Fysiologie3 College 3 Zintuigen, spieren en botten

College 3. 38.4 - 39.2
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieHBOStudiejaar 1

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 120 min

Items in this lesson

College 3. 38.4 - 39.2

Slide 1 - Slide

Hoe zit je erbij?
😒🙁😐🙂😃

Slide 2 - Poll

Planning
  • Leerdoelen 
  • Start theorie - LD 1 en 2
  • Expertwerkvorm zintuigen & spier-/beenderstelsel
  • Terugkoppeling & afronding

Slide 3 - Slide

Kleinere leerdoelen
De student kan…
1. Verandering in membraanpotentiaal in een zintuigcel koppelen aan de werking van zintuigcellen (38.4)

2. Het principe van perceptie en amplificatie toelichten, m.b.t. zintuigcellen en zintuigen, voorbeeld: smaakpapillen op de tong (38.4)


Slide 4 - Slide

Kleinere leerdoelen
De student kan…
3. De fysiologie van het oor (en gehoor) benoemen van zoogdieren (met functies en het gehoor, van geluidstrillingen tot en met waarneming van geluid in de hersenen & het evenwicht (38.5)

4. De fysiologie van het oog (zicht) benoemen van zoogdieren met functies; het principe van het ‘zien’, van het binnenkomen van licht in het oog tot en met waarneming van beeld in de hersenen uitleggen (38.6)


Slide 5 - Slide

Kleinere leerdoelen
De student kan…
5. De fysiologie van spierweefsels toelichten (skeletspier, glad spierweefsel, hartspierweefsel) van het volledige spier(stelsel) t/m weefselniveau, waarbij de werking van spiercontracties (model) en de specifieke rol van Calcium en myoglobine wordt toegelicht (39.1)
6. De fysiologie van het beenderstelsel toelichten (het endoskelet) met functies en een vergelijking kunnen maken tussen de (functies van het) endoskelet vs. het exoskelet (39.2).





Slide 6 - Slide

Algemeen leerdoel 
Expert raken op het gebied van de anatomie en fysiologie van de zintuigen (oor, oog, mond) en het spier- en beenderstelsel (d.m.v. expertwerkvorm)

Slide 7 - Slide

Start samen
We starten eerst met algemene kenmerken van zintuigen.

Slide 8 - Slide

Leerdoel 1
De student kan...

Verandering in membraanpotentiaal in een zintuigcel koppelen aan de werking van zintuigcellen (38.4)

Slide 9 - Slide

Wat is de juiste volgorde van sensorische stappen(pathways)?
A
Sensorische receptie - transmissie - transductie - perceptie
B
Sensorische receptie - transductie - transmissie - perceptie
C
Perceptie - transmissie - transductie - sensorische receptie
D
Perceptie - transductie - transmissie - sensorische receptie

Slide 10 - Quiz

Sensorische stimuli (fig in Leeswijzer)

Slide 11 - Slide

Waarnemen - sensor
Algemeen:

- Alle sensorische processen beginnen met een prikkel  (stimulus)
- Een  zintuigcel (sensorische receptor) zet een prikkel om in verandering van het membraanpotentiaal - richting CZS (reactie).

Hoe verloopt dit? Onder te verdelen in vier algemene stappen.

Slide 12 - Slide

4 stappen van sensorisch pad
Het sensorisch pad start met:
1. Sensorische receptie: adequatie prikkel stimuleert de zintuigcel  
(neuron of een cel mét neuron)

Zintuigcellen soms alleen 
(bijv. huid /in bloedvat) of gezamenlijk (bijv. in oog)

Prikkels variëren (extern/intern, duur intentsiteit, adequaat of niet) = misconcept ll.!

Slide 13 - Slide

Slide 14 - Slide

4 stappen van sensorisch pad
2. Transductie
Sensorische receptoren (hoe verschillend ook) hebben als doel:

ionkanalen openen --> verandering membraanpotentiaal (receptor potentiaal) = sensorische transductie (omzetten van prikkel in recept. pot.)

Receptorpotentialen zijn graduele potentialen (variëren door sterkte stimulus)


Slide 15 - Slide

4 stappen van sensorisch pad
3. Transmissie
Sensorische receptoren genereren actiepotentialen van het axon naar het CZS --> hoe > de stimulus, hoe > het receptorpotentiaal = hogere frequentie in actiepotentialen





Slide 16 - Slide

4 stappen van sensorisch pad
4. Perceptie
Actiepotentialen in het brein via afferente neuronen --> perceptie van de prikkel.
Verwerking door gespecialiseerde neuronen & hersengebieden in CZS.

Perceptie = bijv. horen van geluid (geluidsgolven), zien van kleur (licht), proeven van specifieke smaken (geur-/smaakstoffen)





Slide 17 - Slide

Leerdoel 2
De student kan…
Het principe van perceptie en amplificatie toelichten, zintuigcellen, receptoren en zintuigen (38.4)

Slide 18 - Slide

Wat is het verschil tussen amplificatie en sensorische adaptie?

Slide 19 - Open question

Amplificatie & sensorische adaptie
- Amplificatie is 'versterken' van een sensorisch signaal tijdens transductie (bijv. door enzymreacties in sensorische cellen).  Zien in de schemering


- Sensorische adaptie is het principe dat optreedt bij (continue) stimulatie, een verlaging in reacties. Kriebeltrui.

Slide 20 - Slide

Welke vijf typen sensorische receptoren kennen we?

Slide 21 - Open question

Vijf typen sensorische receptoren
1. Mechanoreceptoren: detecteren fysieke veranderingen --> sensorisch neuron (dendrieten vaak aan een 'fysiek' object vast, zoals een haar)
--> Bevatten ionkanalen --> fysieke verandering (mechanische energie) verandert ionpermeabiliteit --> membraanpotentiaal


Voorbeeld: balans, gehoor, druk, aanraking, rekken, beweging

Slide 22 - Slide

Vijf typen sensorische receptoren
2. Chemoreceptoren: detecteren de interne omgeving (bijv. concentraties of reageren specifiek op moleculen in lichaamsvloeistoffen )
--> het (stimulus)molecuul bindt aan het specifieke receptor --> verandering ionpermeabiliteit --> membraanpotentiaal


Voorbeeld: osmolariteit, detectie van glucose, CO2, O2, smaakstoffen, feromonen

Slide 23 - Slide

Vijf typen sensorische receptoren
3. Electromagnetische receptoren: detecteren een vorm van electromagnetische energie, zoals licht, electriciteit of magnetisme.

4. Thermoreceptoren: detecteren warmte en kou, bijv. in de huid/hypothalamus (grote variëteit aan receptoren)
--> temperatuurgevoelige ionkanalen
Voorbeeld: ogen, locatie bepalen, migratie
Voorbeeld: infrarooddetectie (warmte object/organisme), warm/koud water, pittig eten (capsaïcine in pepers)

Slide 24 - Slide

Vijf typen sensorische receptoren
5. Pijnreceptoren (nocireceptoren): deceteren extremen/schadelijke prikkels. Prostaglandinen (weefselhormoon, bijv. geproduceerd door beschadigde weefsels) verergeren pijn --> maken nocireceptoren gevoeliger (NSAID's remmen dit tijdelijk). 
Voorbeeld: extreme druk of temperatuur, extreme stoffen etc.

Slide 25 - Slide

Expertwerkvorm
Specifieke vakdidactiek: uitlegvaardigheden, afbeeldingen toelichten (figuren - combineer woord en beeld), natuurwetenschappelijke denk- en werkwijzen (bijv. modelgebruik - jojo-en)

Slide 26 - Slide

Indelen in groepen
4 thema's (komen zo)
Iedere groep heeft een eigen thema
We vormen groepen door te nummeren 



Slide 27 - Slide

Thema's
Groep 1: het oog
Groep 2: het oor
Groep 3: de spieren 
Groep 4: het skelet met de gewrichten

We gaan nu verdelen. Zoek je expertgroepje op. Je krijgt zo de verdere instructie!

Slide 28 - Slide

Instructie - expertgroep
In expertgroepjes samen buigen over één onderwerp:
  • Theorie helemaal eigen maken - zie instructie blad
  • Doel: kunnen uitleggen m.b.v. model en/of papier (uitgedeeld) aan klasgenoten (in 10 minuten) --> die schrijven/tekenen mee op hun eigen materiaal!
  • Let op vakdidactische uitleg/aanwijzen/toelichten

Zie uitgedeelde A3-papieren voor specifieke toelichtingen!
timer
30:00

Slide 29 - Slide

We gaan nu in gemixte groepjes zitten
Zorg dat elke groep een nr 1, 2, 3 en 4 heeft

Slide 30 - Slide

Uitleggen aan elkaar!
Spelregels:
  • 10 minuten per thema (signaal timer)
  • Rest groep tekent mee op eigen papiertjes
  • Vragen stellen tussendoor!
  • Sneller? Eerder beginnen met de volgende = zelf de tijd bijhouden!
  • Einde: korte ronde feedback vakdidactische instructie.
timer
10:00

Slide 31 - Slide

Hoe vond je deze expertwerkvorm?
😒🙁😐🙂😃

Slide 32 - Poll

Afronding expertopdracht
Wat neem jij mee uit deze opdracht?
Wat heb je geleerd?

Slide 33 - Slide

Tijd over?
  • Maken vragen Mastering Biology
  • Leeswijzer afmaken / start nieuwe
  • Verwerken practicum logboek 

Slide 34 - Slide

Volgende week:
Ochtend: Practica Zintuigen + boekbesprekingen
Middag: Om 13:00 vragen stellen

Slide 35 - Slide