2HV - Les 16 aanwijzende voornaamwoorden

¡Bienvenidos a tu clase de español!
11
Hoy es martes
de noviembre de 2024
1 / 29
next
Slide 1: Slide
SpaansMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

This lesson contains 29 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

¡Bienvenidos a tu clase de español!
11
Hoy es martes
de noviembre de 2024

Slide 1 - Slide

El programa
1. Controlamos los deberes
2. Clases anteriores
3. Aanwijzende voornaamwoorden
4. Destrezas
5. Deberes

Slide 2 - Slide

Controlamos los deberes
Estudiar (=leren):Unidad 2, Voca NL-SP 1-35

Slide 3 - Slide

timer
0:30
Wat weet je nog van het bijvoeglijk naamwoord?

Slide 4 - Mind map

Het bijvoeglijk naamwoord 
- Aantekeningen

Slide 5 - Slide

Bijv. nw: Van mannelijk naar vrouwelijk
Woord eindigt op, uitgang: 
timer
0:25
1. o
rojo
2. Medeklinker
azul
3. e 
verde
Blijft hetzelfde
Blijft hetzelfde
Wordt een a

Slide 6 - Drag question

Van enkelvoud naar meervoud
Woord eindigt op: 
timer
0:20
1. klinker
(verde, colombiano)
2. Medeklinker
(azul, ciudad) 
+ s
+ es

Slide 7 - Drag question

Welke vorm van het bijvoeglijk naamwoord staat er op de lege plek?

El bolígrafo es ______.
timer
0:15
A
blanco
B
blancos
C
blanca
D
blancas

Slide 8 - Quiz

timer
0:30
"Las pizarras son rojos."
1. Wat is er fout aan deze zin?
2. Wat moet het dan wel zijn?

Slide 9 - Mind map

Noteer de Spaanse vertaling!

Los zapatos son ______ (verde)
timer
0:25

Slide 10 - Open question

Noteer de Spaanse vertaling!

La silla es ______ (azul)
timer
0:25

Slide 11 - Open question

Noteer de Spaanse vertaling!

Las gatas son ______ (amarillo)
timer
0:25

Slide 12 - Open question

Het werkwoord ser
- Aantekeningen

Slide 13 - Slide

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Mi amigo y yo ______ de Holanda.
timer
0:25

Slide 14 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Las tijeras ______ de Anabel.
timer
0:25

Slide 15 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord ser in.
Madrid ____ la ciudad más grande de España.
timer
0:25

Slide 16 - Open question

Het werkwoord llamarse
- Aantekeningen 

Slide 17 - Slide

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Nosotros ______ Lucía y Juan.
timer
0:25

Slide 18 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Mi padre y mi hermano ______ Pedro y Estebán.
timer
0:25

Slide 19 - Open question

Vul de juiste vervoeging van het werkwoord llamarse in.
Tú y tu amiga ______ María y Alba.
timer
0:25

Slide 20 - Open question

Zinnen ordenen

Slide 21 - Slide

Onderwerp + werkwoord + meer informatie
es - roja - silla - la
timer
0:25

Slide 22 - Open question

Onderwerp + werkwoord + meer informatie
hermano - de - eres - Pedro - Tú - el
timer
0:30

Slide 23 - Open question

Dit / Deze - ml/vl/ev/mv

Slide 24 - Slide

Trabajamos
Página 25, ej 4

Zet alles in het meervoud + vertaal de zinnen

Slide 25 - Slide

Slide 26 - Video

Slide 27 - Video

Destrezas
Leer(=lezen)
Klassikaal Lezen

In tweetallen:
Página 28, ej 1
Página 29, ej 2

Slide 28 - Slide

Deberes
Estudiar (=leren):Unidad 2, Voca NL-SP 1-50

Slide 29 - Slide