Week 36 les 24

Welkom terug
We gaan meteen aan de slag. Boeken op tafel, maar dicht. Pak een blaadje en hou pen in de aanslag!
1 / 13
next
Slide 1: Slide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 13 slides, with text slides.

time-iconLesson duration is: 45 min

Items in this lesson

Welkom terug
We gaan meteen aan de slag. Boeken op tafel, maar dicht. Pak een blaadje en hou pen in de aanslag!

Slide 1 - Slide

Vertaal! Ken je de betekenis van één woord niet, vul dan een woord in die ook een logische zin maakt

1. Puella, quae puerum novit, lacrimabat.

2. Rex servum, qui mandatum recusavit, necavit.

3. Sententia, quam voco, clara sed stulta est.

4. Cuius rex est? Rex Romanorum est.

Slide 2 - Slide

Vertaal! Ken je de betekenis van één woord niet, vul dan een woord in die ook een logische zin maakt

1. Puella, quae puerum novit, lacrimabat.
Het meisje, dat de jongen kende, huilde.
2. Rex servum, qui mandatum recusavit, necavit.

3. Sententia, quam voco, clara sed stulta est.

4. Cuius rex est? Rex Romanorum est.

Slide 3 - Slide

Vertaal! Ken je de betekenis van één woord niet, vul dan een woord in die ook een logische zin maakt

1. Puella, quae puerum novit, lacrimabat.
Het meisje, dat de jongen kende, huilde.
2. Rex servum, qui mandatum recusavit, necavit.
De koning doodde de slaaf, die de opdracht geweigerd had.
3. Sententia, quam voco, clara sed stulta est.

4. Cuius rex est? Rex Romanorum est.

Slide 4 - Slide

Vertaal! Ken je de betekenis van één woord niet, vul dan een woord in die ook een logische zin maakt

1. Puella, quae puerum novit, lacrimabat.
Het meisje, dat de jongen kende, huilde.
2. Rex servum, qui mandatum recusavit, necavit.
De koning doodde de slaaf, die de opdracht geweigerd had.
3. Sententia, quam voco, clara sed stulta est.
De zin, die ik roep, is beroemd maar stom.
4. Cuius rex est? Rex Romanorum est.

Slide 5 - Slide

Vertaal! Ken je de betekenis van één woord niet, vul dan een woord in die ook een logische zin maakt

1. Puella, quae puerum novit, lacrimabat.
Het meisje, dat de jongen kende, huilde.
2. Rex servum, qui mandatum recusavit, necavit.
De koning doodde de slaaf, die de opdracht geweigerd had.
3. Sententia, quam voco, clara sed stulta est.
De zin, die ik roep, is beroemd maar stom.
4. Cuius rex est? Rex Romanorum est.
Van wie is hij de koning? Hij is de koning van de Romeinen.

Slide 6 - Slide

Vertaal! Ken je de betekenis van één woord niet, vul dan een woord in die ook een logische zin maakt

1. Puella, quae puerum novit, lacrimabat.
Het meisje, dat de jongen kende, huilde.
2. Rex servum, qui mandatum recusavit, necavit.
De koning doodde de slaaf, die de opdracht geweigerd had.
3. Sententia, quam voco, clara sed stulta est.
De zin, die ik roep, is beroemd maar stom.
4. Cuius rex est? Rex Romanorum est.
Van wie is hij de koning? Hij is de koning van de Romeinen.

Slide 7 - Slide

Nieuwe weektaak
Maakwerk:
  • Tekst 24 vertalen
  • Mandatum XII
      (zin 2, 4 en 5)


  • Opdracht 30, 83 en 84
Leren:
  • woordjes les 2, 22 en 24
  • rijtjes quis/quid en qui/quae/quod.

Lezen:
  • tb p 86 en 96-97
Vandaag: verder met de weektaak. We starten samen!

Slide 8 - Slide

Betrekkelijk voornaamwoord
Onthoud: 
Het betrekkelijk voornaamwoord heeft het getal en geslacht van het antecedent, maar de naamval die hoort bij de functie die het heeft in de betrekkelijke bijzin!

Slide 9 - Slide

Mandatum XII
1a Quae urbs in septem montibus aedificata est?

1b Urbem, (quae in septem montibus aedificata est,) Romam vocamus.

Slide 10 - Slide

m/v
quis
cuius
cui
quem
quo

qui
quorum
quibus
quos
quibus


nom
gen
dat
acc
abl

nom
gen
dat
acc
abl
o
quid
cuius
cui
quid
quo

quae
quorum
quibus
quae
quibus

WIE
WAT
mann.
qui
cuius
cui
quem
quo

qui
quorum
quibus
quos
quibus

vr.
quae
cuius
cui
quam
qua

quae
quarum
quibus
quas
quibus

onz.
quod
cuius
cui
quod
quo

quae
quorum
quibus
quae
quibus
WELKE/DIE/DAT

Slide 11 - Slide

We vertalen klassikaal regel 18 tm 29. Sla dus over als je daar al bent!

        Eum vocare  temptabat, sed non potuit. Movit

        ramos arborum, inter quas se condiderat. Id

20   Narcissus audivit. Rogavit: 'Ecquis adest?' Echo 

        respondit: 'Adest.' Narcissus, quia nusquam 

        hominem vidit, voce magna clamavit: 'Veni!'

Slide 12 - Slide

              Repetivit Echo: 'Veni.'
      
       Delia  Puella misera! Nonne accedere ad eum 

25         cupivit? Num audebat?

        Afer  Per breve tempus dubitabat. Tunc ad

             Narcissum cucurrit et sine verbis osculum 

             ei dedit.

         Delia Fabula optima! Amor omnia vincit et...

Slide 13 - Slide