Grammatik Kapitel 5

Grammatik Kapitel 5
1 / 47
next
Slide 1: Slide
DuitsMiddelbare schoolmavo, havoLeerjaar 2

This lesson contains 47 slides, with interactive quizzes, text slides and 2 videos.

Items in this lesson

Grammatik Kapitel 5

Slide 1 - Slide

This item has no instructions

Modale hulpwerkwoorden 

Slide 2 - Slide

De modale hulpwerkwoorden möchten, dürfen, können en mögen heb je in Kapitel 3 en 4 al gehad. Dit is een herhaling. De werkwoorden müssen, wissen en wollen zijn nieuw en komen er nu nieuw bij. 

Slide 3 - Video

This item has no instructions

Slide 4 - Video

This item has no instructions

Even oefenen. Probeer op de puntjes de juiste vorm van het modale hulpwerkwoord in te vullen.

Slide 5 - Slide

This item has no instructions

(wollen) Ich ... jetzt lieber Deutsch lernen.

Slide 6 - Open question

This item has no instructions

(wissen) wir ........... das nicht

Slide 7 - Open question

This item has no instructions

(müssen) Wieso ... ich jetzt Hausaufgaben machen?

Slide 8 - Open question

This item has no instructions

Welke Modale hulpwerkwoorden
ken je nu?

Slide 9 - Mind map

This item has no instructions

Slide 10 - Link

This item has no instructions

Vragen over het modale hulpwerkwoord?

Slide 11 - Open question

This item has no instructions

Wat was de basis regel bij het vervoegen van het voltooid deelwoord in het Duits?

Slide 12 - Open question

This item has no instructions

Wat zou er gebeuren met het voltooid deelwoord van werkwoorden die in de stam eindigen op -d of -t

Slide 13 - Open question

This item has no instructions

(arbeiten) Mein Vater hat bei Dr. Oetker ....

Slide 14 - Open question

This item has no instructions

(mieten=huren) Mein Onkel hat einen Wagen ...

Slide 15 - Open question

This item has no instructions

(retten=redden) Die Feuerwehr hat das Kätchen aus dem Baum ...

Slide 16 - Open question

This item has no instructions

Stappenplan naamvallen
Stap 0: Kijk of er een vast voorzetsel in je zin staat
Bij de vierde naamval horen: durch (door), für (voor), 
gegen (tegen), ohne (zonder) en um (om)

Staan deze in jouw zin? Dan gebruik je ALTIJD de vierde naamval achter dit woord. 
Voorbeeld: Hast du jetzt Zeit für mich(4e naamval)

Slide 17 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan naamvallen
Staan er geen voorzetsels in je zin, dan ga je naar stap 1
Stap 1: Wat is het werkwoordelijk gezegde? 
Dit zijn alle werkwoorden in de zin
Stap 2: Wat is het onderwerp in de zin?
Wie of wat + gezegde
Stap 3: Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Wie of wat + onderwerp + gezegde

Slide 18 - Slide

This item has no instructions

Stappenplan naamvallen
Bijvoorbeeld: Die Mutter(v) kauft eine neue Kette(v)
Stap 1: Wat is het werkwoordelijk gezegde? 
Dit zijn alle werkwoorden in de zin = kauft
Stap 2: Wat is het onderwerp in de zin?
Wie of wat + gezegde = wie kauft? = die Mutter
Stap 3: Wat is het lijdend voorwerp in de zin?
Wie of wat + onderwerp + gezegde= wat kauft die Mutter? = eine neue Kette

Slide 19 - Slide

This item has no instructions

Koppel de juiste vertaling van de voorzetsels met de vierde naamval aan elkaar
door
voor
zonder
om
tot
tegen
durch
für
ohne
um
bis
gegen

Slide 20 - Drag question

This item has no instructions

voorzetsels vierde naamval

Slide 21 - Mind map

This item has no instructions

Anja arbeitet jeden Tag. ......... braucht Geld.
A
er
B
sie
C
es

Slide 22 - Quiz

This item has no instructions

Peter und Hans sind Freunde, ............. kennen sich schon 10 Jahre.
A
wir
B
ihr
C
sie

Slide 23 - Quiz

This item has no instructions

Der Hund bleibt zu Hause, ........ ist krank.
A
er
B
sie
C
es

Slide 24 - Quiz

This item has no instructions

Wie viel kostet dieses Sofa? ....... ist sehr alt.
A
er
B
sie
C
es

Slide 25 - Quiz

This item has no instructions

Hoe leer jij het liefst de woorden?
Memrise
via mijn digitale boek
Quizlet
Quizlet in de klas en Memrise thuis

Slide 26 - Poll

This item has no instructions

Soll ich ........ (hem) nach Hause bringen?

Slide 27 - Open question

This item has no instructions

Wo ist das Buch? Ich sehe ......... (het) nirgendwo.

Slide 28 - Open question

This item has no instructions

Kommst ....... (jij) nicht zur Schule?

Slide 29 - Open question

This item has no instructions

Es regnet. Darum können ..... (wij) nicht mit dem Fahrad fahren.

Slide 30 - Open question

This item has no instructions

Habt ....... (jullie) Spaß gehabt?

Slide 31 - Open question

This item has no instructions

Ich sehe ....... jeden Tag.
A
er
B
ihn

Slide 32 - Quiz

This item has no instructions

Warum lachst ..... so wenig?
A
du
B
dich

Slide 33 - Quiz

This item has no instructions

Das ist für ...............
A
ihr
B
euch

Slide 34 - Quiz

This item has no instructions

Moeilijk !!!!!
                                     Leuke opdrachten voor leerlingen die een uitdaging willen.

Slide 35 - Slide

This item has no instructions

Gibst du Agnes deine Adresse?
Ja, ............. gebe Agnes ...........

Slide 36 - Open question

This item has no instructions

Hat Martin Anja eingeladen (uitgenodigd)?
Ja, .......... hat ............. eingeladen.

Slide 37 - Open question

This item has no instructions

Hat Vera dich nicht begrüßt?
Ja, doch ....... hat ........ begrüßt

Slide 38 - Open question

This item has no instructions

Kennt ihr (unseren Nachbar)?
Nein, .............. kennen ......... nicht

Slide 39 - Open question

This item has no instructions

Herr Schrief, wohnen Sie in Bilk?
Ja, ......... wohne da.

Slide 40 - Open question

This item has no instructions

Wo hat (Anne) ........ das Essen reserviert?

Slide 41 - Open question

This item has no instructions

(Das Kind)........... fährt immer viel zu schnell mit dem Mofa.

Slide 42 - Open question

This item has no instructions

Die ganze Torte ist (voor ons) ________ .
A
für uns
B
für wir
C
für euch
D
für ihr

Slide 43 - Quiz

This item has no instructions

(Zonder hem) _______ ist es ruhiger im Klassenzimmer.
A
ohne er
B
ohne sie
C
ohne es
D
ohne ihn

Slide 44 - Quiz

This item has no instructions

Sie macht sich Sorgen (om jou) _________ .
A
um du
B
für du
C
um dich
D
für dich

Slide 45 - Quiz

This item has no instructions

Slide 46 - Slide

This item has no instructions

Slide 47 - Link

This item has no instructions