What is LessonUp
Search
Channels
Log in
Register
‹
Return to search
werk- en naamwoordelijk gezegde
Welkom!
Kennisclip werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
Wist je dat...
Elke zin een gezegde heeft?
1 / 12
next
Slide 1:
Slide
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
This lesson contains
12 slides
, with
text slides
.
Lesson duration is:
50 min
Start lesson
Save
Share
Print lesson
Items in this lesson
Welkom!
Kennisclip werkwoordelijk en naamwoordelijk gezegde
Wist je dat...
Elke zin een gezegde heeft?
Slide 1 - Slide
Hoe herken je het verschil?
Slide 2 - Slide
Werkwoordelijk gezegde:
Iets of iemand DOET iets. Er is sprake van een 'actie'.
Slide 3 - Slide
Naamwoordelijk gezegde
Iets of iemand IS of WORDT iets. Er is sprake van een 'eigenschap'.
Slide 4 - Slide
Kijk maar met mij mee
Anna rent deze marathon
voor een goed doel.
Anna wordt kampioen.
DOEN
ZIJN
Slide 5 - Slide
Test jezelf
Zie je of de zin een
werkwoordelijk
of een
naamwoordelijk
gezegde heeft?
1. Hans eet patat met zijn zoontje van twaalf.
2. Zij staat te fluiten.
3. Ik heb mij vergist in jou.
4. Zij was jarenlang de meest populaire lerares.
Slide 6 - Slide
Test jezelf
Zie je of de zin een
werkwoordelijk
of een
naamwoordelijk
gezegde heeft?
1. Hans eet patat met zijn zoontje van twaalf.
2. Zij staat te fluiten.
3. Ik heb mij vergist in jou.
4. Zij was jarenlang de meest populaire lerares.
Slide 7 - Slide
WWG benoemen
- WWG = persoonsvorm
+ andere werkwoorden.
Hij
zou
de opgave
gemaakt
hebben
.
- Als er voor een infinitief ‘te’ of ‘aan het’ staat hoort
dat bij het gezegde.
Hij
staat
daar
te fluiten
.
Op het Cruyff Court
is
hij
aan het spelen
.
- Bij sommige werkwoorden hoort altijd een wederkerend voornaamwoord.
Vergissen bijvoorbeeld kan niet zonder voornaamwoord:
Ik vergis me, wij vergissen ons etc.
Het voornaamwoord hoort dan bij het gezegde.
Hij
vergist zich
.
Slide 8 - Slide
NWG benoemen
Het naamwoordelijk gezegde bestaat uit twee onderdelen.
Het naamwoordelijk deel en het werkwoordelijk deel.
Het naamwoordelijk deel is de eigenschap die in de zin wordt toegekend.
Het werkwoordelijk deel is het koppelwerkwoord waarmee de eigenschap aan het onderwerp gekoppeld wordt.
Oefenzinnen:
1. Volgens veel mensen
is
december
de gezelligste maand van het jaar
.
2. Voor veel leerlingen
blijft
grammatica
een moeilijk onderdeel van het vak Nederlands.
3. Ik
ben
erg benieuwd naar de nieuwe dirigent
4. Mijn dochter
was
gisteren
ziek
.
Slide 9 - Slide
Ben je niet zeker van je zaak?
Doe de eigenschapsproef:
(naamwoordelijk deel), dat is (ow) jarenlang geweest.
Kloppende zin? =
NWG
Niet kloppende zin? =
WWG
Voorbeeld: Kampioen, dat is Anna jarenlang geweest.
Slide 10 - Slide
Oefenzinnen:
Benoem het werk- of naamwoordelijk gezegde.
1. De cijfers voor het proefwerk zullen wel meevallen.
2. In een lichtblauw overhemd met twee bovenste knoopjes van het boord los zat Mark Rutte in de studio
3. Ik ben moe door al het reizen.
4. De situatie bleek onhoudbaar.
5. Vier van de zes soorten mensapen worden met uitsterven bedreigd.
Slide 11 - Slide
Oefenzinnen:
Benoem het werk- of naamwoordelijk gezegde.
1. De cijfers voor het proefwerk
zullen
wel
meevallen
.
WWG
2. In een lichtblauw overhemd met twee bovenste knoopjes van het boord los
zat
Mark Rutte in de studio.
WWG
3. Ik
ben
moe
door al het reizen.
NWG
4. De situatie
bleek onhoudbaar
.
NWG
5. Vier van de zes soorten mensapen
worden
met uitsterven
bedreigd
.
WWG
Slide 12 - Slide
More lessons like this
WWG en NWG
February 2021
- Lesson with
18 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Herhalingstoets Nederlands
December 2020
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
kennisclip werk- en naamwoordelijk gezegde
November 2022
- Lesson with
16 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Oefentoets taalverzorging mh1
February 2023
- Lesson with
35 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 1
Het gezegde - herhaling
April 2024
- Lesson with
32 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
Fase 2: Het gezegde - inoefenen
August 2024
- Lesson with
23 slides
Nederlands
Secundair onderwijs
herhaling grammatica 2v
October 2024
- Lesson with
30 slides
Nederlands
Middelbare school
vwo
Leerjaar 2
Les 28/ les 5: het gezegde in een zin onderzoeken
January 2024
- Lesson with
15 slides
Nederlands
Secundair onderwijs