Woordenschat

• Nederlands
• Voortgezet speciaal onderwijs
• Leerroute 3

Figuurlijk taalgebruik

Aan het eind van deze les weet je wat figuurlijk taalgebruik is. 

Op de puntjes past steeds hetzelfde woord. Welk woord?

In welke zin is het ingevulde woord letterlijk gebruikt?

1. Zin A
2. Zin B
3. Zin C

apps.noordhoff.nl

De onderstreepte woorden (** **) zijn figuurlijk gebruikt. Neem ze over en zet de betekenis erachter. Gebruik een (online)woordenboek of lees de zin(nen) eromheen om de betekenis te raden.

1. George is **niet vies** van een tompouce. Hij wil er wel twee.

Het juiste antwoord bevat:

Niet vies van - iets graag lusten of willen.

De onderstreepte woorden (** **) zijn figuurlijk gebruikt. Neem ze over en zet de betekenis erachter. Gebruik een (online)woordenboek of lees de zin(nen) eromheen om de betekenis te raden.

2. Jij doet vaak **alsof je neus bloedt**, maar je moet niet steeds doen alsof je het niet ziet.

Het juiste antwoord bevat:

Doet alsof je neus bloedt - doet alsof je niets merkt.

De onderstreepte woorden (** **) zijn figuurlijk gebruikt. Neem ze over en zet de betekenis erachter. Gebruik een (online)woordenboek of lees de zin(nen) eromheen om de betekenis te raden.

3. De minister **hield een slag om de arm**, want hij wist het niet zeker.

Het juiste antwoord bevat:

Hield een slag om de arm - deed geen definitieve uitspraak om te voorkomen ergens aan vast te zitten.

De onderstreepte woorden (** **) zijn figuurlijk gebruikt. Neem ze over en zet de betekenis erachter. Gebruik een (online)woordenboek of lees de zin(nen) eromheen om de betekenis te raden.

4. We zijn bijna klaar. We moeten alleen nog **de puntjes op de i zetten**.

Het juiste antwoord bevat:

De puntjes op de i zetten - iets heel precies afmaken.

De onderstreepte woorden (** **) zijn figuurlijk gebruikt. Neem ze over en zet de betekenis erachter. Gebruik een (online)woordenboek of lees de zin(nen) eromheen om de betekenis te raden.

5. De vakantie was **niet om over naar huis te schrijven**, want het regende elke dag.

Het juiste antwoord bevat:

Niet om over naar huis te schrijven - niet erg goed.

De onderstreepte woorden (** **) zijn figuurlijk gebruikt. Neem ze over en zet de betekenis erachter. Gebruik een (online)woordenboek of lees de zin(nen) eromheen om de betekenis te raden.

6. **Het zit me niet lekker** dat ik het aan jou geleende geld niet terugkrijg.

Het juiste antwoord bevat:

Het zit me niet lekker - daar ben ik boos over en wil ik over praten.