Mens & MaatschappijMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 1
This lesson contains 35 slides, with interactive quizzes and text slides.
Lesson duration is: 45 min
Items in this lesson
blok 3
Slide 1 - Slide
Wat gaan we doen?
opstart
terugblik
leerdoelen
uitleg
aan de slag
afsluiten
Slide 2 - Slide
Voor de vakantie
Slide 3 - Mind map
Leerdoelen
- Aan het einde van de les kan je drie soorten voorzieningen noemen met een voorbeeld.
- Aan het einde van de les kun je uitleggen waarom er in Nederland een bevolkingsgroei is.
- Je kan het verschil tussen natuurlijke bevolkingsgroei en niet natuurlijke bevolkingsgroei uitleggen
Slide 4 - Slide
Soorten voorzieningen
Voorzieningen zijn bedrijven en organisaties die ervoor zorgen dat je krijgt wat je nodig hebt.
Je hebt 3 soorten voorzieningen.
1. publieke voorzieningen: worden betaald van belastinggeld.
2. Commerciële voorzieningen: die worden geleverd door ondernemers om winst te maken.
3. Voorziening die geen winst willen maken, maar niet gefinancierd zijn door de overheid.
Slide 5 - Slide
publieke voorzieningen
Scholen
Gemeentehuis
Politiebureau
rechtbank
Slide 6 - Slide
Commerciële voorzieningen
Bakker
Dierentuin
Ikea
Supermarkt
Slide 7 - Slide
Organisaties zonder winstdoel
CliniClowns
Stichting kinderpostzegel
Veilig Verkeer Nederland
Wereld Natuurfonds
Floreant
Slide 8 - Slide
kenmerken van voorzieningen
Dagelijkse : bijna iedere dag
Niet dagelijkse: af en toe eens gebruiken.
Slide 9 - Slide
bevolkingsgroei
In Nederland komen er steeds meer mensen wonen.
Er worden iets meer kinderen geboren dan er mensen overlijden.
Ook komen er meer mensen die migreren naar Nederland. Er verhuizen alleen minder mensen uit Nederland, hierdoor groeit de bevolking.
Slide 10 - Slide
bevolkingsgroei
Natuurlijke bevolkingsgroei: wanneer er meer kinderen geboren worden dan er mensen sterven. Dit kun je op de volgende manier berekenen: Geboortecijfer-sterftecijfer.
Dan heb je ook een niet natuurlijke bevolkingsgroei. Dit is wanneer er meer mensen in Nederland komen wonen dan er mensen verhuizen uit Nederland.
Slide 11 - Slide
schooltv.nl
Slide 12 - Link
Wat is niet natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Meer mensen komen naar Nederland dan er verhuizen
B
Minder mensen worden geboren dan er sterven
C
Gelijk aantal mensen komen en verhuizen
D
Meer mensen verhuizen uit Nederland dan er komen
Slide 13 - Quiz
Welke voorzieningen worden betaald van belastinggeld?
A
Niet door de overheid gefinancierde voorzieningen
B
Alle voorzieningen
C
Commerciële voorzieningen
D
Publieke voorzieningen
Slide 14 - Quiz
Wat is het kenmerk van dagelijkse voorzieningen?
A
Jaarlijks
B
Maandelijks
C
Bijna iedere dag
D
Eens in de week
Slide 15 - Quiz
Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Geboortecijfer / sterftecijfer
B
Geboortecijfer + sterftecijfer
C
Geboortecijfer x sterftecijfer
D
Geboortecijfer - sterftecijfer
Slide 16 - Quiz
Wat zijn de 3 soorten voorzieningen?
A
Publieke, private, door de overheid gefinancierde voorzieningen
B
Overheids, bedrijfs, private voorzieningen
C
Publieke, sociale, door de overheid gefinancierde voorzieningen
D
Publieke, commerciële, voorzieningen zonder winstdoel
Slide 17 - Quiz
Noem een voorbeeld van een: Publieke voorziening, een commerciële voorziening en een voorziening zonder winstdoel
Slide 18 - Open question
Aan de slag
Je gaat zelfstandig de volgende opdrachten maken van blok 3:
MAKEN: blok 3 opdracht 2, 3, 4 en 6
Dit doe je alleen en in stilte, je mag ook online werken.
Slide 19 - Slide
Blok 3
deel 2
Slide 20 - Slide
Wat gaan we doen?
opstart
terugblik
leerdoelen
uitleg
aan de slag
afsluiten
Slide 21 - Slide
Wat is niet natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Meer mensen komen naar Nederland dan er verhuizen
B
Minder mensen worden geboren dan er sterven
C
Gelijk aantal mensen komen en verhuizen
D
Meer mensen verhuizen uit Nederland dan er komen
Slide 22 - Quiz
Wat is de natuurlijke bevolkingsgroei?
A
Geboortecijfer / sterftecijfer
B
Geboortecijfer + sterftecijfer
C
Geboortecijfer x sterftecijfer
D
Geboortecijfer - sterftecijfer
Slide 23 - Quiz
Wat zijn de 3 soorten voorzieningen?
A
Publieke, private, door de overheid gefinancierde voorzieningen
B
Overheids, bedrijfs, private voorzieningen
C
Publieke, sociale, door de overheid gefinancierde voorzieningen
D
Publieke, commerciële, voorzieningen zonder winstdoel
Slide 24 - Quiz
Noem een voorbeeld van een: Publieke voorziening, een commerciële voorziening en een voorziening zonder winstdoel
Slide 25 - Open question
Leerdoelen
- Aan het einde van de les kun je verklaren waarom de stad sneller groeit dan een dorp.
- Aan het einde van de les kun je aangeven waarom bedrijven willen samenwerken met de universiteit.
Slide 26 - Slide
De stad groeit sneller dan een dorp
In sommige dorpen daalt het aantal inwoners zelf.
De stad groeit omdat jongeren daar gaan studeren en naar de stadverhuizen omdat daar veel voorzieningen zijn.
Na hun studie blijven deze jongeren vaak in de stad hangen, door het werk wat ze daarna kunnen vinden in de stad.
Ouderen gaan ook graag naar de stad, zo is alles lekker dichtbij.
Slide 27 - Slide
De stad trekt aan
Veel bedrijven willen graag in de stad zitten.
Daar vinden ze sneller personeel met de juiste opleiding.
Ook kunnen bedrijven hier samenwerken met andere bedrijven.
Dit trekt weer nieuwe bedrijven aan. Hierdoor komen er ook weer nieuwe banen bij.
Mensen verhuizen dan weer naar de stad en zo groeien steden nog meer.
Slide 28 - Slide
ASML Eindhoven
Dit bedrijf, trekt andere bedrijven aan.
Ze maken machines die computerchips maken.
Je hebt daarvoor een hogere opleiding nodig.
Daarom werkt het bedrijf samen met de universiteit in Eindhoven.
Dan komen ze makkelijk aan personeel voor het bedrijf.
Slide 29 - Slide
Hoe komt ASML Eindhoven aan personeel voor het bedrijf?
A
Ze werven personeel uit andere steden.
B
Ze werken samen met de universiteit in Eindhoven.
Slide 30 - Quiz
Wat voor machines maakt ASML Eindhoven?
A
Machines voor de auto-industrie.
B
Machines die computerchips maken.
Slide 31 - Quiz
Waarom willen veel bedrijven in de stad zitten?
A
Ze vinden sneller personeel met de juiste opleiding.
B
Ze houden van de drukte in de stad.
Slide 32 - Quiz
Waarom blijven jongeren vaak in de stad hangen na hun studie?
A
Ze missen het dorpsleven.
B
Ze vinden werk in de stad.
Slide 33 - Quiz
Waarom groeit de stad sneller dan een dorp?
A
Jongeren gaan daar studeren en werken.
B
Ouderen verhuizen graag naar de stad.
Slide 34 - Quiz
Aan de slag
Je gaat zelfstandig de volgende opdrachten maken van blok 3: