1H week 47 les 3 alle tekstdoelen en een quiz over tekstdoel informeren
1 / 30
next
Slide 1: Slide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1
This lesson contains 30 slides, with interactive quizzes and text slides.
Items in this lesson
Slide 1 - Slide
Vandaag
10 min stil lezen
Leesvaardigheid tekstdoelen
LessonUp Artikel schrijven
Slide 2 - Slide
Stil lezen
timer
10:00
Slide 3 - Slide
Twee onderwerpen in P2
Leesvaardigheid
Toets leesvaardigheid 16 december 2022
Kern H 2, 3 en 4
Schrijfvaardigheid
PO artikel schrijven
Inleveren 20 januari 2023
Slide 4 - Slide
Lesdoel
Je leert welke tekstdoelen er zijn.
Je leert waaruit een artikel is opgebouwd.
Slide 5 - Slide
Herhaling vorige les
We hebben H2 leesvaardigheid informerende teksten afgerond en jullie hebben gewerkt in de LessonUp 'Artikel schrijven'.
Slide 6 - Slide
Tekstdoelen
Wat is het doel van de schrijver?
Een tekst is altijd met een doel geschreven.
Slide 7 - Slide
Noem drie voorbeelden van een informerende tekst.
Slide 8 - Open question
Welke doelen kan een schrijver met zijn tekst hebben?
Slide 9 - Mind map
Een reclame heeft als belangrijkste doel:
A
overtuigen
B
activeren
C
beschouwen
D
informeren
Slide 10 - Quiz
Wat is het tekstdoel van een uitnodiging?
Slide 11 - Open question
Vijf tekstdoelen
1. Informeren : presenteren van enkel de feiten. Geen meningen!
2. Overtuigen: de schrijver wil dat de lezer de mening van de schrijver overneemt.
3. Beschouwen: een onderwerp op verschillende manieren bekijken met als doel dat jij als lezer je eigen mening objectief kan bepalen. Hier gaat het om feiten.
4. Activeren: aanzetten tot actie > iets doen, zoals aanschaffen, lid worden.
5. Amuseren: vermaken, voor je plezier. Zoals het lezen van stripboeken.
Slide 12 - Slide
Informeren
Je leest feiten.
Er staat geen mening in.
Bijvoorbeeld: krantenbericht, schoolboek, menukaart of een handleiding.
Slide 13 - Slide
Overtuigen
De schrijver wil de lezer overtuigen van zijn gelijk.
Bijvoorbeeld: recensie, betoog
Slide 14 - Slide
Activeren
Je wordt aangespoord om iets te kopen of om bijvoorbeeld ergens naartoe te gaan. Een stapje verder dan overtuigen.
Bijvoorbeeld: advertentie,
filmposter, verkiezingsaffiche.
Slide 15 - Slide
Amuseren
De schrijver wil dat je plezier beleeft.
Bijvoorbeeld: strip, roman
Slide 16 - Slide
Beschouwen
De schrijver zorgt ervoor dat de lezer zijn eigen mening vormt door informatie te verschaffen en verschillende kanten te belichten.
Slide 17 - Slide
Elke tekst heeft een tekstdoel.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 18 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een betoog?
A
Amuseren
B
Activeren
C
Informeren
D
Overtuigen
Slide 19 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een schoolboek?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Activeren
D
Amuseren
Slide 20 - Quiz
Een advertentie hoort bij het tekstdoel:
A
Activeren
B
Amuseren
C
Informeren
Slide 21 - Quiz
Welk tekstdoel past bij een strip?
A
Informeren
B
Overtuigen
C
Amuseren
D
Activeren
Slide 22 - Quiz
Huiswerk nakijken
LessonUp 'artikel schrijven' opdracht 1, 2 en 3
Opdracht 4 kijken jullie zometeen zelf na in tweetallen.
Slide 23 - Slide
Huiswerk
Noteer in je agenda voor maandag 28 november lesuur 4:
Maken opdracht 5 LessonUp 'artikel schrijven'.
H3 Kern opdracht 1 en 2.
Slide 24 - Slide
Aan de slag
Maak nu opdracht 5 van de LessonUp: ruil je artikel met je buurman/-vrouw en beantwoord vraag 1 t/m 8.
Ben je klaar? KEUZE
1. de slag met je PO: maken opdracht 6 LessonUp 'artikel schrijven'
of
Maken Kern H3 opdracht 1 en 2
Slide 25 - Slide
Ben je klaar?
Dan mag je verder gaan met de volgende opdrachten in de LessonUp.
Of je mag lezen.
Slide 26 - Slide
Zijn voor jou de lesdoelen behaald
Je kan uitleggen welke tekstdoelen er zijn en welk doel een schrijver hiermee heeft.
Je kan uitleggen hoe een artikel is opgebouwd.
Slide 27 - Slide
Volgende les
Je neemt je leesboek mee.
We gaan verder leesvaardigheid en met de PO artikel schrijven.