H. grammaire verbes -IR

1 / 16
next
Slide 1: Slide
FransMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

This lesson contains 16 slides, with interactive quizzes and text slides.

time-iconLesson duration is: 40 min

Items in this lesson

Slide 1 - Slide

Les articles et les prépositions
3HV

Slide 2 - Slide

Aujourd'hui
Grammatica D:
- je kent de vertaling van de voorzetsels "à" en "de" 
- je weet hoe je "à" en "de" in combinatie met lidwoorden moet gebruiken

Slide 3 - Slide

A
wat je moet weten:
à = in/naar/bij/...
De vertaling hangt af van de rest van de zin (context)

Slide 4 - Slide

A
regel

à + la = à la
à + l' = à l'
à + le = au
à + les = aux

Slide 5 - Slide

A
de school / l'école                  in school: je suis à 'lécole
het strand / la plage              naar het strand: je vais à la plage
de bioscoop / le cinéma     in de bioscoop: tu  es au cinéma
de films / les films                  op de films zie je: aux films, on voit

Op de toets: Meerkeuze tussen 3 opties
Vb: Je vais  aux /à la / au salle de sport.


Slide 6 - Slide

cours
hôtel
école
endroit
collège
club de foot
au
à la
à l'

Slide 7 - Drag question

DE
wat moet je weten:
"de" betekent  altijd "van"
"de" gedraagt zich hetzelfde als "à" (dus wordt samengetrokken bij m.e.v en m.+v. mv)

Slide 8 - Slide

DE
regel

de + la = de la
de + l' = de l'
de + le = du
de + les = des

Slide 9 - Slide

acteur
jeu
pizzeria
vie
de la
de l' 
du

Slide 10 - Drag question

Slide 11 - Slide

H. grammaire - Révision

Slide 12 - Slide

A vos marches!


Notez
--> 3 verbes  op -ir   
timer
1:00

Slide 13 - Slide

3 groupes réguliers
- ER (parler/regarder/ chercher etc.)
- RE (vendre / rendre / perdre etc.)
- IR( grandir / choisir / réussir)

Slide 14 - Slide

Slide 15 - Slide

Slide 16 - Slide