Biologie 1.2 GL/Kader

Welkom bij Biologie 
Wanneer de timer op 0:00 staat dan. 
- Zit je op je plek 
- Heb je, je boek/ Ipad op tafel 
- Is je pet af 
- Zit je telefoon in je tas 
- Dan ben je ingelogd in Lesson up 
- Ben je stil en kan ik beginnen met de les. 

Leerdoel 
  1.  Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
  2. Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke

Planning les 1  
  • Uitleg lessen up 
  • Zelfstandig werken basisstof 1 &2

timer
3:00
1 / 35
next
Slide 1: Slide
BiologieMiddelbare schoolmavoLeerjaar 2

This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes, text slides and 1 video.

time-iconLesson duration is: 50 min

Items in this lesson

Welkom bij Biologie 
Wanneer de timer op 0:00 staat dan. 
- Zit je op je plek 
- Heb je, je boek/ Ipad op tafel 
- Is je pet af 
- Zit je telefoon in je tas 
- Dan ben je ingelogd in Lesson up 
- Ben je stil en kan ik beginnen met de les. 

Leerdoel 
  1.  Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
  2. Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke

Planning les 1  
  • Uitleg lessen up 
  • Zelfstandig werken basisstof 1 &2

timer
3:00

Slide 1 - Slide

1.2 Het ademhalingsstelsel

Slide 2 - Slide

Het ademhalingsstelsel
Lesdoelen:
• Je kunt benoemen welke organen deel uitmaken van het ademhalingsstelsel.
• Je kunt beschrijven hoe in de neusholte de ingeademde lucht gezuiverd, verwarmd, bevochtigd en gekeurd wordt.
• Je kunt de bouw en werking van de keelholte, het strottenhoofd en de luchtpijp beschrijven.
• Je kunt de bouw en werking van de bronchiën en de longen beschrijven.


Slide 3 - Slide

Het ademhalingsstelsel

Slide 4 - Slide

Bouw ademhalingsstelsel mens

Slide 5 - Slide

Neusholte
Neusholte is bedekt met neusslijmvlies
Vochtige laag

Slide 6 - Slide

Neusholte

Slide 7 - Slide

Neusholte en mondholte
Neusharen houden grote stofdeeltjes tegen.
De neusholte is bekleed met neusslijmvlies. 

Neusslijm: kleine stofdeeltjes en 
ziekteverwekkers blijven kleven aan het slijm.

Trilharen: Verplaatsen het slijm naar de keelholte
Reukzintuig: zit boven in je neusholte

Slide 8 - Slide

Waarom is ademen door je neus beter dan door je mond
  • Het filteren ( zuiveren) van stofdeeltjes
  • Lucht wordt vochtig gemaakt
  • Lucht wordt verwarmd
  • Door je neus kan je ook ruiken: waarschuwing tegen     schadelijke  gassen

Slide 9 - Slide

Keelholte en strottenhoofd
In de keelholte zitten de huig en het strottenklepje.
De huig: sluit de neusholte af als je voedsel inslikt. 
De strottenklep:sluit de luchtpijp af.

In het strottenhoofd zitten de stembanden.

Slide 10 - Slide

Voedsel doorslikken...
Ademhaling
Huig is open, lucht kan keel in
Strotklep is open, lucht kan luchtpijp in
Slikken
Huig is dicht, eten gaat niet in de neusholte
Strotklep is dicht, eten gaat slokdarm in
Verslikken
Huig of strotklep sluit niet goed, eten gaat luchtpijp in

Slide 11 - Slide

Luchtpijp en bronchiën
De luchtpijp is een holle buis die aansluit op het strottenhoofd.

Kraakbeenringen: zorgen voor de stevigheid van de luchtpijp.

De luchtpijp is bedekt met slijmvlies.
je kunt in een schematische tekening/ afbeelding de delen van het ademhalingsstelsel noemen. (neusholte, mondholte, keelholte, strottenhoofd, luchtpijp, bronchiën, longblaasjes, middenrif) 

Slide 12 - Slide

Ongeveer 300 miljoen longblaasjes= half volleybalveld


Gaswisseling vindt plaats tussen longblaasjes en longhaarvaten.


De longblaasjes en de longhaarvaten zijn 1 cellaag dik, de gassen kunnen er makkelijk doorheen.


Slide 13 - Slide

Slide 14 - Video

1. Zitten aan het uiteinde van de fijne buisjes in de longen ......

2. De luchtpijp splitst zich in twee ....

A
1. bronchiën 2. vertakkingen
B
1. haarvaten 2. longblaasjes
C
1. slijmvliezen 2. haarvaten
D
1. longblaasjes 2. bronchiën

Slide 15 - Quiz

Enkele delen van het ademhalingsstelsel zijn de bronchiën, de longblaasjes en de luchtpijp. In welke volgorde stroomt de lucht door deze delen naar binnen als Dorien diep inademt?
A
luchtpijp - longblaasjes - bronchiën
B
bronchiën - luchtpijp - longblaasjes
C
luchtpijp - bronchiën - longblaasjes
D
bronchiën - longblaasjes - luchtpijp

Slide 16 - Quiz

Hoe komt het dat de luchtpijp altijd open blijft staan?
A
Door spieren
B
Dit is niet zo, de luchtpijp is alleen open bij het ademhalen
C
Doordat hij een harde wand heeft
D
Door kraakbeenringen

Slide 17 - Quiz

waar geeft je bloed koolstofdioxide af?
A
longblaasjes
B
luchtpijp

Slide 18 - Quiz

De wand van de luchtpijp is verstevigd door kraakbeenringen.
A
waar
B
niet waar

Slide 19 - Quiz

De luchtpijp vertakt zich in
A
bronchiën
B
longblaasjes
C
luchtpijpvaten
D
luchtpijptakjes

Slide 20 - Quiz

De huig sluit als je voedsel doorslikt zodat het niet in de luchtpijp terecht komt
A
waar
B
niet waar

Slide 21 - Quiz



Welke uitleg (zin) hoort bij welk woord?
1. Zitten aan het uiteinde van de (fijne) buisjes in de longen: ......
2. De luchtpijp splitst zich in twee:  ...... 


A
1. bronchiën 2. vertakkingen
B
1. haarvaten 2. longblaasjes
C
1. slijmvliezen 2. haarvaten
D
1. longblaasjes 2. bronchiën

Slide 22 - Quiz

Met welk cijfer is de luchtpijp aangegeven?
A
1
B
2
C
3

Slide 23 - Quiz

Wat zorgt ervoor dat er geen eten in je luchtpijp terecht komt?
A
Keelholte
B
Strotklepje
C
Neusholte
D
Huig

Slide 24 - Quiz

Je neusholte is bedekt met ....
A
neusslijmvlies
B
smaakknopjes

Slide 25 - Quiz

Hoe wordt het orgaan genoemd dat de neusholte sluit bij het slikken?
A
gehemelte
B
huig
C
strottenklep

Slide 26 - Quiz

Wat voorkomt dat er eten naar je neusholte gaat?
A
Het strottenklepje
B
De huig
C
De tong
D
Zwaartekracht

Slide 27 - Quiz

Hoe kan slijm zich verplaatsen van de neusholte naar de keelholte?
A
door de langsstromende lucht
B
door de neusharen in je neus
C
door de slijmcellen in het neusslijmvlies
D
door de trilharen in het neusslijmvlies

Slide 28 - Quiz

Wat doen de trilharen in zowel de neusholte als in de luchtpijp.
A
duwen de ziekteverwekkers en stof weg richting de keelholte
B
duwen het slijm met daarin de ziekteverwekkers en stof richting de mondholte
C
duwen het slijm met daarin de ziekteverwekkers en stof richting de keelholte

Slide 29 - Quiz

Je neusslijmvlies houdt
de neusholte vochtig
A
Waar
B
Niet waar

Slide 30 - Quiz

hiermee wordt tijdens het slikken de neusholte afgesloten
A
Huig
B
Strotteklepje
C
Kringspier

Slide 31 - Quiz

Zitten de trilhaartjes alleen in de neusholte?
A
ja, alleen in de neusholte
B
nee, in de hele luchtweg

Slide 32 - Quiz

In de neusholte wordt de ademlucht:

A
Gedroogd, verwarmd, gereinigd en gekeurd
B
Bevochtigd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
C
Gedroogd, gekoeld, gereinigd en gekeurd
D
Bevochtigd, verwarmd, gereinigd en gekeurd

Slide 33 - Quiz

Welkom bij Biologie 
Wanneer de timer op 0:00 staat dan. 
- Zit je op je plek 
- Heb je, je boek/ Ipad op tafel 
- Is je pet af 
- Zit je telefoon in je tas 
- Dan ben je ingelogd in Lesson up 
- Ben je stil en kan ik beginnen met de les. 

Leerdoel 
  1.  Je weet dat voor verbranding zuurstof nodig is en dat koolstofdioxide ontstaat.
  2. Je kunt het verband beschrijven tussen verbranding in je lichaam en lichamelijke

Planning les 1 
  • Voorstellen 
  • Naamkaartjes maken 
  • Uitleg manier van lesgeven 
  • Uitleg lessen up 
  • Zelfstandig werken basisstof 1 


timer
3:00

Slide 34 - Slide

Opdracht / Huiswerk 

Maak opdracht 1 tot 7 
GL maak ook de + opdrachten 
 


Slide 35 - Slide