SO bespreken_deel 2

Lees uit Syntopia
1 / 17
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolmavoLeerjaar 1

This lesson contains 17 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 30 min

Items in this lesson

Lees uit Syntopia

Slide 1 - Slide

Woensdag 12 oktober
Zelfstandig 10 minuten lezen (net gebeurd)
Opdracht 2, 3 en 7 bespreken (uit het SO)

Slide 2 - Slide

SO moeilijke vragen
Klassikaal bespreken we vraag 2, 3 en 7

Slide 3 - Slide

Vraag 2. Geef alle zelfstandig naamwoorden, antwoorden van leerlingen: 
sleutelbegrip: zelfstandig naamwoord (les 5)

a. Het eerste kievitsei is eerder dan ooit gevonden door een meisje uit het Friese dorp Grou.

Antwoorden van leerlingen:  
"Friese dorp Grou"
"Het kievitsei"

Slide 4 - Slide

Vraag 2a. Geef alle zelfstandig naamwoorden, antwoorden van leerlingen: 
sleutelbegrip: zelfstandig naamwoord (les 5)

a. Het eerste kievitsei is eerder dan ooit gevonden door een meisje uit het Friese dorp Grou.

Antwoorden van leerlingen:  
"Friese dorp Grou"
"Het kievitsei"
Echt goede antwoorden: 
kievitsei, meisje, dorp, Grou

Slide 5 - Slide

Vraag 2c. De temperatuur is in maart hoger dan in de maanden daarvoor.
Geef alle zelfstandig naamwoorden.

Slide 6 - Open question

Vraag 3. Leg uit hoe het woord ‘kleuren’ functioneert in zin a en b. Is er een verschil of zijn ze gelijk?
a. Tijdens zo’n vroege ochtendwandeling kleuren de wolken zo mooi. 
b. De kleuren van die mooie trui staan jou prachtig!

Sleutelbegrip: zelfstandig naamwoord, werkwoord (les 5 (en 19))

Slide 7 - Slide

Vervang 'kleuren' door een ander woord, zie je nu het verschil?
a. Tijdens zo’n vroege ochtendwandeling kleuren de wolken zo mooi. 
a. Tijdens zo'n vroege ochtendwandeling staan de wolken zo prachtig.
b. De kleuren van die mooie trui staan jou prachtig!
b. De hoekjes van die mooie trui staan jou prachtig!

Slide 8 - Slide

Wanneer is 'trillen' een werkwoord?
A
De trillende handen bewegen neurotisch.
B
De man trilt neurotisch.
C
Met een trilhand kun je lekker werken.
D
De trage handen trillen als nog.

Slide 9 - Quiz

Wanneer is 'geuren' een zelfstandig naamwoord?
A
In de lente geuren de bloemen lekker.
B
In een klaslokaal zijn er verschillende geuren.
C
Welke geuren ruik jij in april?
D
De trui van jou geurt naar wierrook.

Slide 10 - Quiz

Vraag 7. Bedenk bij welke doelgroep de twee pictogrammen samen horen. 
Sleutelbegrip: doelgroep, pictogram, genre (les 7)

Slide 11 - Slide

Wat betekent 'doelgroep'?
A
Het type boek
B
Of je een boek leuk vindt
C
De mensen die het boek lezen
D
Het pictogram op de kaft van het boek

Slide 12 - Quiz

Vraag 7. Bedenk bij welke doelgroep de twee pictogrammen samen horen. 
Sleutelbegrip: doelgroep, pictogram (les 7)
school + liefde
Doelgroep = kinderen op de (middelbare) school die verliefd zijn

Slide 13 - Slide

Bedenk bij welke doelgroep de twee pictogrammen samen horen.

Slide 14 - Open question

Leesvaardigheid
Nu herhalen we leesvaardigheid

Slide 15 - Slide

Leesstrategieën (les 1-4)
  • Globaal lezen (les 1)
  • Zoekend lezen (les 2)
  • Intensief en lerend lezen (les 3)

Tekstsoorten (les 15-18)
  • Informeren (les 15)
  • Overtuigen (les 16)
  • Activeren (les 17)

Slide 16 - Slide

Lees de teksten en beantwoord de vragen.

Klaar? Dan kun je verder met het verrijkingsmateriaal. Zo ben je goed voorbereid op de toets. 

Slide 17 - Slide