This lesson contains 14 slides, with interactive quizzes, text slide and 1 video.
Lesson duration is: 30 min
Items in this lesson
Samenvatten
Je leert:
- hoofd- en bijzaak herkennen
- hoofd- en bijzaak onderscheiden
- hoofdzaken ordenen
Slide 1 - Slide
Slide 2 - Video
Wat is het verschil tussen een hoofd- en bijzaak?
A
Een hoofdzaak is het belangrijkste in een tekst
B
Een bijzaak is het belangrijkste in een tekst
C
Een hoofdzaak is minder belangrijk in een tekst
D
Een bijzaak is minder belangrijk in een tekst
Slide 3 - Quiz
Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak? Het succes van de Quadricycle trekt investeerders aan, die Ford helpen om in 1899 zijn eigen autofabriek op te zetten.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 4 - Quiz
Hoofd- en bijzaken: Wat zijn hoofdzaken?
A
De belangrijkste zaken uit de tekst
B
Extra uitleg
C
De eerste zin van elke alinea
D
De minst belangrijke zaken uit de tekst
Slide 5 - Quiz
Is de volgende zin een hoofd- of bijzaak?
De topsnelheid is 32 kilometer per uur, heel wat in die tijd.
A
hoofdzaak
B
bijzaak
Slide 6 - Quiz
Is deze zin uit de tekst een hoofd- of bijzaak?
Dankzij dit enorme project is ZuidwestNederland stukken beter beveiligd tegen overstromingen.
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 7 - Quiz
Waarom zijn signaalwoorden belangrijk bij het bepalen van de hoofd- en bijzaken?
timer
0:30
A
Signaalwoorden bepalen wat een hoofd- of bijzaak is.
B
Signaalwoorden geven aan wanneer er een hoofdzaak volgt.
C
Signaalwoorden kunnen aangeven dat er een hoofd- of bijzaak volgt.
D
Signaalwoorden geven aan wanneer er een bijzaak volgt.
Slide 8 - Quiz
Het is wetenschappelijk bewezen dat lezen goed voor je is. Hoofd of bijzaak?
A
Hoofdzaak
B
Bijzaak
Slide 9 - Quiz
Juist of Onjuist? Zowel hoofd- als bijzaken vind je in de kernzinnen van de tekst.