord + meer informatie
hermano - de - eres - Pedro - Tú - el
timer
0:30

Slide 25 - Open question