HC 2: Van divergentie naar convergentie

Globalisering
1 / 23
next
Slide 1: Slide
GlobaliseringHBOStudiejaar 1

This lesson contains 23 slides, with interactive quiz and text slides.

time-iconLesson duration is: 180 min

Items in this lesson

Globalisering

Slide 1 - Slide

Terugblik HC 1
Indeling arm en rijk o.b.v.: 
- Inkomensklassen Wereldbank (HI, HMI, LMI, LI) 
- Indeling VN: 49 MOL 
- Relatieve en absolute armoede 
- PPP => purchasing power parity (koopkrachtpariteit) 
- HDI (Human Development Index) 
 
Daarnaast meten van kwaliteit van bestaan o.b.v.: 
1. Onderwijs 
2. Gezondheid, hygiëne en ziekte 
3. Bevolkingsgroei en gevolgen 
4. Ondervoeding en honger 
5. Politiek en kwaliteit van bestuur 
6. Onderdrukking en schenden mensenrechten 
7. Spanningen en gewelddadige conflicten

Slide 2 - Slide

(meten kwaliteit van bestaan)

In Jemen woedt sinds 2015 een burgeroorlog. De overheid, gesteund door een door Saudi-Arabië geleide coalitie, strijdt tegen sjiitische Houthi-rebellen en diverse extremistische partijen. De Houthi’s zijn bondgenoten van de sjiitische beweging Hezbollah en Iran en streven naar meer autonomie in het noorden van Jemen waar ze lang de macht hadden.


1. Lees het artikel en noteer welke kenmerken je uit het boek herkend (vanaf p.33)

Extra achtergrond info

Slide 3 - Slide

Slide 4 - Slide

Vragen casus 1
  1. De titel kopt "Gigantische ongelijkheid tussen rijk en arm". Welk argument kun je uit het artikel halen, die dit nuanceert?
  2. Waarom leeft de armste helft van de wereldbevolking vooral in Sub-Sahara-Afrika en in Azië, met name in India?
  3. Oxfam Novib stelt dat getalenteerde kinderen niet tot bloei komen. Welke reden wordt er in het artikel genoemd?
  4. Oxfam Novib zegt "overheden moeten meer belasting heffen op vermogens, hoge inkomens en bedrijfswinsten.". Welke risico's kleven hier aan?
  5. Noem zelf een maatregel waarmee de ongelijkheid aangepakt zou kunnen worden.

Slide 5 - Slide

Casus H1: Tsjaad
1. Hoe heet het verschijnsel dat machthebbers in de vierde alinea toepassen? Noem er minstens twee.  
 2. Op p. 46 in alinea 3 wordt gesproken over het eindigen van het tekort op de handels- betalingsbalans. Leg uit wat dit inhoudt. 
 3. In dezelfde alinea wordt gesproken over het belang van sociale en economische infrastructuur. Ook op pagina 47, tweede alinea. Waarom is dit belangrijk voor een (ontwikkelings)land dat zich wil ontwikkelen? 
 4. In de vijfde alinea wordt beschreven dat de Wereldbank geld leent om de Tsjadische overheid te ondersteunen. Waarom doet de bank dit? 
 5. Op pagina 47, vierde alinea wordt gesproken over een NGO. Leg in eigen woorden uit wat een NGO is.  
 6. Op p. 48, derde alinea wordt gesproken over vluchtelingen. Geef twee oorzaak gevolg redenaties waarom vluchtelingen ervoor zorgen dat in een land ontwikkeling ernstige schade oploopt. Belicht dit vanuit zowel de bevolking als vanuit de overheid.  
 7. Verderop, in alinea 4 wordt beschreven dat president Déby de macht niet wil delen. Geef aan hoe je deze manier van politiek bedrijven noemt. 

Slide 6 - Slide

Slide 7 - Slide

Slide 8 - Slide

Lesdoelen HC 2 (1)
2 Verschillende tijdperken noemen
  1. Jagers verzamelaars 
  2. Nieuwe steentijd 
  3. Agrarische revolutie 
  4. Boerensamenlevingen 
  5. Handelskapitalisme 
  6. Industriële revolutie 
  7. Post-moderne samenleving en ICT revolutie
1 De historische wortels van de tweedeling kennen
3 Kunnen beschrijven hoe de volgende tijdperken/fasen onderdeel zijn van eerdere fasen
  • Oorspronkelijk jagers en verzamelaars (natuurvolken). 
  • Nieuwe steentijd: 
  • Agrarische revolutie 
  • Tribale samenleving 
  • Boerensamenleving 
  • Handelskapitalisme (huisnijverheid) 
  • Industriële revolutie 
  • Postindustriële maatschappij en ICT-revolutie
4 Onderdeel van eerdere fasen
  • Westerse expansie en tanende dominantie. 
  • Ontdekkingsreizen, slavernij en handelsposten 
  • Koloniale exploitatie 
  • Onafhankelijkheid en het koloniale trauma 
  • Mondialisering en de opkomende markten

Slide 9 - Slide

Lesdoelen HC 2 (2)
  • Het kunnen beschrijven van de geschiedenis, van 6000-8000 BC tot aan de recent geschiedenis, tot aan nu. Dit alles in het daglicht van de ontwikkeling rijkdom en armoede in de wereld. 
  • Het kunnen beschrijven en in eigen woorden uitleggen in hoeverre deze tijdperken invloed hebben gehad op het divergeren van de wereld. 
  • Het kunnen beschrijven en in eigen woorden uitleggen in hoeverre deze tijdperken invloed hebben gehad op het uiteindelijk steeds meer convergeren van de wereld. 
  • Het kunnen toepassen van de genoemde begrippen in nieuwe situaties: welke zijn van belang voor de specifieke casuistiek?

Slide 10 - Slide

8000
v. Chr.
7000 
v. Chr.
6000 
v. Chr.
3500 v. Chr.
1500
1750
1950
2019

Slide 11 - Drag question

Verwerking H2, deel 2
  1. Maak een groep van 2/3 studenten
2. Kies één van de onderstaande onderwerpen
1. Agrarische revolutie 
2. Boerensamenlevingen en peasants 
3. Handelskapitalisme 
4. De industriële revolutie 
5. Post industriële maatschappij en ICT revolutie 
6. Westerse expansie en tanende dominantie
7. Ontdekkingsreizen, slavernij en handelsposten 
8. Koloniale exploitatie 
9. Onafhankelijkheid en het koloniale trauma 
10. Mondialisering en opkomende markten 

3. Presentatie voorbereiden
Per groepje ga je een kleine presentatie voorbereiden (10 minuten) over dit thema aan de hand van hoofdstuk 2 uit 'Een wereld apart'.

Kies een afbeelding waar je het onderwerp bij vindt passen geef aan waarom.

Slide 12 - Slide

Agrarische revolutie (lange periode)
  • Zwervend bestaan opgeven → vaste plek + veeteelt en voedsel telen

Slide 13 - Slide

Tribale samenlevingen
  • Leven van de verbouw van voedsel in de vorm van zwerflandbouw → shifting cultivation
geconcentreerd plekken op de wereld
Papua New-Guinea & Belize

Slide 14 - Slide

Boerensamenlevingen
  • Stedelijke cultuur → sociaal gelaagde samenlevingen
  • Einde prehistorie → begin 'beschaving'
Sociale gelaagdheid Egyptische Rijk
Babylonische Rijk

Slide 15 - Slide

Handelskapitalisme








Van drie standen →naar 4 standen
  • Stedelijke burgerij steeds meer macht                                                                                                                       ten koste van feodale land adel
Traditionele sociale lagen (3)
Nieuwe sociale lagen (4)
Taboe op ondernemingszin (George Foster)
'The image of limited goods'
samenleving die materieel bezit als beperkt en onvermeerderbaar ziet.
Handelskapitalisme
= transformatie van boerensamenlevingen door:
handel & nijverheid die tot bloei kwamen

Landbouw  niet meer de spil in EC groei

Slide 16 - Slide

Einde HC 2, deel 1
  • Agrarische Revolutie
  • Tribale samenleving
  • Boerensamenlevingen
  • Handelskapitalisme

divergentie → verschillender werden groter (4e sociale stand uitzondering)

Deel 2:
Westerse expansie, Industriële revolutie, Postindustriële maatschappij & ICT revolutie, Mondialisering en opkomende markten
→ het spoor van het Westen volgen → convergentie 
HW
bedenk per tweetal een quizvraag + bijbehorende meerkeuze antwoorden en mail dat naar: roberto.alvarez@han.nl

Uiterlijk dinsdag 12 februari 12.00

Slide 17 - Slide

Industriële revolutie
  • Enorme technologische doorbraak
  • Talloze toepassingen van techniek
  • Verwerkende industrie = groter dan landbouw qua inkomsten en werkgelegenheid
→ Overwinning op algemeen heersende armoede
Divergentie → zorgde voor een tweedeling  in de wereld:
Westerse samenleving ↔ feodale boerensamenlevingen


Plekken
Groot deel van Europa (Engeland voorop)
Noord-Amerika
Australië
Nieuw-Zeeland
Japan
Voorbeeld
Verschillende soorten Industriële revolutie
de 3e/4e = de ICT-revolutie

Slide 18 - Slide

Postindustriële maatschappij & ICT revolutie
  • Dienstensector dominant ↔ industriële sector
  • Diensteneconomie 
  • van mechanisatie naar automatisering/robotisering

Voorbeeld
Verschillende soorten Industriële revolutie
de 3e/4e = de ICT-revolutie

Slide 19 - Slide

Slide 20 - Slide

Slide 21 - Slide

Verwerking H2: presentatie
(4). Tijdvakken plaatsen
Plaats de tien tijdvakken die in het voortgezet onderwijs bij geschiedenis landelijk worden gebruikt in de derde rij op de tijdbalk.
 
Plaats jullie onderwerp in een van de overige vakken van rij vier en verder.  

Slide 22 - Slide

Einde HC 2, deel 2
Samenvatting deel 2
Onderdeel van eerdere fasen:   
•Westerse expansie en tanende dominantie.    
•Ontdekkingsreizen, slavernij en handelsposten   
•Koloniale exploitatie   
•Onafhankelijkheid en het koloniale trauma   
•Mondialisering en de opkomende markten  
Samenvatting deel 1
•Oorspronkelijk jagers en verzamelaars (natuurvolken).    
•Nieuwe steentijd:    
•Agrarische revolutie.    
•Tribale samenleving    
•Boerensamenleving,    
•Handelskapitalisme (huisnijverheid. )   
•Industriële revolutie.   
•Postindustriële maatschappij en ICT revolutie   

Slide 23 - Slide